Huisdier

Vroeger las ik uitsluitend stripboeken. Veruit favoriet is Asterix & Obelix. Kan daarentegen ook erg van Suske en Wiske genieten. Tijdens mijn rit door de Noordkop van onze provincie gingen mijn gedachtes terug aan 'de schone slaper', een van de vele Suske en Wiske albums. In dit nummer wordt Jerom vanaf het begin gevolgd door een wolk. Laat ik nu in vergelijkbare situatie te hebben gezeten. Kwam er bij Jerom een eniszins volumineuze fee naar beneden, bij mij slechts een aanhoudend regen, variërend van miezer tot stort.


Zoals ik in een eerdere post memoreerde: ik kan goed in de regen rijden. Het aanhoudende slechte weer begint mij, en velen met mij, behoorlijk de keel uit te hangen. Na een kwartier ben ik het spuugzat. Vloekend zit ik op de fiets, een obsceen gebaar naar de grijze lucht makend. Een stilstaande automobilist aanschouwt met een meewarige blik mijn middelvinger, waardoor ik de belachelijkheid van mijn eigen actie begin in te zien. Wat nu te doen? Bij gebrek aan huisdier mijn vriendin gebeld en haar netjes gevraagd even te mogen schelden. Mijn vriendin is erg begripvol. En zo geschiedde het.


En ... opgelucht? Ik kan het een ieder aanraden! Zit het even tegen op fiets, werk of weet-ik-wat-allemaal. Pak de telefoon, vraag of het gelegen komt en scheld er flink op los! Je hebt het alleen niet van mij! Voordat je het weet wordt mijn blog door allerlei groeperingen belaagd en daar zit ik niet bepaald op te wachten.


Voel mij enigszins geroepen om de zin 'bij gebrek aan huisdier mijn vriendin gebeld' nader te verklaren. Geenszins wil ik een vergelijking maken tussen haar en het huisdier (zij leest mijn blog). Midas Dekkers schrijft namelijk in zijn boek 'poes' over het nut van een vierpotige kameraad. 'Wanneer je moe van je werk (of fiets) thuiskomt, begroeten je vierpotige vrienden je enthousiast zonder jou lastig te vallen met wat hun heeft dwarsgezeten.Terwijl je tegen je dier praat, houden zij hun mond, spreken je niet tegen. Vol begrip vallen ze op schoot of in mand in slaap. Doordat er meer gesproken dan geluisterd wordt, blijft er veel in de lucht hangen. Hond en poes, die beiden niet kunnen spreken, herstellen met hun geluister het evenwicht. Tot slot wordt het weggevangen overschot verteerd en op straat of tuin uitgekakt, zodat we toch nog over ons eigen gelul uit kunnen glijden.'

Ben overigens vandaag door de 7000 heen gereden. Precieze stand: 7056 kilometers in 2011. Zeven. Mooi getal. Zeker met zicht op Texel.

Op weg naar . . . de ronde van de toekomst

Oud maakt plaats voor nieuw. Met de Vélomédiane nog fris in de herinnering overpeins ik mijn fietsende toekomst. De oude aanhef bovenaan mijn blog 'op weg naar...Mallorca, Vlaanderen, Trois Ballons, giro Dolomiti en de Vélomédiane' heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe: 'op weg naar ... de ronde van de toekomst'. 


De wielervolger zal opkijken: ronde van de toekomst? 'Da's toch de Tour de l'Avenir, de Tour de France voor beloften'. 'Ja ook', zal mijn repliek zijn. Mijn ronde van de toekomst is nog nader invulbaar. Op weg naar een nog onbekende toekomst. Zeer waarschijnlijk zal deze toekomst geen cyclosportieve doelen meer bevatten. Na Vlaanderen en Rooks had ik stevig de balen van het gejakker, de drukte en de hype om bekende koersen te rijden. De Trois Ballons heeft mij bevestiging gegeven wat ik kan. De Vélomédiane was er één te veel aan. Ik kan hier niet meer van genieten.


Wat stel ik mezelf wel als doel? Lekker trainen, onbekende en rustige tochten rijden en vooral fit blijven. Ik sluit niet uit nog eens aan een cyclo mee te doen, maar ga er absoluut geen doel meer van maken. Genieten, genieten en nog eens genieten!

Vélomédiane Criquielion

Bovenop de Côte de Samrée parkeren we de auto. Het miezert en het is koud. Spoedig zetten Frits en ik de afdaling naar La Roche en Ardenne in om van start te gaan in mijn laatste koers van het jaar: de Vélomédiane Criquielion, vernoemd naar de Waalse ex-wereldkampioen Claude Criquielion en tevens peetvader van deze koers. De afgelopen weken heb ik, overigens beduidend minder fanatiek dan andere jaren, toegeleefd naar het slotstuk van dit seizoen. In La Roche scheiden onze wegen. Ik mag in het bevoorrechte vak starten, te danken aan mijn goede prestatie in 2009.

Om negen uur klinkt het startschot en zet het vak met bontgekleurde wielrenners zich in beweging om direct de Côte de Beausaint te beklimmen. Normaal gesproken rij ik hele groepen voorbij. Nu krijg ik een stijve nek van de vele renners die me voorbij schieten. Heb met mezelf afgesproken rustiger dan vorig jaar te starten. Toen heb ik mezelf flink opgeblazen. Bovenop de Beausaint kan ik me goed verstoppen in een grote groep. Na een nerveuze afdaling volgt een korte klim. Nu schiet ik een hele groep voorbij. Benen zijn in orde. De afdaling loopt daarentegen van geen kant, terwijl ik normaal gesproken goed daal. Groepen schieten me voorbij. Laat ze maar gaan; herstellen in de afdaling is het devies. In een deel van mijn hoofd begint zich overigens een redelijke ergernis af te spelen; die drukte en dat gejaag.

Op de Côte de Hives vanuit La Roche loopt het na een aarzelend begin fantastisch. Wederom haal ik veel anderen in en word zelf niet ingehaald. Mijn rug begint echter op te spelen: een prelude voor wat komen gaat. De volgende klims verlopen telkens goed, maar de onderrug speelt me meer en meer parten. Ook knie en kuit (kleine spierscheuring volgens masseur Hans) zijn me niet gunstig gezind. Op de Côte de Wibrin zak ik door de groep naar achteren. Opvallend dat iedereen hier in het midden van de weg gaat rijden. Niemand rijdt rechts! De al aanwezige ergernis vlamt op; mensen blijf toch nadenken! Eén verkeerde auto en we hebben hier..... De ergernis zorgt voor een stoot adrenaline. Rechts inhalend schiet ik naar voren, een man of zestig inhalend, op kop eindigend en als eerste bovenop te eindigen.

Na een natte en gevaarlijk afdaling volgt de Mur de Vélomédiane. Een verschrikkelijke klim met percentages tussen de 15% en 20%. Het gaat me wonder boven wonder goed af. Rij relatief rustig omhoog. Druk is het niet. Zit dus redelijk vooraan de wedstrijd. In het verleden was het hier slalommen. Bovenop sluit ik aan bij een lange dunne hoogblonde wielrenner: een soort broer van Gesink. Reed ik  vorig jaar tijdens de Sean Kelly niet achter hem? Tijdens de beklimming van de zwaarste klim van België, de Haussire, spreek ik met hem aan. Mijn vermoeden wordt bevestigd in gebrekkig Nederlands. Gezamenlijk rijden we naar boven. Op de Samrée trek ik flink door, mijn besluit heb ik inmiddels genomen. Ik stop ermee. Genoeg is genoeg! Pijn in rug en moraal. Even later arriveert ook Frits. Hij kijkt ervan op en besluit ook de pijp aan Maarten te geven.

Goddelijk

Pluvius is de bijnaam van de Romeinse oppergod Jupiter als regengever. Pluvius wordt volgens Van Dale (2005) ook wel gebruikt in de betekenis ‘regen’. De naam is afkomstig van het Latijnse woord pluvia. Regen heeft dus een goddelijke status! Nu verbaast mij weinig meer; er zijn zelfs personen die Bacchus als opperwezen vereren.

Regen is een vorm van neerslag, net als sneeuw (ijskristallen) en hagel (bevroren regen). Van regen wordt je zonder bescherming nat en koud. Een verkoudheid ligt op de loer. Wielrenners houden niet van verkoudheden; het vermindert het prestatievermogen tot 10%. Waarom ga ik dan, buienradar volkomen negerend, naar buiten? Het antwoord is simpel: het is nog droog en hopelijk valt het mee met de buien. Viel het mee met de regen? Regentechnisch gezien was deze rit een acht. Doorweekt in het kwadraat. Op zich houd ik van fietsen in de regen. Kan erg van het overtollige zuurstof genieten. 



Valt het Hoorn uitrijdend nog mee, bij Scharwoude gaan de hemelsluizen open. Het is altijd weer wachtend op het bijzonderene moment dat de concentratie regenwater zowel buiten als binnen de schoen nagenoeg even groot is. De eerste tien minuten zijn de sokken droog, daarna gaat het als het suikerklontje dat net in de thee gedoopt is. De droge sok slurpt het water als een dorstige hond op. Mocht er nog Toscaans wit aan de Trek zitten; deze spoelt weg alsmede het opgedroogde zout aan mijn helmbanden. Elk nadeel heb zijn voordeel.

Nabij Edam wordt de regen minder. Het wordt zelfs lichter. Helaas, helaas. Halverwege Edam en Monnickendam spot ik een donkergrijze rakker. Geen vezel van mijn kleding laat deze hufter droog. Moet zelfs de zonnebril opzetten ter bescherming van mijn ogen. Regenbril is een snel gemaakte flauwe woordspeling.

‘Gelukkig’ kan ik even afremmen voor de zoveelste bermwerkzaamheid. De grote tractor verspert de gehele weg voor een klein stukje berm, waardoor ik werkzaam ben in de berm. Ploeterend en vloekend baan ik mij een weg door het natte losliggende gras ternauwernood de grote wielen van deze bermambtenaar ontwijkend.

Voorbij Kwadijk begin ik te merken dat de regen langzaam in mijn spieren trekt. Daarbij begint er een knagende honger op te treden. Vlakbij Scharwoude neem ik de parallelweg om een nieuwe ontmoeting met een bermambtenaar te ontwijken. Hier zijn echter andere overheidsdienaren bezig geweest. De weg ligt vol met steentjes. Als het maar geen lekrijden wordt. Deze noodlottigheid wordt me gelukkig bespaard en rij na een training van anderhalf uur Hoorn binnen.

Inmiddels, een half uur na warme douche en dito maaltijd, is het droog en wordt het buiten lichter. ‘Na regen komt zonneschijn’ is zo’n heerlijk cliché en kan nog er 499 andere clichés bij bedenken.

Zonneschijn dus… De Zon is de ster waar de Aarde omheen draait en het helderste object aan de hemel. Wordt vooral gespot in Mediterrane landen en werd vereerd als de God Apollo.




Afwisseling

Afwisselend; zo mag deze training genoemd worden. Afwisseling in wegdek, omgeving en weer. Het miezert namelijk als ik vertrek. Snel terug om mouwstukken te halen. Even buiten Hoorn blijkt dit een geheel overbodige keuze. Het is benauwd en de mouwtjes verdwijnen snel in de achterzak om er nooit meer uit te komen. Via Grosthuizen rijd ik de Mijzepolder in. De Garmin heeft wat problemen met Powertap. Een reset op de Garmin brengt oplossing. Vlakbij Alkmaar vang ik de eerste bundel zonnestralen op.


In Alkmaar kan ik het niet laten om de over de kasseien van de Munnikenweg te dokkeren. Mijn bidons zijn echter te groot en te vol. Ze dreigen uit de houders te schieten. Met pijn in mijn hart ga ik maar op de klinkers rijden. Alkmaar laat ik vrij spoedig achter me en rijd via een mooie weg het prachtige dorp Bergen binnen. In Bergen besluit ik om de duinen in te rijden en niet de gewone weg aan te doen. Het eerste deel zijn klinkers, daarna wordt het een strade bianche, maar dan van de makkelijkste categorie. In het voorjaar is dit deel van de duinen door brand geteisterd. De trieste beelden spreken voor zich.


De duinen maken plaats voor de Hondsbosschezeewering. Sint Elisabethsvloed een doorbraak die een groot deel van de duinreep wegsloeg. De duinen werden nadien hersteld, maar de zee bleef de duinen afkalven aan zeezijde. In 1880 werd de kwetsbare zanddijk, die sinds eind 18e eeuw op de huidige plaats lag, belangrijk versterkt. De helmgrasbegroeiing op de glooiing aan zeezijde werd vervangen door een dek van basaltblokken. Deze zeedijk bleek eindelijk bestand tegen zware stormen. In 1981 werd de dijk op Deltahoogte gebracht, 11,5 meter boven NAP. hond', een oude oppervlaktemaat (bron: Wikipedia).


Na Petten, Callantsoog en het prachtige Oudesluis kom ik Kolhorn aan. Het dorp, gelegen aan de Westfriesomringdijk, lag tot 1844 aan de Zuiderzee. In de 17de en 18de eeuw namen de inwoners deel aan de walvisvaart. De ansjovisvisserij bracht in de jaren 1900 tot 1930 welvaart voor de inwoners van  het pittoreske dorp.




Terug in Rhenen

De Vélomediane komt eraan. Tijd om wat aandacht aan de korte intervaltraining te besteden. Na de heerlijke weken in Italië ben ik erg benieuwd hoe de benen er op de korte hellingen van de Utrechtse heuvelrug ervoor staan. Aangezien ik hier vaak heb getraind, kan ik een inschatting maken. Als de conditie goed is heb ik macht om tot boven vol door te trekken. De Koerheuvel in Rhenen is zo'n markant punt voor me. De macht is er. Lekkere training geweest met 5 series D3/W op de Amerongse berg. Ik kan je melden: dat is zwaar. Drie minuten aan de bak, afdalen en weer omhoog. Denk dat ik na serie vijf redelijk scheel zag. 

Het was overigens weer heerlijk om in dit gebied te trainen. Lang geleden dat ik hier heb getraind. Dit was voorheen elke twee weken. De liefde is er nog...

Ritorno Paesi Bassi

Terug in Nederland. Het is even omschakelen van het prachtige Toscaanse heuvellandschap (of berglandschap) met haar prachtige begroeide hellingen naar het vlakke, winderige Noord-Holland. Wat zijn de weilanden lenteachtig groen? Hebben jullie veel regen gehad...?

Afgelopen twee dagen lekker getraind. Maandag de benen laten vallen en dinsdag een pittige D2 training. De Toscaanse trainingen hebben mijn benen goed gedaan. Nog twee weken tot de Vélomediane Criquielion. Onlangs de inschrijving ontvangen en mag voor het eerst in het bevoorrechte vak starten. Dus Johan, trouwe volger van mijn blog, het lijkt me leuk om je daar eens te ontmoeten!

Laatste werkdag

Vakantie is leuk. Op vakantie zijn is mogelijk nog leuker. Het allerleukst is aanschouwen dat anderen naar hun werk gaan. Op de fiets kan ik daar uitermate van genieten! Strakke gezichten in auto of Italiaanse scooter. Ik word er vrolijk van. Enige nadeel is op tijd het bed uit en dat ligt met onze Italiaanse levensstijl enigszins lastig. Überhaupt  trainen wil nogal eens lastig zijn. De aperitivo’s en diners met heerlijke wijnen, Aperol en Prosecco laten de benen de dienst nogal eens weigeren. Het eerste uur veroorzaakt de alcoholische aanwezigheid stramme spieren, daarna draaien ze er vrolijk op los.

Donderdag de laatste dag op de Toscaanse wegen. Even voorbij Castellina haak ik mijn fiets bij een Vlaamse collega aan. Gezellig babbelend naderen we Radda. De Vlaming slaat af en ik klim vervolgens over de top naar Gaiole. Eenmaal in Gaiole draai ik mijn trouwe carbon metgezel en klimmen we terug naar de top en dalen af in richting van Arezzo. Een naderende rotonde is het teken om te keren. In een heerlijke roes klim ik omhoog. Wattage schommelt rond 280 watt; hartslag net aan in D2. Van de warmte heb ik geen enkele last meer. Voorheen kon deze mij nog parten spelen.

Over de top daal ik af naar Radda en volg de weg naar Greve. Begin inmiddels door mijn voorraad drinken te geraken. Een klein restaurant brengt uitkomst. Wat kan een koude Cola heerlijk zijn. Bidons vullen, afrekenen en weer op weg. Langs hellingen begroeid met wijnranken klim ik omhoog naar Castellina. Een strook bos biedt wat verkoeling. 15% geeft een Italiaans verkeersbord aan. De Italiaanse verkeersbordenambtenaar in kwestie heeft zijn hand lichtelijk overspeeld. De Garmin geeft een maximale stijging van 9% aan.

Bij bijna thuiskomst besluit ik nog een ronde extra te rijden. Monteriggioni is een mooi doel. Het oude vestingsstadje dateert van 1203. De stad is geheel ommuurd met veertien zwaar verstrekte torens die de noordgrens van het Siënese grondgebied moesten beschermen tegen Florentijnse invallen. Ten tijden van belegering ontstond regelmatig voedselschaarste voor de inwoners van Monteriggioni. Ouderen, gehandicapten werden dan zonder pardon buiten de poort gezet en kwamen in handen van de belegeraars. Ook ik blijf buiten de poort. Het dorpje hebben we onlangs bezocht en vervolg mijn weg naar het laaggelegen Castellina Scalo. Bij een vreselijk chagrijnige Italiaan haal ik een fles water. Er kan geen woord bij de besnorde kroegbaas af. Wat een schril contrast met de gastvrije Italianen die ik tijdens mijn vakantie heb ontmoet. Met een luidkeels uitgesproken  ‘mazzel’ verlaat ik deze tent. De laatste klim van de vakantie wacht. Qua stijgingspercentages vrij gemakkelijk. Enkele stukken van 10% zijn lastig. De lastigheid zit in de niet aflatend hard rijdende Italianen, geen beschutting en de warmte. Voorheen zou de motivatie tot in mijn carbonzolen zijn gezakt; nu trap ik steevast tot in Castellina in Chianti door. De laatste ‘werkdag’ zit erop. 600 schitterende Toscaanse kilometers liggen achter me en onze vakantie in het heerlijke Toscane ook. Gelukkig zijn we leerkrachten; we hebben nog drie weken….. 


Pluimvee

Mijn oma hield vroeger altijd van zwarte kip. Vaak op zondag rond een uur of vijf werd deze op tafel gezet. Vanillevla was mijn eerste gedachte. ‘Kom maar op’. Mijn oma was een verstandige vrouw. Het kleinst beschikbare lepeltje werd uit de lade gehaald en ondergetekende mocht proeven. Dat smaakte verre van vanillevla. Advocaatje leerde ik.

Chiantiër (of Chiantees) houdt daarentegen van zwarte haan; il gallo nero. Het logo van de Chianti streek. Overal kom je de haan tegen: op de flessen wijn, op verkeersborden. Er zit een legende achter. In vroegere tijden heerste er tussen de twee grote steden Firenze en Siena  grote rivaliteit. Regelmatig vonden er veldslagen plaats. Op zeker moment vond men het welletjes. Er moest een grens komen. Tegelijkertijd werd in Siena en Firenze een zwarte haan losgelaten. Het punt waar de dieren elkaar zouden treffen, zou vanaf dat moment als de offciële grens gelden. De bevolking uit Siena legde hun haan flink in de watten. De Firenziërs hielden hun zwarte trots hongerig. Deze ging ging snel op zoek naar voedsel. Dat maakt tot op de dag van heden het gebied van Firenze, door een hongerige zwarte haan, stukken groter dan van het concurrerende Siena.


Mijn route van vandaag loopt regelmatig door dit grensgebied. Ik ga stukken van L’Eroica doen. Rijden over de Toscaanse witte wegen: la strada bianche. Voorbij Radda het eerste stuk. Kasseien zijn zwaarder, dit is gevaarlijker. Grote stukken steen ontwijkend weet ik me redelijk te handhaven op de witte stofweg. In Gaiole volg ik de weg naar Siena en sla spoedig linksaf naar Brolio.  Een slingerende strade bianche klim brengt me aan de voet van het kasteel. Toscaanser kan bijna niet. Cipressen, strade en wijngaarden en dan het prachtige kasteel.

Ik vervolg de uitgepijlde Eroica route in de richting van Siena. Begin overigens genoeg te krijgen van de strade. Risico op valpartijen, lekke banden en materiaalschade is me te groot. Tevreden rijd ik even later op de geasfalteerde weg naar Siena. Deze weg ken ik van enkele weken geleden. Even een stukje strade en naar Castellina. Mijn parcourskennis waarschuwt me voor de steile strade klim en leg de ketting op het binnenblad. Wat rijdt dit raar? Lek! Vloeken. Band wissel en wegrijden. Volgende stuk strade. Wederom lek! Een enkele passerende Italiaan staat raar op te kijken van een vloekende en tierende Nederlander. Geen binnenbandjes meer bij me. Roos bellen en een half uur later ligt de fiets in de auto. Balen! Had nog flink stuk willen trainen. Wat ik nu ga doen? Ik denk hard aan een stuk kip. Haan is overigens ook prima.

Rome we kome

Heerlijk als plannen kunnen veranderen. Buiten Pisa geeft de Garmin een nog resterende afstand  van 452 kilometer naar Bolzano aan. Wat doen we onszelf aan? Zo’n enorme afstand om een stukkie te trappen! De keuze valt spoedig. Lekker terug naar Castellina en een weekend Rome eraan vastplakken. Vind ik het erg geen Giro te rijden? Neen, eigenlijk helemaal niet. Er zijn immers andere dingen in het leven. Deze gedachte had ik mezelf enkele maanden geleden overigens niet toegedicht. Ga hier lekker trainen om straks de Vélomediane te rijden. Mijn knie is het hier roerend mee eens. Deze stond redelijk in standje ‘protest’.

Op naar de Sellaronde

De afgelopen dagen heb ik met een rustdag op het strand lekker getraind. Het weer was zeer aangenaam. De temperatuur schommelde dagelijks tussen de 25 en 30 graden. Ik heb drie dagen afwisselend en in deze volgorde getraind: D3, D1 en D2. Totaal 215 kilometer gefietst. Erg tevreden en vooral erg veel genoten van de prachtige omgeving, prima wegen en het heerlijke klimaat. Opvallend hoe deze omgeving van het Chianti gebied verschilt met andere delen Toscane. Alleen al de vegetatie. Het is in dit gebied ruim en dik bebost. Heterogeen bos ook. Veel naaldbomen. Elders in Toscane de kaalslag soms ten top. Ook klimatologisch verschilt het flink. Het is hier wat koeler, frisse en meer zuurstof in de lucht. Een micro klimaat is me verteld.


Zaterdag 30 juli
Ik baalde nog erg van de-niet-opgeslagen-rit van donderdag. Heb daarom dezelfde rit nogmaals gedaan. Klimtijdrit vanuit Gaiole. Gedurende 12 minuten heb ik 343 watt (4,6 watt per kg) geleverd. Was erg tevreden met het resultaat. In zijn totaliteit kwam deze rit nog beter uit de bus met 31,5 gemiddeld met 1000 hoogtemeter. Klaar voor de Pordoi.

Zondag 31 juli
Vandaag een relatief rustige dag. Op aanraden ben ik naar Greve in Chianti gefietst. Prima weg met enkele mooie 5% klims erin. De klims heb ik in D1/D2 zone gereden. Heerlijk. Ook even geen muziek op mijn kop. Lekker peddelen en de gedachtes laten varen. Op de terugweg kom ik in Radda uit. Voor me een brug waar ik even later zelf overheen rijd. Een ouderwetse Mallorciaanse 270 graden bocht.


Dinsdag 2 augustus
We hebben besloten om samen naar de Dolomieten af te reizen, één etappe te doen en vervolgens enkele dagen Venetië eraan vast te plakken. Ik heb geen enkele behoefte om drie dagen daar alleen te verblijven. Te meer mijn knie niet helemaal in orde blijkt te zijn. Daarom rijd ik donderdag de mooiste etappe: de Sellaronde.

Maandag voelde ik me Mario Cippolini: een stranddag. Heerlijk! Vandaag een lange rit gemaakt. Op het heetst van de dag vertrokken vanuit Tregole. Van de warmte heb ik geen enkele last vreemd genoeg. In Castellina neem ik de weg naar Firenze om halverwege de afdaling in een schattig dorpje rechtsaf richting Greve te slaan. Ardens asfalt hobbelt onder mijn wielen door. Het is hier werkelijk adembenemend. Een prachtig beschaduwde klim brengt me naar 400 meter hoogte, afdaling in en rij bijna een schitterend gelegen restaurant in. Daar gaan we zeker nog eens naartoe. Vervolgens kom ik op de weg van zondag. De weg naar Greve. Na Greve gaat het naar 529 meter hoogte: een heuse passo: passo del Sugame. Een mooie afdaling naar de Val d’Arno volgt. Bij een benzinepomp bestel ik in mijn beste Italiaans een fles water. Het is hier warm en de weg is ronduit vervelend met druk verkeer. Na een kilometer of zeven in de drukkende warmte sla ik af om gestaag aan de laatste klim te beginnen. Ik kom op een splitsing: rechtdoor is de geplande route, rechtsaf staat Radda 11 kilometer. Laat ik de laatste maar nemen. Nooit doen! Ik kom op een klim waar je u tegen zegt. Twee kilometer aan 11,1% gemiddeld. Mijn knieën zullen me dankbaar zijn. Voordeel is wel dat je snel op hoogte bent. Dat is op 705 meter. Een molto technico afdaling volgt. Ook hier zijn de percentages heftig. Een moordenaar van een klim. Volgende keer! Spoedig arriveer ik in Radda. De weg naar Castellina is me nu bekend. Bij thuiskomst bijna 100 km, 1600 hm en 27 gemiddeld. Tevreden!