Epiloog

Vandaag de laatste fietsdag na twee dagen van heerlijke rust. Het is koud als ik rond tien uur de grote weg naar Castellina opdraai. Heb thuis een route gepland via het Castelli di Brolio, maar al snel concludeer ik: daar heb ik geen zin an. Omdraaien en thuis opwarmen is het devies. Vlakbij huis besluit ik toch even door te fietsen en maar aan te kijken waar de fiets me vandaag brengt. Spoedig heb ik een plan: de route van dinsdag maar dan andersom. In dit deel van dit gebied is het ook wat warmer merk ik. Na even fout gereden te zijn, vind ik de route naar de Montemaggio. Ook van deze kant een heerlijke klim. Tijdens het afdalen schiet mij een liedje te binnen: where have you gone Joe di Maggio van Simon and Garfunkel, nu door mij omgedoopt tot where have you gone Montemaggio. Na een gelukzalige afdaling en een saai stuk naar Staggia besluit ik de vakantie met de klim naar Castellina. Eveneens een saai stuk, maar het klimmen gaat me goed af. Na 85 kilometer arriveer ik voor een verse pollo en heerlijke soep. Herstel is begonnen, het laatste klimmen van 2011 zit erop.

Siena

Fietsen in Toscane: Chianti regio

Sinds de zomervakantie van 2011 kom ik meerdere malen per jaar in het Chianti gebied in Toscane. Dit gebied, waar de beroemde Chianti Classico wordt gemaakt, ligt grofweg tussen Florence (hierna Firenze te noemen) en Siena. Een wonderschoon gebied met kleine kronkelweggetjes, strade bianche, vergezichten, pittoreske dorpen gelijkend op arendsnesten, kastelen, oudheid, nauwe straten en stoffige wegen. Zo is de gedachte bij mij ontstaan om dit gebied onder de wielertoeristische loep te leggen. Daarbij breng ik de volgende aspecten onder de aandacht: klimaat, klimmen, wegen en omgeving.


Klimaat
In de zomer is het hier flink warm tot gewoon ordinair heet. Aan te raden is ’s ochtends óf ’s middags vanaf vijf uur te gaan trainen. Wil je toch overdag in de hitte trainen, laat je lichaam eraan wennen. Het kost een aantal dagen. Overigens heeft elk zichzelf respecterend dorp een waterpomp. 'Drinken' luidt het devies. De temperatuur in het voor en najaar is uitstekend te noemen. In de zon wordt het zo’n 20 tot 25 graden.

Klimmen
De klims zijn nogal divers; veelal lopers van gemiddeld 3 tot 4%, maar ook steile trapsgewijze klims. Onlangs reed ik weer tegen zo’n geval apart aan: Monteforchi met direct 12% voor de kiezen, daarna vlak, 15%, vlak, 12%, vlak. Nergens vind je een aangenaam klimritme. Ook echte Ardennenklims van gemiddeld 6 tot 7% vind je hier.


Ben je echter op zoek naar goede trainingscols en/of wil je je toeleggen op lang bergop klimmen, dan is het Toscane in de omgeving van Luca én ten noorden van Firenze geschikter. Je bevindt je dan in de Apennijnen. Deze bergrug scheidt Toscane van drie andere provincies. Je kunt gemakkelijk cols van boven de 1000 tot 1500 meter vinden. Helemaal in het zuiden van Toscane ligt de twee-na-hoogste vulkaan van Italië, de Monte Amiata met haar top op 1732 meter boven zeeniveau. Een lange en zware col die van vier zijden is te beklimmen.

Wegen
De kwaliteit van het wegdek verkeert in goede tot uitstekende kwaliteit. Een hele enkele keer kom je Waals asfalt tegen, maar de meeste wegen zijn vergelijkbaar of beter dan in bijvoorbeeld de Provence. Lastig is het bochtenwerk: vaak onoverzichtelijk! Dit brengt direct een ander gevaar met zich mee: de Toscaanse weggebruikers die de Toscaanse bochten op een Italiaanse manier aansnijden, namelijk ten faveure van zichzelf. Met andere woorden ze kunnen op jouw weghelft terecht komen. Hachelijk situaties kunnen zo tijdens het afdalen ontstaan. Anderzijds hebben de Italianen meer respect voor de wielrenner dan in Nederland.


Een verhaal apart zijn de Toscaanse witte wegen: le strade bianche. Eenmaal per jaar rijden de profs hun wedstrijd op deze onverharde wegen. Deze wedstrijd wordt in maart verreden en finisht in het prachtige Siena. Uniek is dat deze profkoers afgeleid is van een zeer lang bestaande wielertoeristische tocht. Meestal is dit andersom. Deze cyclo - l'Eroica (heroïsch) - wordt in oktober verreden. Verplicht is het rijden op een oude stalen fiets en in retro fietskleding.


Omgeving
Een fantastisch gebied: open landschappen afgewisseld met prachtige bospartijen, oude dorpjes, oude gebouwen en monumentale stadjes zoals Monteriggioni, San Gimignano en schitterende grote steden Siena en Firenze. Kom, kijk en bewonder.

Samengevat is deze regio uitstekend geschikt voor de wielertoerist. Je kunt hier goed diep gaan, steile en lopende klimmetjes met prachtige vergezichten en aangename temperaturen. Uitstekend als je trainingsdoelen in de Ardennen hebt. 

A room with a view

Mijn kantoor heeft het mooiste uitzicht ter wereld. Was ik professioneel 
Monteriggioni
wielrenner geweest had ik deze stelling inderdaad de mijne kunnen zijn. Mijn dagelijks  uitzicht bestaat daarentegen uit 29 kinderen, Oostblokgrijs getinte muren en een mooie schooltuin. Mijn tijdelijke kantoor is vele malen mooier. In een tocht van 60 kilometer heb ik achtereenvolgens Monteriggioni, San Gimignano en Siena gezien, ben door de Outback van Australië gereden en heb de Ventoux beklommen! Ik denk één van de mooiste weggetjes in dit deel van Toscane te hebben ontdekt.

Ventoux gelijkend
Na Monteriggioni rijd ik door een desolaat licht glooiend landschap met bruine akkers gelijkend op de Outback in Australië. Deze prachtige weg gaat over in een met eikenbomen overdekte klim. Ook qua stijgingspercentages een gelijkenis met de Ventoux. Helemaal fraai is een met kastanjes geflankeerde passage door een minuscuul dorpje. De op de grond liggende tamme kastanjes worden door een vrouw van onbestemde leeftijd van de kant van de weg opgeraapt. Ze moet een vloekende Hollander hebben gehoord. Kreeg de derailleur niet in de kleinste versnellingen waardoor ik een steil stuk op de 21 moest volbrengen. Dit deed nogal zeer. Bovenop de klim gekomen keer ik de Trek ondersteboven en stel de derailleur zo goed mogelijk af. Een mooie op de Mortirolo lijkende afdaling brengt me nabij Siena. Ik beleef een hachelijk moment door in een onoverzichtelijke bocht een bus te ontwijken.

Typisch Toscane
Voorbij Siena rijd ik het laatste stuk door typisch Toscaans landschap: lichtglooiend met snel roodbruin wordende wijngaarden. Af en toe loop ik tegen steile stukken aan als ik een dorpje inrijd. De 21 blijft mijn kleinste verzet. In het voorbijrijden van een lokale wijnboer worden mijn reukzintuigen door een fraaie alcoholische geur geprikkeld. Het laatste stuk naar Tregole gaat zwaar; het is warm en iets lijkt mijn luchtpijp te blokkeren. De pasta in casa Jeurissen smaakt me naderhand goed.





Onder een Toscaanse zon

Onder een Toscaanse herfstzon beklim ik de strade bianche die naar de grote weg leidt. Om acht uur vanochtend kwam het kwik tot 6 graden. Het land voelt koud aan als ik rond tien uur de grote weg opdraai. De temperatuur begint erg aangenaam te worden.

Het is even wennen na ruim anderhalve week geen racezadel meer te hebben gevoeld. De benen voelen wat stram en onwennig aan. De derailleur draait eveneens wat onwennig; slaat regelmatig over naar andere versnelling. In Castellina verhelp ik het probleem en duik de afdaling in. Een glooiend stuk naar Radda volgt.

Radda in Chianti
Het in nevelen gehulde Toscaanse landschap is nog weinig aan herfstverandering onderhevig. Veel kreupelhout toont groen, weliswaar minder intens dan in de zomer. De gele zonnestralen geven me daarentegen een aangenaam herfstgevoel. Afgezien van een enkele auto rij ik nagenoeg alleen. Na een kilometer of tien glooiend te hebben gefietst, volgt een korte klim naar het pittoreske Toscaans dorpje Radda in Chianti. Gesitueerd op de top van een heuvel biedt het dorp een prachtig uitzicht op de wijde omgeving.
Na Radda volgt een klim tot bijna 700 meter hoogte. Mijn wattages zijn uiteraard lager dan in zomer, maar kan ik een goed tempo onderhouden. Ik merk dat de conditie verminderd is; ik voel mijn longen branden tijdens de inspanning. Bijzonder om te constateren dat het landschap onveranderd is, terwijl de fysieke en mentale gesteldheid uiteenlopend zijn veranderd. Overigens tonen hier enkele bomen en struiken hun herfstkleuren.

Bovenop gekomen trek ik mouwstukken aan en begin aan de lange afdaling naar Gaiole. In Gaiole is het omdraaien en klimmen geblazen. Een wielrenner rijdt voor me; mikpunt. Spoedig steek ik de renner voorbij en rij in trance omhoog. Het doet zeer, maar het valt me geheel niet tegen. Zeker met de wetenschap dat de eerste dag klimmen voor mij per definitie lastig is en helemaal na een vliegreis van bijna twee uur. Na bijna twee uur ben ik weer in casa Jeurissen. Genieten geblazen. Heerlijk om terug onder de Toscaanse zon te zijn.

Op naar Toscane


Het is bijna zover...vliegtuig pakken naar Italië. Komende week lekker trainen in de Toscaanse heuvels, onder een Toscaanse zon, met Toscaanse temperaturen en Toscaanse.....laat ik jullie niet verder jaloers maken.

Wordt vervolgd