Nachtkaars

Als een nachtkaars uitgaan: in een gestaag tempo minder worden en eindigen. In mijn geval het fietsseizoen 2014 abrupt eindigen. 

Daar zit je dan eind oktober. Goede benen van het trainen in Toscane en de zin in het nieuwe seizoen zit er volop in. Terug in Nederland is het geruime tijd slecht weer. Van trainen komt weinig terecht. Als de herfstdepressie na een ruime week ons land heeft verlaten, pak ik het fietsen weer op. De conditie is aanzienlijk minder geworden. Dan word ik op een maandagochtend wakker met een lichte irritatie in de knie. Deze verergert in de volgende dagen. Tendinitis. De knieschijf van de linkerknie is niet meer zichtbaar. Als na verloop van tijd de knie zijn gewone vorm en gedaante heeft aangenomen, blijkt de rest van mijn onderstel dermate onder de indruk te zijn geweest van de knieontsteking dat ik me weer verplaats als een bejaarde man. Na deze lichamelijke ongemakken te hebben overwonnen, hoop ik snel op mijn zadel plaats te kunnen nemen. Mijn lichaam denkt er anders over; eerst nog een soort griep overwinnen. Geen koorts, hoofd of keelpijn, maar ontzettende spierpijn beginnend in de benen en eindigend in de rest van het lijf. Alsof ik drie keer de Ventoux op een opoe fiets ben opgereden met een halve marathon met push ups als toetje. De oude man keert weer terug in mijn motoriek.

Eenmaal de misère achter me te hebben gelaten, klauter ik op Eerste Kerstdag op de fiets. Ik heb er 35 fietsloze dagen opzitten. Zo'n lang reces is mij nog nooit overkomen. Daardoor voel ik mij weer de beginner van weleer. Wat een ellende dat fietsen! Heel mijn lijf doet zeer: handen, zitvlak, rug, knie en benen. Dat gaat nog wat worden in de opbouw naar de Amstel Gold Race. Een uur houd ik het vol. Voldoening? Neen!

De temperatuur heeft vandaag een sprong naar beneden gemaakt. Die vervelende pokkewind van de laatste dagen heeft plaatsgemaakt voor een lekker briesje uit noordoostelijke richting. Vol goede moed rijd ik via de bebouwing van Oosterblokker naar Enkhuizen, waar ik aanpik bij een groepje. Een renner met lang krullend haar gaat van de kop af. Verrek dat is Tino Haakman! Ik ga naast hem rijden en knoop een gesprek met hem aan. We wisselen wat informatie uit over de door mij gehate Vélomediane, die hij overigens zes maal heeft gewonnen, en naderen Enkhuizen. Zij hebben er 120 kilometer opzitten. Ik ongeveer honderd minder. 

Het IJsselmeer ligt er als een licht gerimpelde spiegel bij. Grote groepen vogels vinden warmte en vermoedelijk gezelschap bij elkaar. Door de laagstaande winterzon worden lange schaduwen gevormd op een grauwgroen en bruin weiland. Veel mensen trekken erop uit, allen genietend van de koude. Hier en daar kruiend ijs in de vele baaien van de Westfriese omringdijk. Het gaat vandaag een stuk beter dan tijdens Eerste Kerstdag. Het schenkt me hoop, zin en vertrouwen. De nachtkaars begint langzamerhand weer te vlammen.