Overdrijving

Nederland is volgens mij het land van de schromelijke overdrijving. Lopend over de winkelstraat de Grote Noord op een bloedhete zomerse dag, als de mussen spreekwoordelijk dood van het dak vallen, kleedt men zich nogal op een uiteenlopende manier. Het gaat van bijna naakt tot een jongen van een jaar of zestien gehuld in trui met een dichtgeritste bodywarmer. Overdreven?

De topografische naamgevingen in ons land getuigen mijns inziens van behoorlijke hoogmoedswaanzin. Als tienjarig jochie ging ik eenmaal per jaar met mijn vader 'treinen': een dagje onbeperkt in de trein zitten. Daags voor vertrek, mijn vader had met behulp van het spoorboekje een adequate route uitgestippeld, vertelde hij mij dat we bij Arnhem door de treinvallei zouden rijden. In mijn jeugdige overmoed of fantasie beeldde ik mij een wildwestscenario in met diepe steile kloven, een rails slingerend langs gapende afgronden van rood gesteente. Een soort Marlboro reclame. Eenmaal rijdend door deze vallei was ik mijn teleurstelling nauwelijks de baas. Is dit het? Wallen van enkele meters hoogte. Niks gesteente, afgronden, maar dood ordinair gras. Treinvallei. Overdreven?

Zaterdag 10 augustus rijden Rick en ondergetekende af naar het midden des lands. We doen mee aan de rivierendalklimtocht. Laat je niet van de wijs brengen door de overdrijving in een deel van de naamgeving van de tocht: rivierendal. Niks woest stromende rivieren in scherp uitgesneden bergwanden, geen Ardeche, maar doodordinair over een dijk langs de Waal. Mooi. Zeker. Maar rivierendal...Overdreven?
Oude Holleweg

Voorbij Nijmegen rijden we het heuvellandschap binnen. Volgens mij is deze naamgeving uiterst correct: heuvel en landschap. De eerste klim van de dag is de Oude Holleweg. Prima naam overigens. Een zwaar beschaduwde klim, steil en wallen aan de zijkanten van de weg. Bovengekomen geeft de hartslagmeter 188 aan. Overdreven?

We rijden in een kleine groep door het Reichswald. Leuke klims door dit bosrijke gebied. De namen van de klimmetjes zijn mij helaas onbekend. In Nederland doen we de Zevenheuvelenweg aan. Wederom een prima naamgeving. Toch teken ik beroep aan tegen de naam van de voorafgaande klim: Wylerberg. Ik kan me, ondanks het gebrek eraan deze zomer, een goede voorstelling maken van een berg. Deze pukkel lijkt in de verste verte niet op een berg. Dus...overdreven?

De terugrit naar Ochten loopt door de Betuwe, oftewel het rivieren'dal' (laat ik nu maar ophouden). We rijden in een groep van een man of acht continue op te boksen tegen de stevige aangetrokken wind. Enkelen in de groep hebben echter geen idee hoe je in een groep moet rijden. Telkens trekken ze het tempo na een bocht of bij een overname enorm op, waardoor het zwaar is om achterin te rijden. Helaas ondervind ik wat mechanische problemen met de fiets, zodat stoppen een noodzaak is. Na deze kortstondige pauze trekken we ons weer op gang en onderhouden met z'n tweeën een strak tempo net boven de dertig kilometer. Bij aankomst in Ochten zijn we beiden uitgewoond, moe gestreden, kapot of welke superlatieven je hiervoor kunt bedenken. De teller geeft een gemiddelde van 31,2 aan met ongeveer 800 hoogtemeters. Ik durf bij deze rustig te stellen dat dit behoorlijk overdreven is.