Voerstreek

De eerste 100 kilometers van 2012 zijn een feit. Rond tien uur, enigszins prettig beneveld van de vorige avond, parkeer ik de auto in de parel van het Mergelland: Slenaken. Koud en vochtig is het buiten. Snel de wielen monteren, want ik sta te popelen om te gaan trainen. 

Thuis heb ik een route door de Voerstreek en Zuid-Limburg uitgestippeld. Afgelopen jaren heb ik frequent in de Voerstreek getraind. Dit gebied kenmerkt zich door verlaten weggetjes, mooie vergezichten, pittoreske dorpjes en vele landbouw en bospercelen. De klims zijn over het algemeen langer en wat geleidelijker dan in Zuid-Limburg. Een aantal klimmetjes heb ik het parcours van vandaag opgenomen onder meer Les Waides: een steile klim uit de ter ziele gegane Steven Rooks Classic. 

De Loorberg is de eerste klim van de dag. Heerlijke klim om goed warm op te draaien. Daarna volgt de wat gevaarlijke en tevens slechte afdaling van de Givelderweg en bevind me in het land van onze zuiderburen. Via de Côte de Hagelstein, Aubel en de Val Dieu kom ik bij Les Waides aan. Het steile stuk verteer ik op een klein verzet opmerkelijk goed. Toch merk ik dat de benen niet geweldig zijn. Daarom besluit ik de geplande intensieve blokken te schrappen en me vooral te richten op het uitrijden van de tocht. Duurrit dus! Bovendien verschafte het D3 blok van zaterdag mij genoeg informatie: 10 minuten 334 watt is een vooruitgang van 10% vergeleken met dezelfde test twee maanden geleden.


De afdaling van de Kasteelstraat voorbij Teuven is het laatste stuk België. Een klein stukje Amstel Gold Race volgt tot op de Camerig. Waar de toerversie van de Amstel halverwege de beklimming rechtdoor gaat, sla ik linksaf en klim via de weinige haarspeldbochten die Nederland rijk is omhoog. Achtereenvolgens de Wolfhaag, Vaalserberg en het Vijlenerbos arriveer ik in Vijlen. Het is het hoogstgelegen dorp van Nederland op 200m NAP. De kenmerkende kerktoren is daarmee ook de hoogstgelegen. De top van de toren ligt op 242m NAP.


De lange klims liggen achter me. Wat rest zijn twee kuitenbijters van formaat: Kruisberg en de Eyserbosweg. Het sap is inmiddels volledig uit de benen verdwenen. Opmerkelijk genoeg komt mijn hartslag nog wel redelijk hoog. De afsluitende klim is een favoriet: Schweiberg. De wind staat vol op mijn kop. Uitgeput ben ik blij dat het klimmen erop zit. De afdaling van de Loorberg is gelijk de hele rit heerlijk. 107 kilometer. 

1 graad verschil

Wat ben ik blij dat die witte meuk weg is. Sneeuw is leuk voor kind en slee, maar niet om door te fietsen. Vandaag heb ik het plan opgevat om de weg weer eens op te zoeken in plaats van in de warme woonkamer te Tacxiën. Ik zou dan alleen nog even de buitenbanden moeten verwisselen. Afgelopen weken train ik namelijk met de PowerTap wiel en Tacx buitenband op de Bushido. Heb echter weinig goesting om het zooitje te verwisselen, dus de Trek op de Tacx geplaatst: d3 training. Tien minuten opwarmen op de Madeleine en overschakelen naar Bédoin. Tot aan de bocht bij St. Esteve train ik de d2 zone om vervolgens in het bos de hartslag in d3 zone te brengen. Goed op de ademhaling lettend loer ik naar de enige haarspeldbocht op de Ventoux. Op deze plek heb ik mezelf rust tot aan Chalet Reynard beloofd. Wat duurt dat lang....waar blijft die vervloekte bocht? Dat kan nog wat worden in mei. Na een dikke 10 minuten is ie er eindelijk. De druk van de benen af en peddelen tot aan het chalet. Daarna nog een intensief stuk tot aan de top. Bij het monument Tommy Simpson groet, gelijk aan Eddy Merckx, de overleden wielrenner. Ik kan me nog goed herinneren dat bij mijn eerste Ventoux beklimming ik daar daadwerkelijk ontroerd raakte. De laatste stijgende kilometer geef ik nog wat gas en ben boven. Vervolgens stort ik me in de heerlijke afdaling om uit te rijden. Een blik op de thermostaat achter mij leert me dat de temperatuur in de woning door al mijn geploeter en gezweet met een graad is gestegen . Toch zo'n 54 kuub woonruimte op natuurlijke wijze opgewarmd. Wat je allemaal niet doet voor het milieu....