Gisteren dus. Wahlwiller. Waar heel Nederland onder een asgrauw mistdeken schuilgaat, is het hier helder doch bewolkt. De temperatuur is een enigszins aangename acht graden. Van voorjaar is absoluut geen sprake. Mijn kledingkeuze is wellicht wat risicovol: naast arm en beenstukken, een dik ondershirt met daarop een zomershirt. Winterhandschoenen en regenjack zijn opgepropt in één van de drie zakken van het shirt. Het valt me qua temperatuur mee.

In Nederland volgt de drie-eenheid van Loorberg, Camerig en Vaalserberg elkaar snel op. Halverwege de Camerig moet ik voor de zesde keer deze dag van mijn fiets om mijn afgezakte beenstuk op te hijsen. Op een of andere manier blijft het kledingstuk niet klem genoeg om mijn bovenbeen zitten.
Na de Vaalserberg wacht de vijf-eenheid met achtereenvolgend de Kruisberg, Eyserbosweg, Fromberg, Keutenberg en de Cauberg. Dat wordt afzien aangezien het beste er ogenschijnlijk af is. Mijn benen zijn volgelopen met allerlei niet weggewerkte en vers bijgekomen melkzuren. Masseur opzoeken.
Voordat de Fromberg in het inmiddels zonovergoten Limburgse landschap opdoemt, stroop ik de beenwarmers af en berg ze op in een zakje van mijn shirt. Blij dat ik mijn zonnebril op heb, mijn witte benen steken immers schril af, rijd ik de Kruisberg op. Zwaar. Eyserbosweg. Mogelijk nog zwaarder maar houd iets van cadans. Fromberg. Goed te doen. Keutenberg. Dat doet pijn! Ik Zeeuw me - luctor et emergo - worstel en kom boven. Dan gas geven op de Limburgse hoogvlakte naar Valkenburg. De Cauberg is mijn laatste slachtoffer. Gek genoeg gaat het best oké. Het doet pijn, maar het gaat. 'Niet opgeven!' De tekst van Pieter Konijn - toevalligerwijs momenteel afgespeeld op de tablet van mijn dochter - speelt door mijn hoofd. Wijze les van de heer Konijn, maar vooral van Robert van der Wulp 'trainen met een doel'. Een tweetal webinars heb ik onlangs bij hem gevolgd. Vooral de 'mindset van een pro' spreekt me aan. Gefocust om ook die laatste interval tot het uiterste te gaan.
De laatste kilometers zijn vlak. Een uitgelezen mogelijkheid om het gemiddelde op te voeren. Met een 25,1 gemiddeld, bijna 1700 hoogtemeters en 105 kilometer als totaalafstand ben ik zeer tevreden. Drie wezens springen tegen me op. Als ik goed kijk is één van de drie mijn nog-steeds-tablet-kijkende dochter en qua energie doet zij niet onder voor de twee teckels van de tante van mijn vrouw.