Alpenbrevet

De kogel is door de spreekwoordelijke kerk: ik heb me ingeschreven voor het Alpenbrevet - de gouden tour. Een ronde over de Grimselpass, passo della Novena (Nufenenpass, maar Italiaans staat fraaier), passo del San Gottardo en de Sustenpass over een totale lengte van 172 kilometers met ruim 5200 te overwinnen hoogtemeters. Van een aantal wielervrienden goede berichten over het evenement gehoord. Nu nog zelf ondervinden. Cyclingcols is inmiddels geraadpleegd. Die Nufenenpass. Daar word je wel even stil van...



In de aanloop ernaartoe rij ik wat leuke tochten zoals de voorjaarsklassieker vanuit Scherpenzeel, Westfriese run-bike-run, de alternatieve, de klimclassic (ja die toch weer), de Waalse Pijl en tot slot als ultieme voorbereidingsrit op de Zwitserse hemel of hel 'les Geant des Ardennes'. Ook verwacht ik nog enkele leuke hardlooptochten te doen met als uitschieter de Johan Cruijff run. 14 kilometer op zijn 70ste verjaardag met start in het Johan Cruijff stadion (alias de Arena) via de Meer met finish in het Olympisch stadion.

Wellicht treffen we elkaar ergens of onderweg?


Kwart van Egmond

Vandaag maak ik mijn hardloop debuut in een wedstrijd of tourloop; de halve van de halve. Een kwart dus. Egmond. Ongeveer 42,195 kilometer gedeeld door vier. Een eind. Een flink stuk rennen. Meer dan tien. Hartje winter. 

Samen met zwager S. - hij weer - parkeren we de auto in Heiloo, halen onze fietsen eruit en rijden naar het kustplaatsje Egmond aan Zee. We zijn niet alleen om het maar met gevoel voor understatement uit te drukken. We zijn met veel. Vooral fluoriserend in de kleuren geel en roze veel. Blij dat ik mijn zonnebril op heb.


Het weer is voor deze achtste van januari fantastisch. Nauwelijks wind, flauw zonnetje en een aangename temperatuur. Zwager S. start in een ander vak. Ik heb mezelf ingeschat op een tijd van een uur en een kwartier. Ik zit in de langzaamste groep.

Nadat de eerdere vakken zijn weggeschoten, worden we naar voren gedirigeerd. Nog even wachten op het startschot, timer op Strava zetten en weg zijn we.

Een grote groep hardlopers maakt ongeveer het geluid van poppend popcorn. De eerste drie kilometers worden we ploppend door Egmond geleid. Ik kies een aangenaam tempo en tegen de tijd dat we stad voor strand ruilen is de grootste drukte opgelost. 

Het strand ligt - in afwachting van de naderende vloed - er aangenaam hard en prettig bij. Hele ritsen dode zeesterren sieren de kustlijn. Het duurt en het duurt. Ik tuur naar de strandafgang. Hardlopen is leuk maar enigszins saai. Omgeving wisselt nauwelijks. In de verte zie ik de groep naar links het duin in afbuigen. 

Men loopt, ploegt en klautert omhoog. Ik kies voor de eerste vorm. Hard omhoog staat gelijk aan jezelf volledig opblazen. Eindelijk boven gekomen maak ik vaart met de hulp van de afdaling. De volgende helling wacht en nog een volgende. Bijna zeven procenten respectievelijk acht procent. Korte passen. Het klinkerpad slingert zich door duin en boslandschap. Toeschouwers flankeren het pad. Na een aantal kilometers begin ik er een beetje mee klaar te geraken, doch blijven mijn kilometertijden mij motiveren het laatste beetje energie eruit te persen. 

Het wachten is op de laatste klim, de Bloedweg. Middels appsignalen vanuit mijn telefoon begrijp ik dat zwager S. inmiddels is gefinisht. Daar is de bocht. Linksaf en omhoog. Het is minder dan anderhalve kilometer afzien. Een extra versnelling heb ik nog in de benen. Daar is het spandoek van de finish. De telefoon om de juiste eindtijd te klokken heb ik in de hand. Een uur en ruim twee minuten bedraagt mijn tijd. Ruim boven de tien kilometer gemiddeld gebleven. Maar wat had ik graag onder het uur gelopen. Volgend jaar dan maar!