Ventoux ‘ieder zijn top’

Op 6 november berichtte ik om binnen afzienbare tijd mijn plan voor 2012 te ontvouwen. Op zaterdag 19 mei ga ik met een aantal fietsvrienden de Mont Ventoux in Zuid Frankrijk beklimmen. Het doel is om geld in te zamelen voor de Nadine Foundation. Mijn persoonlijke doel is om drie keer de mythische col vanuit Bédoin te beklimmen. In het zijkader vindt u meer informatie en updates over de foundation en hoe ze en mij te steunen.

Enkelen van mijn volgers hadden al enig vermoeden gezien de Ventoux achtergrond op mijn blog. Het thema van deze dag is ‘ieder zijn top’. Hardlopen, mountainbike, een combinatie van beiden, racefiets, één keer, twee keer of meerdere keren: een ieder kiest zijn doel. Overeenkomstig zullen we de beklimming vanuit Bédoin doen. Voor de kenners: de klassieke zware kant. Persoonlijk vind ik de beklimming vanuit Malaucène weinig hiervoor onderdoen, maar de Ventoux mythe is nu eenmaal vanuit Bédoin geboren. 


De beklimming van deze zijde van de  Ventoux bestaat eigenlijk uit drie delen. Als eerste rij je door een vals plat met wijngaarden en door kleine slaperige gehuchtjes. Parallel aan de top klim je met een gemiddelde van 4,6% naar het dorpje Saint Estève. Hier draait de weg richting top en rij je tegen een muur van 10% aan. Het beroemde bos is begonnen. Negen kilometer met slechts één haarspeldbocht tegen een gemiddelde van 9,3%! Rond Chalet Reynard kan je even op adem komen om het klimfeest door het maandlandschap te vervolmaken. Je ontmoet vier tegenstanders: de hitte, de wind, de stijgingspercentages en jezelf! Zes kilometer á 8% gemiddeld. Vlak voor de top passeer je het monument ter nagedachtenis van de op de Ventoux overleden wielrenner Tommy Simpson in 1967. Het klapstuk van de beklimming is de zwaarste laatste kilometer van 11%. Bij het observatorium zit de beklimming erop. Op je kilometerteller staat 21 km, 1614 hm, 7,7% met een hoge hartslag.



De eerste keer dat ik de Ventoux beklom was in het jaar 2004. Indertijd heb ik een verslag geschreven dat ook op mijn blog te vinden is: mijn Ventoux 2004. De Ventoux en haar omgeving is voor mij een jeugdsentiment. Vandaar deze beklimming op 19 mei.

Komende maanden besteed ik via dit medium meer aandacht aan de Ventoux, haar geschiedenis en omgeving. Een uitstekende site is
www.dekaleberg.nl. Hier vind je alles wat je wilt weten over deze mythische col.

Om in de stemming te komen: Armstrong en Pantani op de Ventoux in het jaar 2000. Geniet!

Trainingsweek

Zondagmorgen. Stil op straat. Koude adem. Grijze lucht. Naweeën van een wijnrijke avond. Hoofdpijn. Het IJsselmeer ligt er als een spiegel bij. De zon breekt tussen de dikke bewolking door, bundels van licht op het water achterlatend. Verrek...nog drie fietsende idioten die er vroeg op uit trekken. Mijn hartslag is opvallend hoog: d2, terwijl de benen en watts d1 aanwijzen. Bacchus' invloed? Het hartritme voelt aangenaam en verzink in overdenkingen over de afgelopen trainingsweek.

Deze begon vorige week vrijdag. Samen met Erik en Danilo twee rondjes Posbank gefietst. Enigszins vermoeid van Limburg verteerde ik de talrijke klimmetjes redelijk. Hartslag bleef door vermoeidheid lager dan gewoonlijk. Wattages waren bemoedigend. Enige explosiviteit ontbeerde ik nog. Zeer aangenaam hebben we gedrieën getraind en afgesloten met een heerlijke pannenkoek aan de voet van de Posbank.

Woensdag was een enveloptraining. Toen Airbus midden jaren '80 de Airbus A320 ontwikkelde, introduceerde het Europese consortium 'fly by wire', vliegen met behulp van computers in plaats van louter hydraulica. Om veiligheidsredenen werd de 'flight envelop' ontwikkelt; marges waarbinnen het toestel moet blijven. Deze envelop pas ik regelmatig met d1 trainingen toe: hartslag tussen de 138 en 150 en trapfrequentie tussen 90 en 100. Ideale persoonlijke waardes om een goede basisconditie op te bouwen. Van deze trainingen kan ik altijd erg genieten; na afloop krijg ik altijd zo'n blij gevoel.

Vrijdag wilde ik wat 10 minuten blokken trappen in de Mijzepolder. Helaas werkte de Garmin of PowerTap niet mee. De wattages blijken al spoedig niet te kloppen. Kalibreren werkte niet goed. Kortom: ik moest me binnenstebuiten keren cq een ongeluk trappen voor een schamele 300 watt. Dit werkte dermate demotiverend dat ik na 8 minuten blok de pijp aan Maarten heb gegeven.

Terug naar zondag. De hartslag blijft onverminderd hoog, wattages zijn redelijk. Ik geniet erg van de rust en koude. Kom verscheidene collega's fietstoeristen tegen. Ook de hoeveelheid hengelaars valt op. Ook die hards of slechte relaties? In de Mijzepolder besluit ik de gashendel open te draaien. De geproduceerde 330 watt (gekalibreerd) gedurende 5 minuten stemt me meer dan tevreden vergeleken met de 300 watt over weliswaar 10 minuten enkele weken geleden. Tevreden rij ik Hoorn binnen. Zonniger. Drukker. Nuchter!

Limburg

Tussen de bedrijven door is het mooi weer! Afgelopen dinsdag en donderdag is het geweldig slecht weer in Nederland en laat het net op woensdag droog zijn. 's Ochtends is het nog wat grijs en nat buiten, maar Roos en ik zijn klaar voor de start: Roos gaat in Maastricht shoppen en ik .....trainen in de Limburgse heuvels. Nu ben ik altijd in de veronderstelling geweest niet te houden te zijn als ik kan gaan fietsen, maar ben inmiddels tot de conclusie gekomen dat ik qua fanatisme volledig door Roos wordt overklast. Als ik met mijn ogen knipper is ze al richting de Maastrichtse middenstand vertrokken en ik worstel me in allerlei fietskleding. De auto staat in een parkeergarage wat het heerlijk omkleden maakt. Warm en droog. Een kwartiertje later rij ik door een nat Maastricht op weg naar Bemelen.

Met GPSies heb ik een mooie route gepland om binnendoor richting de  Loorberg te rijden. Zoals vaker gebeurt kom ik op een verlaten en slecht onderhouden weg terecht. Water, Limburgse prut en löss hecht zich aan mijn fiets. Een kort steil klimmetje brengt me in bewoonde wereld: Groot Welsden. Ik denk veel dorpjes te (her)kennen, maar Groot Welsden komt me allerminst bekend voor.

Na Groot Welsden en een mooie holle weg kom ik op de N598 naar De Planck terecht. Het fietspad is slecht, de kale hoogvlakte en de harde kopwind nodig uit tot onvervalst stoempwerk richting volgende afslag: Reijmerstok. Deze is me bekend van de eerste ravitaillering van de Amstel Gold Race. Na de vermaledijde plek arriveer ik in de parel van het heuvelland: Slenaken. Loorberg dus. Wat is en blijft dit een geweldige klim! Na de Loorberg beklim ik de Camerig om via de pas van de Wolfhaag in België het Drielandenpunt te klimmen. Het Drielandenpunt was overigens na de val van Napoleon een Vierlandenpunt. Het nabij gelegen Moresnet werd naast het Koninkrijk der Nederlanden en Pruisen het derde land. Na de Belgische onafhankelijkheid in 1830 was er dus even sprake van een Vierlandenpunt.

Na dit stukje geschiedenis beklim in de Camerig van Vaalser zijde en zet koers naar de finale van de Amstel Gold Race. Achtereenvolgens de Kruisberg (ging goed), Limburgs mooiste: de Eyserbosweg, de Fromberg, Sibbergrubbe en de Cauberg. De oplettende kenner mist onherroepelijk een niet al te bescheiden klim binnen dit illustere rijtje .... inderdaad de Keutenberg. De Keut had ik op zich wel zin in, maar dat helse stuk na de klim. Dat vals plat met deze wind op de kop. Op dat plateau waait het zelfs als het windstil is! 

Na de Cauberg, waar ik glimlachend getuige ben van een vader die zijn dochter wandelend naar boven moest sleuren, rij ik door de finish van het aanstaande wereldkampioenschap wielrennen. In Berg en Terblijt daal ik af en fotografeer ik het bord 'Hennie Kuiper allee'. Kuiper sneed hier in de Amstel Gold Race van 1982 een stukje weg af, wat door de bewoners dat het eerder genoemde allee is omgedoopt. Tot slot volgt de klim van de Geulhemmerweg en daal af naar Maastricht. Dik drie uur verder zet ik de fiets voldaan in de auto. Nu maar afwachten of Roos haar training er ook op heeft zitten....




De eerste rit

Voor alles is er een eerste keer... ook voor een rondje fietsen in 2012. Rond elf uur haal ik voor de verandering vader en zoon Van Driel op voor de eerste wielomwentelingen van het nieuwe jaar. Eenmaal Hoorn uit zetten we koers naar Purmerend. Voorbij Hobrede zet ik me op kop om Danilo en Erik af te zetten voor een sprint onder de N244 bij Purmerend noord. Het doet flink pijn. 


Voorbij Purmerend pikken het parcours van de ronde van Noord Holland op. Het stuk tussen langs het spoor tot aan de A7 hebben we de wind vol op de kop. Dat blijft toch bijzonder; in Hoorn zeggen we nog tegen elkaar: 'er staat weinig wind'. Met moeite reik ik tot 27 kilometer. Wat volgt is de scherpe draai om parallel aan de A7 over het spoor te klimmen. Als eerste draai ik omhoog en probeer Danilo uit het wiel te krijgen. Het melkzuur komt inmiddels uit mijn oren, de hartslag bereikt de 187 slagen per minuut, maar Danilo losrijden lukt me niet.


Het stuk door Zaanstad is ronduit vervelend. Veel stoplichten en drukte. De wind zijn we, met name mijn benen, inmiddels flink zat. De Nauwernasche Vaart brengt verlichting. Wind redelijk mee rijden we langs Wormer naar het Noordhollands kanaal. Erik zet zich op kop om ons voor de brug voor een sprint af te zetten. Spannend! Loeren en positioneren. De al hoge snelheid kan ik omhoog gaand vasthouden. 1022 watt! Klinkt voor een sprinter niet bijster spannend, maar heb nog nooit zo´n hoog aantal watts behaald. Qua sprintkracht gaat het dus goed. Al die wasmachines en ander huishoudelijk apparatuur versjouwen heeft dus zijn vruchten afgeworpen!


De rit lijkt prettig af te lopen als we Avenhorn uitfietsen, maar een lekke band van Erik zorgt voor tijdelijk oponthoud. Daarmee is het nog niet over met de pech. Aan het einde van de Hulk draaien we achter een lesauto de dijk op. Gaat prima totdat de chauffeur besluit plots op de rem te trappen met als gevolg dat Erik tegen de auto aanrijdt en op het asfalt terecht komt. Zo zie je maar dat een ongeluk is een klein hoekje zit. Zonder weinig erg kunnen we in Hoorn de eerste 80 kilometer van 2012 bijschrijven.