Kattengejank

Katten zijn gek. Althans de meeste. Sommige dan. Het duurste voedsel laten ze staan. Ze schijten liever bij de buurvrouw in de plant dan op de eigen kattenbak. Wij hebben twee van die gekken thuis. Kat Bobbie rent de 100 meter in 10 seconden. Houdt ervan om 's nachts hard te miauwen (ga slapen, kreng) en kotst bij tijd en wijle op de meest onhandige plekken. Verder hebben we niet veel aan Bobbie. Kat Wous is daarentegen volslagen idioot. Drinkt het liefst uit de wc of douche. Sprint af en toe luidt miauwend weg alsof de duivel hem op de hielen zit. Vangt regelmatig een muis of ander gespuis, speelt ermee tot het bijna dood is en laat het slachtoffer vervolgens ontsnappen. Al zes weken zit er een muis onder het aanrecht. Kater Wous beloert het diertje frequent, in de tussentijd zich afvragend hoe het knaagdiertje weer te pakken te krijgen. Hoewel Wous en Bobbie geen vrienden zijn, kunnen ze ook niet zonder elkaar. Wous althans. Regelmatig botviert hij zijn dominantie op Bobbie. Als poezenopvoeder grijp je dan in. Het is immers toch zielig? 

Wielrenners zijn net katten. Duur voedsel is niet aan ze besteed, pissen liefst in de berm, hebben last van dominantie en demarreren alsof de duivel hen op de hielen zit. Deze week was het Italiaanse katertje Danilo di Luca in opspraak; met zijn 1 meter 68 niet bepaald een kater te noemen. Dit recidivistje moest deze week even goed uit miauwen op de Italiaanse televisie. Het was allemaal niet eerlijk. Vorig jaar had hij weer eens van de verkeerde melk gesnoept (wc water is toch lekkerder) en meent dat 90% van alle andere fietsende katertjes dat nog steeds doen. Zelfs de Texaanse éénbalkater Lance Armstrong kreeg een haal, of was het juist een kopje? Verder vertelde Danilootje dat er motortjes in fietsen zitten. Alsof opwindmuizen uit zichzelf voortbewegen. Maak dat de kat wijs!

Danilo di Luca, bijnaam de killer van Spoltore, werd op 2 januari 1976 geboren. Als verdienstelijk amateur won hij de baby Giro. Het leverde hem een profcontract op bij Cantina Tollo. Als prof reed hij ondermeer voor Saeco, Liquigas, LPR, Katusha en Vini Fantini. Hij is onder meer winnaar van klassiekers zoals de Amstel Gold Race, de Waalse Pijl en verder tal van Italiaanse koersen. Zijn grootste overwinning behaalt hij in 2007 door de ronde van zijn eigen land, de Giro, te winnen. Hij bekent twintig jaar doping te hebben gebruikt. Ik heb hem in levende lijve ontmoet tijdens de start van de laatste etappe van de Brixia Tour.


Di Luca links met rechts Garzelli
De UCI spint ondertussen tevreden bij dit gejank. Immers: negatieve publiciteit is ook publiciteit. Uit de mand van voormalige vriendjes klonk een eensluidend gegrom, dikke staarten werden opgezet. Men speelde de vermoorde onschuld. Hoe durft die kleine killer toch? De Siciliaanse lapjeskat, winnaar van de Giro Nibali, zette de dikste staart op. "Hij is gek geworden, weet niet wat hij moet doen om geld te verdienen!" Zijn eigen nest vervuilen komt het op neer. Dezelfde Nibali die op luttele seconden tweede werd in de Ronde van Spanje achter de Amerikaanse Sphynx, de stokoude naaktkat Horner. Laatste uitermate verdacht van het nemen van stimulerende brokjes. Dat Nibali overigens uit Sicilië komt, doet zijn geloofwaardigheid uiteraard geen goed. 

Waar maken we ons zo druk over? Wordt er in andere sporten niet gefraudeerd? En in het 'echte' leven? Is het niet zo dat de renners 'gedwongen' worden te gebruiken. Je traint je suf, leeft helemaal voor je sport en vervolgens word je in alle standen eraf gereden. Vervolgens biedt je dierenarts je een wondermiddel aan. Dat is toch de kat op het spek binden! Wielrenners zijn niet gek. Althans de meeste. Sommigen dan. Mensen zijn gek! Aldus Wous en Bobbie.




Vliegen

Niet alleen de zware klim door het gevreesde bos met de hoge stijgingspercentages, alsmede de warmte en de vele andere fietsers maakte voor mij de beklimming van de Ventoux in 2004 zwaar, maar ook al die vervelende plakvliegen. Op diverse fora maken medebeklimmers gewag van die vervelende beesten, die een voorliefde voor zwetende fietsarmen schijnen te hebben. Overigens niet alleen op de Ventoux zijn er van die lastige beesten. Menig andere klim heb ik ze moeten verjagen. Vandaag heb ik ook last van vliegen, drie in totaal, die zich op enig moment op de IJsselmeerdijk richting Enkhuizen aan mij hechten. Helmloze vliegen die graag profiteren van mijn slipstream. De eerste vlieg plakt aan mijn wiel voorbij Schellinkhout. Vriendelijk doch dringend vraag ik hem solo verder te fietsen, daar ik geen verantwoording wil nemen voor helmloze coureurs. Het tweede helmloze insect maakt aanstalten zich hechten, zie zijn schaduw naderen. Ik trap het gaspedaal flink in, waardoor het dier al wapperend een prooi wordt voor de stevige zuidelijke wind. Het laatste geval van onnozel-, helmloos- en hersenloosheid, is een harker van formaat. Zwoegend en duwend rijdt hij voor me. Ik constateer een helm. Als ik dichterbij kom, blijkt de helm een koptelefoon van een formaat te zijn dat eenvoudig op de kop van een olifant past. Geen helm, doof voor verkeer; gaat lekker met de wielrenners zo! Ik tracht hem duidelijk te maken weg te wezen, maar hij verstaat mij uiteraard niet. Onhandig wurmt hij zijn koptelefoon van zijn helmloze hoofd, waarna ik hem hetzelfde duidelijk kan maken als de eerste plakker.
Gedenkmonument Casartelli


"Op 18 juli 1995 kwam Casartelli op 24-jarige leeftijd om het leven bij een valpartij in de 15de etappe van de Ronde van Frankrijk tijdens de afdaling van de Col de Portet d'Aspet. Hij kwam met zijn hoofd tegen een betonblok en overleed enkele uren later in het ziekenhuis. Hij droeg geen helm en volgens sommigen had een helm zijn leven kunnen redden." (bron: Wikipedia)

"Op 11 maart 2003, tijdens de tweede etappe van de rittenkoers 
Parijs-Nice, kwam Kivilev tezamen met Volker Ordowski en ploeggenoot Marek Rutkiewicz ten val in Saint-Étienne. Hij had een schedelbasisfractuur en twee gebroken ribben en raakte meteen in coma. Hij overleed de volgende morgen in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Kivilev droeg bij zijn val geen helm. Als gevolg van zijn ongeluk is door de UCI de helmplicht in alle wielerkoersen ingevoerd." (bron: Wikipedia)

Getuige was ik van Casartelli's val, de Olympisch kampioen van Barcelona in 1992. Het was bar slecht weer in Nederland. Mijn toenmalige vriendin was aan het werk en ik zat alleen bij haar ouders thuis. Wat te doen tijdens zo'n dag als deze? De NOS bood de oplossing door de hele etappe live uit te zenden. Ik weet nog zeer geschokt en emotioneel te zijn geweest bij het zien van de beelden.

 

Twee jaar geleden tijdens een afdaling van Hochfügen in Oostenrijk redde mijn helm waarschijnlijk mijn leven. Na een zware reisdag verliet ik het hotel om deze zware klim aan te doen. Als het klimmen al zwaar is vanwege de stijgingspercentages tussen 10 en 12% dan gaat afdalen heel snel. Nog vermoeid van de geleverde reis en inspanning daalde ik hard en onvoorzichtig af. De bocht kon ik onmogelijk houden, de begroeide bergwand kwam snel naderbij, brak mijn snelheid, deed mij van de fiets katapulteren en me met een salto op mijn hoofd landen. 'Krak' hoorde ik en dacht dat mijn rug of nek gebroken was. Gelukkig was ik in staat na te denken en op te staan. Mijn Giro Atmos had 'krak' gezegd en mij behoedt van invaliditeit of erger. 
Ik heb er overigens fysiek en emotioneel lang last van mijn val gehad. 


Niet alleen daarom rij ik altijd met helm, behalve op de Tacx uiteraard, dat is te warm, maar ook esthetisch is het tegenwoordig zeer verantwoord. De meeste helmen laten zich niet vergelijken met de pothelmen van vele jaren terug. Ze zijn aerodynamisch en werken zelfs verkoelend. In mijn geval werkt een helm kapsel behoudend, notoire ijdeltuit die ik ben. Wellicht kent u mijn kapsel zonder helm; een grote bos haar met krullen. Als hier de wind vat op krijgt, ziet het eruit als een klassieke afro coup. Dat is op zich prima, alleen nestelen de vliegen zich er zo makkelijk in.


Gilling

"Hoe hard rij jij in augustus?" vraagt de man mij. Ik moet hem het antwoord deels schuldig blijven, "hard hoop ik", zijn mijn woorden. Even voorbij Wormer heb ik hem ingehaald. Vrijwel direct schakelt hij bij en blijft in mijn wiel. Na de eerder gememoreerde dialoog blijkt hij dezelfde kant op te gaan als ik. Dat is lang geleden realiseer ik me, dat ik met een onbekende een stuk op fiets en aan de praat raak. Of ik wedstrijden rijd? Zijn vraag vleit mij. Ik ontken en stel hem dezelfde vraag. "Vroeger wel," antwoordt hij. "Bij de amateurs heb ik Olympia's Tour gereden, Ronde van Polen, ... Enigszins onder de indruk vraag ik hem naar zijn naam. "Co Gilling," luidt zijn antwoord. "Bent u dan toevallig familie van Bas Gilling?" "Dat is mijn zoon!" antwoordt hij. Ineens snap ik zijn fiets. Een zwart roze Giant met T-Mobile erop. Fiets van zijn zoon. Bas heeft in het seizoen 2005-2006 bij een zekere Jan Ullrich in het team gereden. Zijn vader naast wie ik nu fiets, is drievoudig Nederlands kampioen marathonschaatsen op kunstijs (1977, 1980 en 1981). Ook won hij viermaal de KNSB cup. De schaatsinformatie heb ik van internet. Co zelf vertelt dat hij voornamelijk aan schaatsen heeft gedaan. Me dunkt! Ik informeer wat Bas momenteel doet (werkt voor Specialized in Geraardsbergen) en spreken kort over zijn periode bij T-Mobile. Co zegt: "je snapt zeker wel waardoor hij het niet kon maken bij de Duitse ploeg." Ik snap hem, zonder het D-woord te gebruiken.




Bij Avenhorn nemen we afscheid. Hij vervolgt zijn weg naar Warmenhuizen en ik ga naar Hoorn. Mijn training van twee uur zit erop. Een gemiddelde snelheid van 30,8 met een hartslag van 135. De 1000 van Jan zitten er bijna op. Ik heb een goede basis gelegd. Vanaf volgende week volg ik het trainingsschema van Adri van Diemen in Fiets.