Kerstrondje

Sinds jaar en dag heb ik een soort van traditie met mezelf afgesproken: op eerste Kerstdag wordt er getraind! Op de 24ste van december zat ik al een kleine anderhalf uur op de Trek; rondjes Mijzepolder met 2 blokken van 10 minuten in D2/D3 afwerken. Thuisgekomen analyseerde ik de rondes: beiden 300 watt. Ik ben hier uiterst content mee. Ga me komend jaar wat meer toeleggen op tijdrijden om me zo beter op het klimmen voor te bereiden.

Op eerste Kerstdag meld ik me om elf uur bij de familie Van Driel. Zoals gewoonlijk vormen Erik en Danilo mijn kompanen op de weg. Het tempo zit er goed in. Danilo (14 jaar) rijdt opvallend goed, helemaal in vergelijking tot dezelfde tijd vorig seizoen. Dat gaat wel goedkomen met hem voor het komende wielerseizoen.

De wind is stevig, windkracht vijf. Om beurten rijden we op kop. Redelijk uitgepierd rijden we De Rijp binnen. Hier vinden we beschutting tegen de wind en weet ik uit ervaring dat we bij Graft de wind in de rug krijgen. Eenmaal windje mee doen we het tot Schermerhorn rustig en pratend aan. Eenmaal in de inmiddels beroemde Mijzepolder wordt de gaskraan opengedraaid en prijkt er een topsnelheid van 59,7 km/uur op mijn teller. Lekker! We fietsen rustig verder uit; Kerst wacht.

Tweede start

Vol goede moed en zin startte twee weken geleden mijn voorbereiding op het nieuwe seizoen. Ik had twee intensieve Tacx trainingen gedaan met een positief resultaat. Het lichaam dacht er kennelijk toch iets anders over met als uitkomst een flinke verkoudheid en blaffen als een oude duitse herder. De zeehond werd ik ook wel genoemd. Afgelopen zaterdag had ik een voorzichtige poging gedaan om iets te doen wat op fietsen leek. De hoestbuien waren niet van de lucht. Interessant om te constateren dat de hartslag evenredig oploopt aan de intensiviteit van de hoestpartij. Zaterdag stelde al met al niet veel voor, vandaar de tweede start van het seizoen op woensdag de 21ste. Tacx in onze huiskamer geïnstalleerd, Pyreneeën etappe geladen en gaan. Eerst een klein stuk de Peyresourde beklommen, lekker herstellen tijdens de afdaling en zoals altijd kijken waar de Jan Ullrich bocht is. Vervolgens de col d'Azet op. Vier series van vijf minuten waarvan 2,5 minuut relatieve rust gevolgd door 1,5 minuut kracht en tot slot 1 minuut volle bak. Redelijk kapot kom ik boven. De afdaling is bedoeld om goed te herstellen. Wederom een lekkere start van het seizoen. Nu maar niet meer verkouden worden!




Kledingkeuze

"Schat, wat zal ik eens aantrekken?" Herkenbaar? 's Ochtends of 's avonds heb ik totaal geen moeite met het bepalen van mijn kledingkeuze. Stap ik echter op de fiets, dan ben ik direct in dubio over het bepalen van de geschikte fietskledij. Wat is de temperatuur? Wat doet het weer? Allen logische afwegingen voor de keuze van de kleding. Bijkomend probleem is de grote hoeveelheid aan tenues in mijn kledingkast. Ik heb de beschikking over een redelijk grote kledingkast en een kwart ervan bestaat uit fietskleding. Dilemma alom! 

Vandaag was het weer eens zover: is dit geschikt, wat zijn de weersverwachtingen, past dat bij elkaar, is het niet te veel? Ja, het is niet eenvoudig om fietser te zijn! Na lang wikken en wegen is het zover: ik sta buiten. Het is een fantastische novemberdag: geelachtig zonlicht, mistig weiland en natte, vieze wegen. Via Purmerend rij ik naar Jisp en Wormer. Een leeg hongerig gevoel maakt zich van mij meester. Waar kan ik lunchen (wielerwoord voor een reep aan de pomp halen). De topografie van de Zaanstreek maalt door mijn hoofd. Eh....Wormer bijna uit. Daar vind ik een tankstation. Aangekomen bij de bewuste pomp blijkt het een prijsvechter te zijn. Goed voor de brandstof in je auto, maar geen brandstof voor de maag. Doorrijden naar het misschien wel mooiste dorpje van Noord Holland: de Rijp. Daar weet ik na al die jaren wel een dealer in Marsen, Snickers enz. te vinden. De gescoorde Twix verorber ik al rijdend door de Rijp. Best lastig nog om zo'n grote reep naar binnen te werken terwijl je je handen aan het stuur en remmen moet houden om auto's en wandelaars te ontwijken. Zonder verdere kleerscheuren verlaat ik de Rijp en zet koers naar Hoorn. Het laatste stuk ondervind ik wat tegenwind. Gaat moeizaam nu. De afgelopen dagen van ziek zijn, spinning en rit van gisteren beginnen hun tol te eisen. Thuisgekomen gaan fiets en berijder tezamen in de doucheruimte: fiets in bad en renner onder de douche. Schoon! Alleen de kleding is nog vies. Heb ik volgende keer ten minste minder keus.


2012

Grijs weer...wat brengt een mens dan in de Wieringermeer? Voor diegene uit andere delen van het land: de Wieringermeer bestaat uit kaarsrechte door  populieren geflankeerde wegen, afgelegen boerderijen en heel veel akkerbouw. Kortom: een naargeestige bedoeling onder grijze omstandigheden. Vandaag echter niet! Goede rit gemaakt. 34,5 km per uur met hartslag gemiddeld in D2 zone. Stoempen tegen de noordenwind. Vliegen met de wind mee. Maar vooral: creatieve gedachte aangaande het fietsdoel voor 2012.Wat het doel wordt? Dat houd ik nog even voor mezelf. Ik informeer jullie later. Het zal in ieder geval niet de Hel van de Wieringermeer worden. 

November?

Voel me enigszins voor paal staan als Erik en Danilo voor de deur staan: korte mouwen en dito broek. Ik heb armstukken en beenstukken en dik ondershirt aangetrokken. Mannen: het is november hoor! De Van Driels hebben echter het gelijk aan hun zijde. Spoedig stroop ik de armstukken af en de beenstukken....die heb ik thuis laten liggen. 


We hebben een heerlijke training. Ik neem lange stukken kopwerk voor mijn rekening, afgewisseld met kopbeurten van vader en zoon. Af en toe een stukje sprinten maakt deze rit tot een mooie. Heerlijk is deze sport toch, we worden ditmaal niet bedreigd door niet-uitkijkende automobilisten, samen en toch alleen. Weinig woorden hoeven te worden gewisseld om er een gezellige en stevige rit van te maken. 33,9 gemiddeld staat op de teller. Polar geeft 8233 kilometer als tussenstand aan.

Vogelvrij

Wielrennen is een heerlijke sport. Een dag zoals vandaag: heerlijke temperatuur, weinig wind en zon. Lekker met je kop in de wind en trappen maar. Helaas verschijnt er wel eens een grijze wolk aan de horizon in de vorm van mede weggebruikers. Vandaag tot twee keer toe bijna aangereden door een dromerige automobilist en tot slot naar huis kerende scholieren moeten ontwijken. Bij de laatste zeg je er wat van en krijg je commentaar... Even hard in de remmen knijpen en het zooitje stevig toespreken (laat dit voor jullie fantasie open). Wil je heel blijven: denk dan dat je beste op de weg bent en de rest bestaat uit een stelletje idioten!

Epiloog

Vandaag de laatste fietsdag na twee dagen van heerlijke rust. Het is koud als ik rond tien uur de grote weg naar Castellina opdraai. Heb thuis een route gepland via het Castelli di Brolio, maar al snel concludeer ik: daar heb ik geen zin an. Omdraaien en thuis opwarmen is het devies. Vlakbij huis besluit ik toch even door te fietsen en maar aan te kijken waar de fiets me vandaag brengt. Spoedig heb ik een plan: de route van dinsdag maar dan andersom. In dit deel van dit gebied is het ook wat warmer merk ik. Na even fout gereden te zijn, vind ik de route naar de Montemaggio. Ook van deze kant een heerlijke klim. Tijdens het afdalen schiet mij een liedje te binnen: where have you gone Joe di Maggio van Simon and Garfunkel, nu door mij omgedoopt tot where have you gone Montemaggio. Na een gelukzalige afdaling en een saai stuk naar Staggia besluit ik de vakantie met de klim naar Castellina. Eveneens een saai stuk, maar het klimmen gaat me goed af. Na 85 kilometer arriveer ik voor een verse pollo en heerlijke soep. Herstel is begonnen, het laatste klimmen van 2011 zit erop.

Siena

Fietsen in Toscane: Chianti regio

Sinds de zomervakantie van 2011 kom ik meerdere malen per jaar in het Chianti gebied in Toscane. Dit gebied, waar de beroemde Chianti Classico wordt gemaakt, ligt grofweg tussen Florence (hierna Firenze te noemen) en Siena. Een wonderschoon gebied met kleine kronkelweggetjes, strade bianche, vergezichten, pittoreske dorpen gelijkend op arendsnesten, kastelen, oudheid, nauwe straten en stoffige wegen. Zo is de gedachte bij mij ontstaan om dit gebied onder de wielertoeristische loep te leggen. Daarbij breng ik de volgende aspecten onder de aandacht: klimaat, klimmen, wegen en omgeving.


Klimaat
In de zomer is het hier flink warm tot gewoon ordinair heet. Aan te raden is ’s ochtends óf ’s middags vanaf vijf uur te gaan trainen. Wil je toch overdag in de hitte trainen, laat je lichaam eraan wennen. Het kost een aantal dagen. Overigens heeft elk zichzelf respecterend dorp een waterpomp. 'Drinken' luidt het devies. De temperatuur in het voor en najaar is uitstekend te noemen. In de zon wordt het zo’n 20 tot 25 graden.

Klimmen
De klims zijn nogal divers; veelal lopers van gemiddeld 3 tot 4%, maar ook steile trapsgewijze klims. Onlangs reed ik weer tegen zo’n geval apart aan: Monteforchi met direct 12% voor de kiezen, daarna vlak, 15%, vlak, 12%, vlak. Nergens vind je een aangenaam klimritme. Ook echte Ardennenklims van gemiddeld 6 tot 7% vind je hier.


Ben je echter op zoek naar goede trainingscols en/of wil je je toeleggen op lang bergop klimmen, dan is het Toscane in de omgeving van Luca én ten noorden van Firenze geschikter. Je bevindt je dan in de Apennijnen. Deze bergrug scheidt Toscane van drie andere provincies. Je kunt gemakkelijk cols van boven de 1000 tot 1500 meter vinden. Helemaal in het zuiden van Toscane ligt de twee-na-hoogste vulkaan van Italië, de Monte Amiata met haar top op 1732 meter boven zeeniveau. Een lange en zware col die van vier zijden is te beklimmen.

Wegen
De kwaliteit van het wegdek verkeert in goede tot uitstekende kwaliteit. Een hele enkele keer kom je Waals asfalt tegen, maar de meeste wegen zijn vergelijkbaar of beter dan in bijvoorbeeld de Provence. Lastig is het bochtenwerk: vaak onoverzichtelijk! Dit brengt direct een ander gevaar met zich mee: de Toscaanse weggebruikers die de Toscaanse bochten op een Italiaanse manier aansnijden, namelijk ten faveure van zichzelf. Met andere woorden ze kunnen op jouw weghelft terecht komen. Hachelijk situaties kunnen zo tijdens het afdalen ontstaan. Anderzijds hebben de Italianen meer respect voor de wielrenner dan in Nederland.


Een verhaal apart zijn de Toscaanse witte wegen: le strade bianche. Eenmaal per jaar rijden de profs hun wedstrijd op deze onverharde wegen. Deze wedstrijd wordt in maart verreden en finisht in het prachtige Siena. Uniek is dat deze profkoers afgeleid is van een zeer lang bestaande wielertoeristische tocht. Meestal is dit andersom. Deze cyclo - l'Eroica (heroïsch) - wordt in oktober verreden. Verplicht is het rijden op een oude stalen fiets en in retro fietskleding.


Omgeving
Een fantastisch gebied: open landschappen afgewisseld met prachtige bospartijen, oude dorpjes, oude gebouwen en monumentale stadjes zoals Monteriggioni, San Gimignano en schitterende grote steden Siena en Firenze. Kom, kijk en bewonder.

Samengevat is deze regio uitstekend geschikt voor de wielertoerist. Je kunt hier goed diep gaan, steile en lopende klimmetjes met prachtige vergezichten en aangename temperaturen. Uitstekend als je trainingsdoelen in de Ardennen hebt. 

A room with a view

Mijn kantoor heeft het mooiste uitzicht ter wereld. Was ik professioneel 
Monteriggioni
wielrenner geweest had ik deze stelling inderdaad de mijne kunnen zijn. Mijn dagelijks  uitzicht bestaat daarentegen uit 29 kinderen, Oostblokgrijs getinte muren en een mooie schooltuin. Mijn tijdelijke kantoor is vele malen mooier. In een tocht van 60 kilometer heb ik achtereenvolgens Monteriggioni, San Gimignano en Siena gezien, ben door de Outback van Australië gereden en heb de Ventoux beklommen! Ik denk één van de mooiste weggetjes in dit deel van Toscane te hebben ontdekt.

Ventoux gelijkend
Na Monteriggioni rijd ik door een desolaat licht glooiend landschap met bruine akkers gelijkend op de Outback in Australië. Deze prachtige weg gaat over in een met eikenbomen overdekte klim. Ook qua stijgingspercentages een gelijkenis met de Ventoux. Helemaal fraai is een met kastanjes geflankeerde passage door een minuscuul dorpje. De op de grond liggende tamme kastanjes worden door een vrouw van onbestemde leeftijd van de kant van de weg opgeraapt. Ze moet een vloekende Hollander hebben gehoord. Kreeg de derailleur niet in de kleinste versnellingen waardoor ik een steil stuk op de 21 moest volbrengen. Dit deed nogal zeer. Bovenop de klim gekomen keer ik de Trek ondersteboven en stel de derailleur zo goed mogelijk af. Een mooie op de Mortirolo lijkende afdaling brengt me nabij Siena. Ik beleef een hachelijk moment door in een onoverzichtelijke bocht een bus te ontwijken.

Typisch Toscane
Voorbij Siena rijd ik het laatste stuk door typisch Toscaans landschap: lichtglooiend met snel roodbruin wordende wijngaarden. Af en toe loop ik tegen steile stukken aan als ik een dorpje inrijd. De 21 blijft mijn kleinste verzet. In het voorbijrijden van een lokale wijnboer worden mijn reukzintuigen door een fraaie alcoholische geur geprikkeld. Het laatste stuk naar Tregole gaat zwaar; het is warm en iets lijkt mijn luchtpijp te blokkeren. De pasta in casa Jeurissen smaakt me naderhand goed.





Onder een Toscaanse zon

Onder een Toscaanse herfstzon beklim ik de strade bianche die naar de grote weg leidt. Om acht uur vanochtend kwam het kwik tot 6 graden. Het land voelt koud aan als ik rond tien uur de grote weg opdraai. De temperatuur begint erg aangenaam te worden.

Het is even wennen na ruim anderhalve week geen racezadel meer te hebben gevoeld. De benen voelen wat stram en onwennig aan. De derailleur draait eveneens wat onwennig; slaat regelmatig over naar andere versnelling. In Castellina verhelp ik het probleem en duik de afdaling in. Een glooiend stuk naar Radda volgt.

Radda in Chianti
Het in nevelen gehulde Toscaanse landschap is nog weinig aan herfstverandering onderhevig. Veel kreupelhout toont groen, weliswaar minder intens dan in de zomer. De gele zonnestralen geven me daarentegen een aangenaam herfstgevoel. Afgezien van een enkele auto rij ik nagenoeg alleen. Na een kilometer of tien glooiend te hebben gefietst, volgt een korte klim naar het pittoreske Toscaans dorpje Radda in Chianti. Gesitueerd op de top van een heuvel biedt het dorp een prachtig uitzicht op de wijde omgeving.
Na Radda volgt een klim tot bijna 700 meter hoogte. Mijn wattages zijn uiteraard lager dan in zomer, maar kan ik een goed tempo onderhouden. Ik merk dat de conditie verminderd is; ik voel mijn longen branden tijdens de inspanning. Bijzonder om te constateren dat het landschap onveranderd is, terwijl de fysieke en mentale gesteldheid uiteenlopend zijn veranderd. Overigens tonen hier enkele bomen en struiken hun herfstkleuren.

Bovenop gekomen trek ik mouwstukken aan en begin aan de lange afdaling naar Gaiole. In Gaiole is het omdraaien en klimmen geblazen. Een wielrenner rijdt voor me; mikpunt. Spoedig steek ik de renner voorbij en rij in trance omhoog. Het doet zeer, maar het valt me geheel niet tegen. Zeker met de wetenschap dat de eerste dag klimmen voor mij per definitie lastig is en helemaal na een vliegreis van bijna twee uur. Na bijna twee uur ben ik weer in casa Jeurissen. Genieten geblazen. Heerlijk om terug onder de Toscaanse zon te zijn.

Op naar Toscane


Het is bijna zover...vliegtuig pakken naar Italië. Komende week lekker trainen in de Toscaanse heuvels, onder een Toscaanse zon, met Toscaanse temperaturen en Toscaanse.....laat ik jullie niet verder jaloers maken.

Wordt vervolgd

Indian summer

Begin van het einde klinkt erg dramatisch. Feitelijk is de herfst het begin van het einde. Meestal gaat de herfst gepaard met flinke regenbuien, storm maar deze taak is door de zomer overgenomen. Momenteel genieten we van de nazomer, oudewijvenzomer of sint-michielszomer. Dit is de periode van begin september tot half november waarin het nog zomerachtig weer kan zijn. Weliswaar daalt in deze tijd van het jaar de gemiddelde middagtemperatuur in De Bilt van ongeveer 20 graden naar 9 graden, maar er zijn ook regelmatig periodes die volledig aan de zomer doen denken. In de Verenigde Staten en Canada heet deze periode ook wel de indian summer. Aldus Wikipedia. Het is buitengewoon lekker om buiten te zijn en dan met name te fietsen.


Afgelopen week veel gefietst. Aantal keren solo genietend van de mooie gele lichtinval, de temperatuur en het veranderende landschap. Zaterdag met Arno en Ruth getraind. Terug naar Hoorn opgefietst met collega wielrenner. Het ging erg lekker. Het beste gevoel kreeg ik echter van mijn powertap. Deze is enkele weken geleden ter reparatie naar Veltec opgestuurd. Vrijdag kreeg ik de naaf terug met een negatief resultaat: naaf werkte nog steeds niet naar behoren. Gelukkig achteraf nog even op zaterdag uitgeprobeerd. Geen probleem meer! Probeer de techniek maar even niet te begrijpen.


Woensdag twee uren heerlijk alleen getraind. Daarna kwam Danilo mij ophalen voor een stevig uur stoempen in de Mijzepolder. We reden beiden 2 blokken van vijf minuten in D3 gevolgt door een pyramide-interval. Danilo raakt steeds beter in vorm. Aan het einde van de pyramide-interval perste hij er een stevige sprint uit. Karakter! Redelijk gesloopt kwamen we in Hoorn aan. Een gelukzalige 100 kilometer prijkte op de Garmin. De kilometerteller staat inmiddels op de 7800 kilometer. De 10.000 is geen doel overigens.Genieten wel! So far, so good, so what...

Muziek

Onlangs postte Margriet het melancholische Doors nummer 'summer's almost gone' op Facebook. Zo tegen het einde van de 'zomer' maakt dit nummer mij wat weemoedig. Einde van de zomer betekent geen fietsdoelen meer voor dit jaar. Ook het wielerseizoen loopt op haar eind: Vuelta nagenoeg beslist, resteert nog het WK in Kopenhagen en Lombardije in oktober. Over de Vuelta gesproken: heb met verbazing naar de prestatie van Cobo op de Angliru gekeken. Heb de beelden van 2008 nog op mijn netvlies staan waar een goede Contador het op de Angliru heel moeilijk had en zie ook Cobo soepel de 23% stroken verteerd. Vraag me af of de Vuelta werkelijk beslist is...


Wat een prachtige nazomerse zaterdag! Er staat een redelijk straffe zuidooster. De lichtinval wordt wat geler, enkele bomen beginnen te kleuren. Duidelijke tekens in het landschap van de afscheid nemende zomer. Langs het Noord-Hollands kanaal fietsend komt er plotseling een kinderliedje in mijn hoofd op. De melodie ervan nestelt zich in mijn hersenpan om daar tot vervelends toe te blijven rondgalmen. Het overkomt mij vaker. Met name rondom de afscheidsmusical van groep 8. Liedjes die zich in je hoofd vastzetten en je nimmer loslaten. Gek word ik ervan! Ter verduidelijking: zing tegen jezelf: 'schuitje varen, theetje drinken' en dan slechts deze twee zinnen. Herhaal dit tot in het oneindige. Hallo crisiscentrum! Snel de muziek van mijn telefoon aangezet. Juist ja: summer's almost gone van The Doors. Weg schuitje varen en plaatsmaken voor een mooie Indian Summer.


Vrijdag een heerlijke training met Erik en Danilo gedaan. Af en toe D3 opgezocht en lekkere sprints met Danilo afgeleverd. Op de brug over de Zaan had ik een truc nodig om Danilo van me af te houden. Met de wind van opzij zette ik mezelf rechts op de kant, waardoor Danilo vol in de wind kwam te zitten. Tja, nu kan ik hem nog afhouden. Vrees dat ik binnen afzienbare aan de beurt ben.


Huisdier

Vroeger las ik uitsluitend stripboeken. Veruit favoriet is Asterix & Obelix. Kan daarentegen ook erg van Suske en Wiske genieten. Tijdens mijn rit door de Noordkop van onze provincie gingen mijn gedachtes terug aan 'de schone slaper', een van de vele Suske en Wiske albums. In dit nummer wordt Jerom vanaf het begin gevolgd door een wolk. Laat ik nu in vergelijkbare situatie te hebben gezeten. Kwam er bij Jerom een eniszins volumineuze fee naar beneden, bij mij slechts een aanhoudend regen, variërend van miezer tot stort.


Zoals ik in een eerdere post memoreerde: ik kan goed in de regen rijden. Het aanhoudende slechte weer begint mij, en velen met mij, behoorlijk de keel uit te hangen. Na een kwartier ben ik het spuugzat. Vloekend zit ik op de fiets, een obsceen gebaar naar de grijze lucht makend. Een stilstaande automobilist aanschouwt met een meewarige blik mijn middelvinger, waardoor ik de belachelijkheid van mijn eigen actie begin in te zien. Wat nu te doen? Bij gebrek aan huisdier mijn vriendin gebeld en haar netjes gevraagd even te mogen schelden. Mijn vriendin is erg begripvol. En zo geschiedde het.


En ... opgelucht? Ik kan het een ieder aanraden! Zit het even tegen op fiets, werk of weet-ik-wat-allemaal. Pak de telefoon, vraag of het gelegen komt en scheld er flink op los! Je hebt het alleen niet van mij! Voordat je het weet wordt mijn blog door allerlei groeperingen belaagd en daar zit ik niet bepaald op te wachten.


Voel mij enigszins geroepen om de zin 'bij gebrek aan huisdier mijn vriendin gebeld' nader te verklaren. Geenszins wil ik een vergelijking maken tussen haar en het huisdier (zij leest mijn blog). Midas Dekkers schrijft namelijk in zijn boek 'poes' over het nut van een vierpotige kameraad. 'Wanneer je moe van je werk (of fiets) thuiskomt, begroeten je vierpotige vrienden je enthousiast zonder jou lastig te vallen met wat hun heeft dwarsgezeten.Terwijl je tegen je dier praat, houden zij hun mond, spreken je niet tegen. Vol begrip vallen ze op schoot of in mand in slaap. Doordat er meer gesproken dan geluisterd wordt, blijft er veel in de lucht hangen. Hond en poes, die beiden niet kunnen spreken, herstellen met hun geluister het evenwicht. Tot slot wordt het weggevangen overschot verteerd en op straat of tuin uitgekakt, zodat we toch nog over ons eigen gelul uit kunnen glijden.'

Ben overigens vandaag door de 7000 heen gereden. Precieze stand: 7056 kilometers in 2011. Zeven. Mooi getal. Zeker met zicht op Texel.

Op weg naar . . . de ronde van de toekomst

Oud maakt plaats voor nieuw. Met de Vélomédiane nog fris in de herinnering overpeins ik mijn fietsende toekomst. De oude aanhef bovenaan mijn blog 'op weg naar...Mallorca, Vlaanderen, Trois Ballons, giro Dolomiti en de Vélomédiane' heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe: 'op weg naar ... de ronde van de toekomst'. 


De wielervolger zal opkijken: ronde van de toekomst? 'Da's toch de Tour de l'Avenir, de Tour de France voor beloften'. 'Ja ook', zal mijn repliek zijn. Mijn ronde van de toekomst is nog nader invulbaar. Op weg naar een nog onbekende toekomst. Zeer waarschijnlijk zal deze toekomst geen cyclosportieve doelen meer bevatten. Na Vlaanderen en Rooks had ik stevig de balen van het gejakker, de drukte en de hype om bekende koersen te rijden. De Trois Ballons heeft mij bevestiging gegeven wat ik kan. De Vélomédiane was er één te veel aan. Ik kan hier niet meer van genieten.


Wat stel ik mezelf wel als doel? Lekker trainen, onbekende en rustige tochten rijden en vooral fit blijven. Ik sluit niet uit nog eens aan een cyclo mee te doen, maar ga er absoluut geen doel meer van maken. Genieten, genieten en nog eens genieten!

Vélomédiane Criquielion

Bovenop de Côte de Samrée parkeren we de auto. Het miezert en het is koud. Spoedig zetten Frits en ik de afdaling naar La Roche en Ardenne in om van start te gaan in mijn laatste koers van het jaar: de Vélomédiane Criquielion, vernoemd naar de Waalse ex-wereldkampioen Claude Criquielion en tevens peetvader van deze koers. De afgelopen weken heb ik, overigens beduidend minder fanatiek dan andere jaren, toegeleefd naar het slotstuk van dit seizoen. In La Roche scheiden onze wegen. Ik mag in het bevoorrechte vak starten, te danken aan mijn goede prestatie in 2009.

Om negen uur klinkt het startschot en zet het vak met bontgekleurde wielrenners zich in beweging om direct de Côte de Beausaint te beklimmen. Normaal gesproken rij ik hele groepen voorbij. Nu krijg ik een stijve nek van de vele renners die me voorbij schieten. Heb met mezelf afgesproken rustiger dan vorig jaar te starten. Toen heb ik mezelf flink opgeblazen. Bovenop de Beausaint kan ik me goed verstoppen in een grote groep. Na een nerveuze afdaling volgt een korte klim. Nu schiet ik een hele groep voorbij. Benen zijn in orde. De afdaling loopt daarentegen van geen kant, terwijl ik normaal gesproken goed daal. Groepen schieten me voorbij. Laat ze maar gaan; herstellen in de afdaling is het devies. In een deel van mijn hoofd begint zich overigens een redelijke ergernis af te spelen; die drukte en dat gejaag.

Op de Côte de Hives vanuit La Roche loopt het na een aarzelend begin fantastisch. Wederom haal ik veel anderen in en word zelf niet ingehaald. Mijn rug begint echter op te spelen: een prelude voor wat komen gaat. De volgende klims verlopen telkens goed, maar de onderrug speelt me meer en meer parten. Ook knie en kuit (kleine spierscheuring volgens masseur Hans) zijn me niet gunstig gezind. Op de Côte de Wibrin zak ik door de groep naar achteren. Opvallend dat iedereen hier in het midden van de weg gaat rijden. Niemand rijdt rechts! De al aanwezige ergernis vlamt op; mensen blijf toch nadenken! Eén verkeerde auto en we hebben hier..... De ergernis zorgt voor een stoot adrenaline. Rechts inhalend schiet ik naar voren, een man of zestig inhalend, op kop eindigend en als eerste bovenop te eindigen.

Na een natte en gevaarlijk afdaling volgt de Mur de Vélomédiane. Een verschrikkelijke klim met percentages tussen de 15% en 20%. Het gaat me wonder boven wonder goed af. Rij relatief rustig omhoog. Druk is het niet. Zit dus redelijk vooraan de wedstrijd. In het verleden was het hier slalommen. Bovenop sluit ik aan bij een lange dunne hoogblonde wielrenner: een soort broer van Gesink. Reed ik  vorig jaar tijdens de Sean Kelly niet achter hem? Tijdens de beklimming van de zwaarste klim van België, de Haussire, spreek ik met hem aan. Mijn vermoeden wordt bevestigd in gebrekkig Nederlands. Gezamenlijk rijden we naar boven. Op de Samrée trek ik flink door, mijn besluit heb ik inmiddels genomen. Ik stop ermee. Genoeg is genoeg! Pijn in rug en moraal. Even later arriveert ook Frits. Hij kijkt ervan op en besluit ook de pijp aan Maarten te geven.

Goddelijk

Pluvius is de bijnaam van de Romeinse oppergod Jupiter als regengever. Pluvius wordt volgens Van Dale (2005) ook wel gebruikt in de betekenis ‘regen’. De naam is afkomstig van het Latijnse woord pluvia. Regen heeft dus een goddelijke status! Nu verbaast mij weinig meer; er zijn zelfs personen die Bacchus als opperwezen vereren.

Regen is een vorm van neerslag, net als sneeuw (ijskristallen) en hagel (bevroren regen). Van regen wordt je zonder bescherming nat en koud. Een verkoudheid ligt op de loer. Wielrenners houden niet van verkoudheden; het vermindert het prestatievermogen tot 10%. Waarom ga ik dan, buienradar volkomen negerend, naar buiten? Het antwoord is simpel: het is nog droog en hopelijk valt het mee met de buien. Viel het mee met de regen? Regentechnisch gezien was deze rit een acht. Doorweekt in het kwadraat. Op zich houd ik van fietsen in de regen. Kan erg van het overtollige zuurstof genieten. 



Valt het Hoorn uitrijdend nog mee, bij Scharwoude gaan de hemelsluizen open. Het is altijd weer wachtend op het bijzonderene moment dat de concentratie regenwater zowel buiten als binnen de schoen nagenoeg even groot is. De eerste tien minuten zijn de sokken droog, daarna gaat het als het suikerklontje dat net in de thee gedoopt is. De droge sok slurpt het water als een dorstige hond op. Mocht er nog Toscaans wit aan de Trek zitten; deze spoelt weg alsmede het opgedroogde zout aan mijn helmbanden. Elk nadeel heb zijn voordeel.

Nabij Edam wordt de regen minder. Het wordt zelfs lichter. Helaas, helaas. Halverwege Edam en Monnickendam spot ik een donkergrijze rakker. Geen vezel van mijn kleding laat deze hufter droog. Moet zelfs de zonnebril opzetten ter bescherming van mijn ogen. Regenbril is een snel gemaakte flauwe woordspeling.

‘Gelukkig’ kan ik even afremmen voor de zoveelste bermwerkzaamheid. De grote tractor verspert de gehele weg voor een klein stukje berm, waardoor ik werkzaam ben in de berm. Ploeterend en vloekend baan ik mij een weg door het natte losliggende gras ternauwernood de grote wielen van deze bermambtenaar ontwijkend.

Voorbij Kwadijk begin ik te merken dat de regen langzaam in mijn spieren trekt. Daarbij begint er een knagende honger op te treden. Vlakbij Scharwoude neem ik de parallelweg om een nieuwe ontmoeting met een bermambtenaar te ontwijken. Hier zijn echter andere overheidsdienaren bezig geweest. De weg ligt vol met steentjes. Als het maar geen lekrijden wordt. Deze noodlottigheid wordt me gelukkig bespaard en rij na een training van anderhalf uur Hoorn binnen.

Inmiddels, een half uur na warme douche en dito maaltijd, is het droog en wordt het buiten lichter. ‘Na regen komt zonneschijn’ is zo’n heerlijk cliché en kan nog er 499 andere clichés bij bedenken.

Zonneschijn dus… De Zon is de ster waar de Aarde omheen draait en het helderste object aan de hemel. Wordt vooral gespot in Mediterrane landen en werd vereerd als de God Apollo.




Afwisseling

Afwisselend; zo mag deze training genoemd worden. Afwisseling in wegdek, omgeving en weer. Het miezert namelijk als ik vertrek. Snel terug om mouwstukken te halen. Even buiten Hoorn blijkt dit een geheel overbodige keuze. Het is benauwd en de mouwtjes verdwijnen snel in de achterzak om er nooit meer uit te komen. Via Grosthuizen rijd ik de Mijzepolder in. De Garmin heeft wat problemen met Powertap. Een reset op de Garmin brengt oplossing. Vlakbij Alkmaar vang ik de eerste bundel zonnestralen op.


In Alkmaar kan ik het niet laten om de over de kasseien van de Munnikenweg te dokkeren. Mijn bidons zijn echter te groot en te vol. Ze dreigen uit de houders te schieten. Met pijn in mijn hart ga ik maar op de klinkers rijden. Alkmaar laat ik vrij spoedig achter me en rijd via een mooie weg het prachtige dorp Bergen binnen. In Bergen besluit ik om de duinen in te rijden en niet de gewone weg aan te doen. Het eerste deel zijn klinkers, daarna wordt het een strade bianche, maar dan van de makkelijkste categorie. In het voorjaar is dit deel van de duinen door brand geteisterd. De trieste beelden spreken voor zich.


De duinen maken plaats voor de Hondsbosschezeewering. Sint Elisabethsvloed een doorbraak die een groot deel van de duinreep wegsloeg. De duinen werden nadien hersteld, maar de zee bleef de duinen afkalven aan zeezijde. In 1880 werd de kwetsbare zanddijk, die sinds eind 18e eeuw op de huidige plaats lag, belangrijk versterkt. De helmgrasbegroeiing op de glooiing aan zeezijde werd vervangen door een dek van basaltblokken. Deze zeedijk bleek eindelijk bestand tegen zware stormen. In 1981 werd de dijk op Deltahoogte gebracht, 11,5 meter boven NAP. hond', een oude oppervlaktemaat (bron: Wikipedia).


Na Petten, Callantsoog en het prachtige Oudesluis kom ik Kolhorn aan. Het dorp, gelegen aan de Westfriesomringdijk, lag tot 1844 aan de Zuiderzee. In de 17de en 18de eeuw namen de inwoners deel aan de walvisvaart. De ansjovisvisserij bracht in de jaren 1900 tot 1930 welvaart voor de inwoners van  het pittoreske dorp.




Terug in Rhenen

De Vélomediane komt eraan. Tijd om wat aandacht aan de korte intervaltraining te besteden. Na de heerlijke weken in Italië ben ik erg benieuwd hoe de benen er op de korte hellingen van de Utrechtse heuvelrug ervoor staan. Aangezien ik hier vaak heb getraind, kan ik een inschatting maken. Als de conditie goed is heb ik macht om tot boven vol door te trekken. De Koerheuvel in Rhenen is zo'n markant punt voor me. De macht is er. Lekkere training geweest met 5 series D3/W op de Amerongse berg. Ik kan je melden: dat is zwaar. Drie minuten aan de bak, afdalen en weer omhoog. Denk dat ik na serie vijf redelijk scheel zag. 

Het was overigens weer heerlijk om in dit gebied te trainen. Lang geleden dat ik hier heb getraind. Dit was voorheen elke twee weken. De liefde is er nog...

Ritorno Paesi Bassi

Terug in Nederland. Het is even omschakelen van het prachtige Toscaanse heuvellandschap (of berglandschap) met haar prachtige begroeide hellingen naar het vlakke, winderige Noord-Holland. Wat zijn de weilanden lenteachtig groen? Hebben jullie veel regen gehad...?

Afgelopen twee dagen lekker getraind. Maandag de benen laten vallen en dinsdag een pittige D2 training. De Toscaanse trainingen hebben mijn benen goed gedaan. Nog twee weken tot de Vélomediane Criquielion. Onlangs de inschrijving ontvangen en mag voor het eerst in het bevoorrechte vak starten. Dus Johan, trouwe volger van mijn blog, het lijkt me leuk om je daar eens te ontmoeten!

Laatste werkdag

Vakantie is leuk. Op vakantie zijn is mogelijk nog leuker. Het allerleukst is aanschouwen dat anderen naar hun werk gaan. Op de fiets kan ik daar uitermate van genieten! Strakke gezichten in auto of Italiaanse scooter. Ik word er vrolijk van. Enige nadeel is op tijd het bed uit en dat ligt met onze Italiaanse levensstijl enigszins lastig. Überhaupt  trainen wil nogal eens lastig zijn. De aperitivo’s en diners met heerlijke wijnen, Aperol en Prosecco laten de benen de dienst nogal eens weigeren. Het eerste uur veroorzaakt de alcoholische aanwezigheid stramme spieren, daarna draaien ze er vrolijk op los.

Donderdag de laatste dag op de Toscaanse wegen. Even voorbij Castellina haak ik mijn fiets bij een Vlaamse collega aan. Gezellig babbelend naderen we Radda. De Vlaming slaat af en ik klim vervolgens over de top naar Gaiole. Eenmaal in Gaiole draai ik mijn trouwe carbon metgezel en klimmen we terug naar de top en dalen af in richting van Arezzo. Een naderende rotonde is het teken om te keren. In een heerlijke roes klim ik omhoog. Wattage schommelt rond 280 watt; hartslag net aan in D2. Van de warmte heb ik geen enkele last meer. Voorheen kon deze mij nog parten spelen.

Over de top daal ik af naar Radda en volg de weg naar Greve. Begin inmiddels door mijn voorraad drinken te geraken. Een klein restaurant brengt uitkomst. Wat kan een koude Cola heerlijk zijn. Bidons vullen, afrekenen en weer op weg. Langs hellingen begroeid met wijnranken klim ik omhoog naar Castellina. Een strook bos biedt wat verkoeling. 15% geeft een Italiaans verkeersbord aan. De Italiaanse verkeersbordenambtenaar in kwestie heeft zijn hand lichtelijk overspeeld. De Garmin geeft een maximale stijging van 9% aan.

Bij bijna thuiskomst besluit ik nog een ronde extra te rijden. Monteriggioni is een mooi doel. Het oude vestingsstadje dateert van 1203. De stad is geheel ommuurd met veertien zwaar verstrekte torens die de noordgrens van het Siënese grondgebied moesten beschermen tegen Florentijnse invallen. Ten tijden van belegering ontstond regelmatig voedselschaarste voor de inwoners van Monteriggioni. Ouderen, gehandicapten werden dan zonder pardon buiten de poort gezet en kwamen in handen van de belegeraars. Ook ik blijf buiten de poort. Het dorpje hebben we onlangs bezocht en vervolg mijn weg naar het laaggelegen Castellina Scalo. Bij een vreselijk chagrijnige Italiaan haal ik een fles water. Er kan geen woord bij de besnorde kroegbaas af. Wat een schril contrast met de gastvrije Italianen die ik tijdens mijn vakantie heb ontmoet. Met een luidkeels uitgesproken  ‘mazzel’ verlaat ik deze tent. De laatste klim van de vakantie wacht. Qua stijgingspercentages vrij gemakkelijk. Enkele stukken van 10% zijn lastig. De lastigheid zit in de niet aflatend hard rijdende Italianen, geen beschutting en de warmte. Voorheen zou de motivatie tot in mijn carbonzolen zijn gezakt; nu trap ik steevast tot in Castellina in Chianti door. De laatste ‘werkdag’ zit erop. 600 schitterende Toscaanse kilometers liggen achter me en onze vakantie in het heerlijke Toscane ook. Gelukkig zijn we leerkrachten; we hebben nog drie weken….. 


Pluimvee

Mijn oma hield vroeger altijd van zwarte kip. Vaak op zondag rond een uur of vijf werd deze op tafel gezet. Vanillevla was mijn eerste gedachte. ‘Kom maar op’. Mijn oma was een verstandige vrouw. Het kleinst beschikbare lepeltje werd uit de lade gehaald en ondergetekende mocht proeven. Dat smaakte verre van vanillevla. Advocaatje leerde ik.

Chiantiër (of Chiantees) houdt daarentegen van zwarte haan; il gallo nero. Het logo van de Chianti streek. Overal kom je de haan tegen: op de flessen wijn, op verkeersborden. Er zit een legende achter. In vroegere tijden heerste er tussen de twee grote steden Firenze en Siena  grote rivaliteit. Regelmatig vonden er veldslagen plaats. Op zeker moment vond men het welletjes. Er moest een grens komen. Tegelijkertijd werd in Siena en Firenze een zwarte haan losgelaten. Het punt waar de dieren elkaar zouden treffen, zou vanaf dat moment als de offciële grens gelden. De bevolking uit Siena legde hun haan flink in de watten. De Firenziërs hielden hun zwarte trots hongerig. Deze ging ging snel op zoek naar voedsel. Dat maakt tot op de dag van heden het gebied van Firenze, door een hongerige zwarte haan, stukken groter dan van het concurrerende Siena.


Mijn route van vandaag loopt regelmatig door dit grensgebied. Ik ga stukken van L’Eroica doen. Rijden over de Toscaanse witte wegen: la strada bianche. Voorbij Radda het eerste stuk. Kasseien zijn zwaarder, dit is gevaarlijker. Grote stukken steen ontwijkend weet ik me redelijk te handhaven op de witte stofweg. In Gaiole volg ik de weg naar Siena en sla spoedig linksaf naar Brolio.  Een slingerende strade bianche klim brengt me aan de voet van het kasteel. Toscaanser kan bijna niet. Cipressen, strade en wijngaarden en dan het prachtige kasteel.

Ik vervolg de uitgepijlde Eroica route in de richting van Siena. Begin overigens genoeg te krijgen van de strade. Risico op valpartijen, lekke banden en materiaalschade is me te groot. Tevreden rijd ik even later op de geasfalteerde weg naar Siena. Deze weg ken ik van enkele weken geleden. Even een stukje strade en naar Castellina. Mijn parcourskennis waarschuwt me voor de steile strade klim en leg de ketting op het binnenblad. Wat rijdt dit raar? Lek! Vloeken. Band wissel en wegrijden. Volgende stuk strade. Wederom lek! Een enkele passerende Italiaan staat raar op te kijken van een vloekende en tierende Nederlander. Geen binnenbandjes meer bij me. Roos bellen en een half uur later ligt de fiets in de auto. Balen! Had nog flink stuk willen trainen. Wat ik nu ga doen? Ik denk hard aan een stuk kip. Haan is overigens ook prima.

Rome we kome

Heerlijk als plannen kunnen veranderen. Buiten Pisa geeft de Garmin een nog resterende afstand  van 452 kilometer naar Bolzano aan. Wat doen we onszelf aan? Zo’n enorme afstand om een stukkie te trappen! De keuze valt spoedig. Lekker terug naar Castellina en een weekend Rome eraan vastplakken. Vind ik het erg geen Giro te rijden? Neen, eigenlijk helemaal niet. Er zijn immers andere dingen in het leven. Deze gedachte had ik mezelf enkele maanden geleden overigens niet toegedicht. Ga hier lekker trainen om straks de Vélomediane te rijden. Mijn knie is het hier roerend mee eens. Deze stond redelijk in standje ‘protest’.

Op naar de Sellaronde

De afgelopen dagen heb ik met een rustdag op het strand lekker getraind. Het weer was zeer aangenaam. De temperatuur schommelde dagelijks tussen de 25 en 30 graden. Ik heb drie dagen afwisselend en in deze volgorde getraind: D3, D1 en D2. Totaal 215 kilometer gefietst. Erg tevreden en vooral erg veel genoten van de prachtige omgeving, prima wegen en het heerlijke klimaat. Opvallend hoe deze omgeving van het Chianti gebied verschilt met andere delen Toscane. Alleen al de vegetatie. Het is in dit gebied ruim en dik bebost. Heterogeen bos ook. Veel naaldbomen. Elders in Toscane de kaalslag soms ten top. Ook klimatologisch verschilt het flink. Het is hier wat koeler, frisse en meer zuurstof in de lucht. Een micro klimaat is me verteld.


Zaterdag 30 juli
Ik baalde nog erg van de-niet-opgeslagen-rit van donderdag. Heb daarom dezelfde rit nogmaals gedaan. Klimtijdrit vanuit Gaiole. Gedurende 12 minuten heb ik 343 watt (4,6 watt per kg) geleverd. Was erg tevreden met het resultaat. In zijn totaliteit kwam deze rit nog beter uit de bus met 31,5 gemiddeld met 1000 hoogtemeter. Klaar voor de Pordoi.

Zondag 31 juli
Vandaag een relatief rustige dag. Op aanraden ben ik naar Greve in Chianti gefietst. Prima weg met enkele mooie 5% klims erin. De klims heb ik in D1/D2 zone gereden. Heerlijk. Ook even geen muziek op mijn kop. Lekker peddelen en de gedachtes laten varen. Op de terugweg kom ik in Radda uit. Voor me een brug waar ik even later zelf overheen rijd. Een ouderwetse Mallorciaanse 270 graden bocht.


Dinsdag 2 augustus
We hebben besloten om samen naar de Dolomieten af te reizen, één etappe te doen en vervolgens enkele dagen Venetië eraan vast te plakken. Ik heb geen enkele behoefte om drie dagen daar alleen te verblijven. Te meer mijn knie niet helemaal in orde blijkt te zijn. Daarom rijd ik donderdag de mooiste etappe: de Sellaronde.

Maandag voelde ik me Mario Cippolini: een stranddag. Heerlijk! Vandaag een lange rit gemaakt. Op het heetst van de dag vertrokken vanuit Tregole. Van de warmte heb ik geen enkele last vreemd genoeg. In Castellina neem ik de weg naar Firenze om halverwege de afdaling in een schattig dorpje rechtsaf richting Greve te slaan. Ardens asfalt hobbelt onder mijn wielen door. Het is hier werkelijk adembenemend. Een prachtig beschaduwde klim brengt me naar 400 meter hoogte, afdaling in en rij bijna een schitterend gelegen restaurant in. Daar gaan we zeker nog eens naartoe. Vervolgens kom ik op de weg van zondag. De weg naar Greve. Na Greve gaat het naar 529 meter hoogte: een heuse passo: passo del Sugame. Een mooie afdaling naar de Val d’Arno volgt. Bij een benzinepomp bestel ik in mijn beste Italiaans een fles water. Het is hier warm en de weg is ronduit vervelend met druk verkeer. Na een kilometer of zeven in de drukkende warmte sla ik af om gestaag aan de laatste klim te beginnen. Ik kom op een splitsing: rechtdoor is de geplande route, rechtsaf staat Radda 11 kilometer. Laat ik de laatste maar nemen. Nooit doen! Ik kom op een klim waar je u tegen zegt. Twee kilometer aan 11,1% gemiddeld. Mijn knieën zullen me dankbaar zijn. Voordeel is wel dat je snel op hoogte bent. Dat is op 705 meter. Een molto technico afdaling volgt. Ook hier zijn de percentages heftig. Een moordenaar van een klim. Volgende keer! Spoedig arriveer ik in Radda. De weg naar Castellina is me nu bekend. Bij thuiskomst bijna 100 km, 1600 hm en 27 gemiddeld. Tevreden!

Tweeluik

Donderdag
Vergeetachtig. Niet bepaald de manier om een zelfomschrijving te geven. Gaat het echter over fietsen lijd ik chronisch aan amnesia.  Verklaar je nader! De afdaling van mijn tweede Toscaanse dag was molto technico met hele steile stroken. Dat doet pijn aan je benen. Iedere fietser weet dit. Waarom dan toch deze hindernissen opzoeken? Ik zeg: amnesia.

De route van donderdag is omgekeerd aan de route van afgelopen zondag. In razende vaart daal ik af. Deze afdaling is perfect aangelegd; hoef de remmen niet aan te raken. Haal 75 kilometer. In Staggia passeer ik La Rocca di Staggia en begint een korte venijnige klim. De omgeving is wederom prachtig en bijzonder dat ik weer andere landschappelijke aspecten zie. Nabij Villarosa begint de klim. Mijn trainingsdoel is op de steile stroken flink in de weerstand te gaan trainen. Het gaat me zowel staand als zittend goed af. Uiteindelijk kom ik redelijk uitgewoond in Castellina aan. Mijn oorspronkelijke plan om naar Poggibonsi af te dalen en terug te klimmen laat ik varen. Het is mooi geweest voor vandaag.

Vrijdag
Testen. Om inzicht te krijgen in mogelijke progressie moet je testen. In de klas is dit het sein om de toetsboeken te pakken en deze onder luidkeels protest van de groep uit te delen. Kinderen doe je er geen plezier mee. Op de fiets betekent testen een gelijkmatige en beschutte klim uitzoeken en heel erg je best te doen. Vooruitzicht op zo’n test is leuk, je weet immers waar je staat, maar vlak voor de uitvoering kan ik er letterlijk als een berg tegenop zien.

Op de weg via Radda naar Gaiole heb ik inmiddels al een aantal intensieve blokken ter opwarming gedaan. Voel wat verzuring als ik Gaiole uitrijd. De testklim heb ik zojuist als afdaling gebruikt en weet wat er komen gaat. Om met de Vlaming te spreken: een tempocol. Gemiddeld 4%. Weet goed de druk op mij pedalen te houden en de ademhaling kan ik goed reguleren. Met 12 minuten ben ik boven, heel even de hartslag laten zakken en dan het laatste wippertje omhoog. Dit ging goed!

Op de glooiende terugweg doe ik nog aantal intervallen. De Garmin geeft bij thuiskomst 1000 hoogtemeters aan, gemiddeld wattage op 283 watt en gemiddelde snelheid is 30,9. Ik kijk erg naar de analyse op de pc uit. Maar wat blijkt…geen tracks opgeslagen. Puur de gegevens. Weet ik nog niets.  Frustratie! Sta op punt om de Garmin richting olijfbomen te laten vliegen. Weet me te beheersen. Binnenkort opnieuw testen.


Rondje Chianti

Toscane is onder meer beroemd om haar wijnen. Een aantal beroemde wijnen zijn de Brunello di Montalcino uit zuid Toscane, de witte Vernaccia uit San Gimignano en de Chianti Classico uit deze streek. Vandaag rij ik een rondje door deze streek dorpen waarin de naam Chianti terugkomt: Castellina in Chianti, Radda in Chianti en Gaiole in Chianti. Dit is het domein van de Sangiovese druif welke in de Chianti wijnen wordt gebruikt. De Chianti Superiore staat voor een lagere opbrengst per hectare en de Riserva voor een rijpingstijd op fust van minstens twee jaar en daarna drie op de fles. De Sangiovese druif groeit goed op hoogtes tussen de 300 en 500 meter. Heuvellandschap. Precies waar deze fietsende wijnliefhebber van houdt.

De lucht is strakblauw en de temperatuur is aangenaam als ik richting Castellina in Chianti fiets. De lichtoplopende weg is een prima opwarmer. In Castellina vervolg ik de weg naar Radda. Ik blijf nagenoeg op hoogte rijden. Schitterende uitzichten doen mijn hart sneller kloppen (of zijn het de korte klimmetjes). Na Radda rij ik via een omweg naar Gaiole om een prachtige klim te nemen. Het loopt lekker ondanks de inspanningen van afgelopen dagen en de gekregen, heerlijke rosé van gisteravond. Opvallend dat de wegen zo bebost zijn. Doet me af en toe aan de Ardennen denken. Na de afzink kom ik Gaiole aan en vervolg mijn training naar Siena. Wijngaarden passerend gaat de weg vals plat naar beneden. In een van de beboste stroken sta ik oog in oog met een ree. Ook dat kan dus hier.

Nabij Siena sla ik scherp rechtsaf en rij ik een strook strade op. Afdalen gaat goed en na een stuk vlak gaat de weg scherp omhoog. Snel een foto nemen en de onverharde helling opklimmen. De Garmin geeft spoedig 17% aan, daar eindigt het klimwerk. Asfalt op, dorpje door, volgende strook. Vlak. Hard knallen. Stofwolk? Kijken durf ik niet. Volgend dorp, asfalt afdaling en prachtige fotogenieke beelden. Daarna de klim naar Castellina. Voldaan en tevreden met de 2,5 uur training! En de rest van de dag lekker genieten van onder meer  San Gimignano. Ook daar hoeft het thuisfront zich dus geen zorgen over te maken!



Regen in Toscane

Regen in Toscane! De lucht is koel en fris. Het is rond een uur of twee. Normaal gesproken geen tijd om me in de hitte op het carbon te begeven, maar ingegeven door de aangename koelte rij ik Castellina binnen. Thuis heb ik een aantal ritten voorbereid. Dit is de eerste van de geplande trips met als eerste een moeilijke afdaling volgt. ‘molto technico’,  zou de jury tijdens de Giro vermelden. Moeilijke lopende bochten, steile stukken tot 15% maken deze afdaling lastig maar mooi. De dicht begroeide weg valt me erg op. Af en toe een kort vinnig stukje omhoog een gehuchtje in. In de verte hangen nieuwe regenwolken te wachten. Ze staan scherp afgetekend tegen het Toscaanse landschap. Wie denkt dat alleen in Frankrijk zonnebloemen groeien heeft het mis. Vandaag staan ze ietwat met de kopjes naar beneden, zich ook van het mindere weer bewust zijnde.

Na de afdaling volgt een relatief vlak stuk. Na wat bochtwerk, kleine dorpjes, geurende dennenbomen sta ik ineens voor de vesting van Staggia: la Rocca di Staggia, een vesting uit de 10de eeuw met een uit de 14de eeuw stammende vestingsmuur. Hier word ik als fietser zo blij van; het element der verrassing.

De klim naar Castellina is niet bepaald fraai. Een zonovergoten tweebaansweg met wat lage begroeiing aan weerszijden. Inmiddels is het flink warm en rits ik het shirt geheel open. Het klimmen gaat me goed af. Toch krijg ik last van steken in maag/milt. Overkomt me vaak op de eerste dag klimmen. De klim is een kleine 10 kilometer lang en niet noemenswaardig mooi. Op de top in Castellina is het nog een afdalen en resteert nog strade bianche. ‘Klap! daar ‘vliegt de bidon weer uit de houder. Afdalen op de strade gaat me verder erg goed af. Angst om te vallen is weg. Bij thuiskomst gaat het wederom voorzichtig regenen. Regen in Toscane!


Toscaans debuut

Stoffig, beige gekleurd, vol met kuilen, losliggende stenen in allerlei groottes: de Toscaanse strade bianche. Mijn debuut vandaag! In mijn hoofd waren deze wegen vergelijkbaar met de schelpenwegen door de Noord-Hollandse duinen. Alles is minder waar. Kasseien kunnen verschrikkelijk zijn, la strade zijn dit evenzo of mogelijk erger. Vooral naar beneden is heftig. Gelijk een kasseienafzink staat het beeld geen seconde stil. Je wordt letterlijk door elkaar geschud. Mijn bidon weet er inmiddels alles van. Bij thuiskomst inspecteer ik mijn fiets. In eerste instantie valt me nog niets op, maar later begint mij te dagen dat ik toch echt twee bidons mee had. Wederom de fiets op en op zoek naar de verloren zoon. Even verderop ligt The Shack bidon keurig op het witte gruis. Klimmen gaat daarentegen beter. Zeker het laatste 15% klimmetje voor het huis is goed te doen. Wel vanuit het zadel; staan is slippen.


Kan mezelf vandaag niet inhouden; ondanks de zware reis wil ik perse een stuk fietsen. Besluit om naar Siena af te dalen is snel genomen. Mooie wegen met dito asfalt. De afdaling loopt lekker, niet steil. Af en toe loopt de weg omhoog. De wind staat vol op de kop. Prachtige vergezichten over het Toscaanse land. Pittoreske dorpjes. Spoedig ben ik nabij Siena en draai de fiets om de terugweg aan te vangen. Klimmen gaat boven verwachting erg goed. Ben ik na dag reizen meestal niet zo klimwaardig en voelen de benen als elastiek aan, zo lekker loopt het vandaag. Klim is niet bepaald lastig. Maximum van 8% en veelal stroken tussen 4% en 5% is goed om mee op te warmen. Na klein uur ben ik terug. Heerlijk Toscaans debuut.


Laatste training op Hollandse bodem

Een ietwat open deur trap ik in: het is zomer in Nederland. Laat me niet lachen! Realiseer me wel dat ons voorjaar fantastisch is geweest. En met een Tacx op zolder kom je trainingstechnisch gezien ook een eind. Afgelopen dinsdag en woensdag zware Tacx trainingen gedaan. Dinsdag in D2 de Stelvio opgereden met blokken D3 van 5 minuten. Woensdag met de Sellaronde hetzelfde, maar dan wat intensiever: drie minuten D3 en twee minuten 'rust' in D2. Geen idee dat mijn lijf zoveel zweet bevatte!  


Vandaag kan ik gelukkig buiten trainen. Vader en zoon Van Driel vergezellen me. Onderweg valt er een enkel buitje, maar deze mag geen naam hebben. Klimatologisch perfect trainingsweer: fris met veel zuurstof in de lucht. Het valt me overigens wederom op dat 300 watt op de Tacx van heel andere orde van grootte is dan hetzelfde aantal op de weg. Draai ik 300 watt op de weg relatief makkelijk weg, op de Tacx val ik bijkans van mijn fiets. Wat is dit toch? Minder zuurstof beschikbaar op de zolder? Beide ritten overigens met de Powertap gedaan.


Om half vier schuif ik aan bij Maarten, Herbert en Michael voor de 14de rit naar het Plateau de Beille. Vooraf heb ik me erg verheugd op de rit, maar deze valt me toch erg tegen. Lijkt erop dat de Schlecks niet beter kunnen of hebben zij elkaar bij de strot? Durft Andy niet zijn broer in de vernieling te rijden? Zonder pech wint mijns inziens Cadel Evans de Tour de France. Kan ik vrede mee hebben. Alles beter dan die clowneske, aanstellerige Fransoos in het geel in Parijs. Aan zijn rijden valt overigens niets aan te merken.


Volgende week maak ik mijn opwachting in het warme Toscane. Mezelf voorbereiden op de Giro en de Criquielion heet dat. Deze week heb ik al enkele ritten gepland zoals de toerversie van de Montepaschi Strade Bianche - Eroica Toscana.  Verheug me erg op de Toscaanse witte wegen: la strade bianche. Eroica is overigens Italiaans voor heroïsch. Stofhappen is mij voorspeld. En het weer zal er goed zijn!

Klassieke rondje

Elke wielrenner heeft ze: zijn/haar vaste trainingsronde. Ik heb er een aantal (gelukkig) en dit is wel één van mijn favoriete rondes: Purmerend, Jisp, Wormer, Driehuizen, Mijzepolder. Waarom? Het prachtige dijkje Oosthuizen-Purmerend, Jisp, Driehuizen-Grootschermer: heerlijk wind in de rug over de dijk stoempen, Mijzepolder... Ik rij deze rit al sinds ik serieus met fietsen begon; medio 2004 zal dit geweest moeten zijn. Soms verruil ik Driehuizen tegen De Rijp. Ook een aanrader!

Vandaag liep het geweldig. De wind was best heftig, ik schat windkracht 4-5 uit het zuidwesten. Het lijkt alsof de twee weken rust me ongelofelijk goed hebben gedaan. Liep het vorige week al goed, vandaag was top. Heerlijke gemiddeldes. Laat de Giro, Toscane en de Criquielion maar komen.