Tilff-Bastogne-Tilff

Een week en een dag later; een wereld van verschil. De Waalse Pijl versus Tilff-Bastogne-Tilff. Overeenkomsten en verschillen. Zo onwaarschijnlijk slecht ik vorige week reed, zo goed voelde en reed ik vandaag. Even wat cijfers:

Waalse Pijl
23,9 km/uur
128,7 kilometer
2387 hoogtemeters
5u22 netto fietstijd
18,5 hm/km
Snelheid versus hartslag index: 59

Tillf Bastogne Tilff
28,2 km/uur
177,7 kilometer
2728 hoogtemeters
6u17 netto fietstijd
15,3 hm/km
Snelheid versus hartslag index: 69

Opvallend verschil is er tussen de gemiddelde snelheid en daarmee ook de snelheid/hartslag index. Tilff kent beduidend minder hoogtemeters per kilometer. Daarmee is direct het verschil in snelheid verklaard - meer vlakke meters om de gemiddelde snelheid te vergroten. Qua hellingen en steiltegraden zijn beide parcoursen goed te vergelijken. Beiden kennen enkele van dezelfde lopers (Ancienne Barrière en Rosier oost) en beiden steile doch verschillende hellingen (Stockeu, Wanneranval t.o.v. Chambralles, Andrimont en Chevrofosse). De temperatuur is behoorlijk verschillend. Vielen de mussen vorige week bijkans dood van het dak, vandaag is het koel met gemiddeld vijftien graden. De windkracht is ongeveer dezelfde geweest. Mijn voorbereiding op de Waalse Pijl was matig - tweedaags van te voren nog heuvelop trainen en uitgebreid eten en drinken. Voor Tilff part time monnik; weinig alcohol en matig eten. Beide dagen er vroeg uit. Vandaag vertrekken we om vijf uur uit Hoorn. 

In mijn verslag over de Waalse Pijl schreef ik over mijn twijfel: is hardlopen van een toegevoegde waarde voor het wielrennen. Door het hardlopen is mijn spiergewicht flink toegenomen, terwijl mijn vetpercentage redelijk hetzelfde is gebleven. Daarom maar eens Tilff-Bastogne-Tillf van 2014 uit de boeken gehaald. Een grotendeels vergelijkbaar parcours. Met de hulp van Strava kom ik tot de conclusie: hardlopen heeft een marginaal positief effect.

Tillf Bastogne Tilff 2014
27,3 km/uur
149,8 kilometer
2819 hoogtemeters
5u29 netto fietstijd
18,8 hm/km
Snelheid versus hartslag index: 65

Hoe kom ik tot mijn - hardlopen heeft een marginaal positief effect - conclusie. Welnu drie jaar geleden woog ik zeven kilo minder met een gelijk vetpercentage. Een kilogram lichaamsgewicht scheelt 1,25% op de klimtijd. Doordat beide parcoursen grotendeels identiek zijn heb ik twee hellingen met elkaar op Strava vergeleken: de steile Chambralles in het begin en de gelijkmatige 5% Rosier op 100 kilometer.

Chambralles
2014: 9:56 (12,8 km/uur)
2017: 10:33 (12,1 km/uur)
Als ik de 1,25% regel toepas, zou ik 8,75% langzamer moeten zijn, resulterend in een 2017-tijd van 10:48. Dat scheelt slechts 15 seconden.

Rosier
2014: 16:11 (14,6 km/uur)
2017: 16:21 (14,5 km/uur)
Ik pas wederom de 1,25% regel toe. Mijn 2017-tijd zou dan 17:36 bedragen. Dat scheelt een dikke minuut. 

Voorlopige conclusie lijkt mij dat gewichtsverlies voor steile hellingen meer zoden aan de dijk zet en dat bij lange, minder steile hellingen de toename van spieren cq watts van toegevoegde waarde zijn. Ik had hier anders op ingezet. Ik had gehoopt met hardlopen mijn kracht op steile hellingen te vergroten waarmee ik mijn achilleshiel zou verkleinen. Opdracht: vet verliezen! 

Een overigens saillante overeenkomst tussen beide Tilffs is de schoenplaatproblematiek. Drie jaar geleden zat mijn linkerschoenplaat los en kon deze hersteld worden. Vandaag krijg ik mijn linkerschoen niet eens meer in het pedaal. De laatste dertig kilometer heb ik, met kramp als gevolg, niet vol kunnen rijden en dat kwam mijn tijd op de laatste klim niet bepaald ten goede.

Tijdens de laatste Tilff beklimmen we een juweeltje: de Cote de Chevofosse. Een afwisselende helling nabij Malmédy door het bos. Steil en goed lopend met een schitterend gezicht op de meanderende rivier de Warche, een zijrivier van de Amblève.

De Waalse heuvels liggen voorlopig achter me. De aandacht wordt gericht op Zwitserland. Een onderneming waar ik na Tilff met meer vertrouwen naar uitkijk.

Waalse Pijl

Soms is het alles, soms is het niks. Vandaag is het niks. Bij de eerste omwentelingen merk ik het aantal. Alsof het asfalt mijn wielen vast zuigt, de remmen blokkeren en/of een onzichtbare hand mij tegenhoudt. Hele groepen wielrenners rijden mij ogenschijnlijk gemakkelijk voorbij, terwijl ik mezelf omhoog ploeter. Een aantal jaar geleden was het anders. Ik reed anderen voorbij. Terwijl deze en andere destructieve gedachten mij voorbij vliegen staan er nog 120 af te leggen kilometers op mijn teller. Geen fijn vooruitzicht. Omdraaien is zeker geen optie.

Tot aan de eerste bevoorrading blijft het harken. Koortsachtig zoek ik verklaringen. Te zwaar? Ja, dat is waar. Zwaarder dan jaren terug. Zeker. Scheelt bijna 15 kilo. Toch heb ik serieus getraind zonder af te vallen. Veel hard gelopen. Zouden de daarmee gekweekte spieren de kilo's het niet af kunnen vallen mijn huidige gewicht verklaren. Ik vraag mij af de extra gekweekte spierkracht en dus kilo's nu een voordeel (meer power) of nadeel (extra gewicht) zijn bij het klimmen. Eén kilo lichaamsgewicht verminderen is toch 1,25% van je klimtijd inleveren? Ook mijn armen verzuren (houding) en bovenbenen zitten potdicht en voelen keihard aan (Schutz marathon). Ik tracht mijn concentratie te behouden en blijf veel drinken. Belangrijk, want het is de afgelopen dagen zeer warm geweest en dat gaat het straks ook worden.

Na de bevoorrading in de buurt van Vielsalm kom ik op een beter geschikt parcours terecht. Traag oplopende hellingen en veel dalen. Het gemiddelde kruipt omhoog tot de Stockeu zich aandient. 18% en ik kruip volledig verzuurd omhoog, passeer het lelijkste wielermonument ter nagedachtenis aan de grootste wielrenner en hark door naar de top. Gevaarlijke afdaling. Volgend monster. Wanneranval. 14%. De temperatuur is inmiddels Croma. Goed doorbakken bereik ik ook hier de top. In vliegende vaart gaat het naar beneden. Dit onderdeel van de wielersport gaat dan wel makkelijk af (door mijn gewicht). Op Strava allemaal persoonlijke records behaald - in de afdalingen.

Bevoorrading is prima. Laatste stuk met de zijkant van de Thier de Coo, vervolgens de Haute Levee en als afsluitende klim de Rosier oostzijde. Na de beklimming raas ik Spa in, zoek de auto op en spoel me af. Het water op mijn huid lijkt te stomen van de hitte. Ik ben leeg, moe en bijna verslagen. Volgende week Tilff-Bastogne-Tilff. Volgend ijkmoment. Ik leg de fiets in de auto en voel dat mijn band halfleeg met ongeveer op 4 à 5 bar staat. Hoe lang al?

Rood en wit wordt roze

Het moet ergens in het begin van de jaren '80 zijn geweest; zittend aan de keukentafel bij mijn opa en oma. Het was enkele uren na het warm eten. Mijn grootouders aten 's avonds brood en tussen de middag warm. De reden dat het uren later moet zijn geweest, komt doordat ik klaarblijkelijk fysiek in staat om aan de tafel te zitten. Meestal lag ik uit te buiken en bij te komen van de aardappelen-met-jussloot-gehaktballen-met-chocoladepudding als toe op hun bank. De radio - formaat transistor - stond op Langs de lijn. Mijn opa luisterde aandachtig naar het voetbal. Voetbal zei mij in die tijd hoegenaamd niets. Ik toonde uitsluitend beperkte belangstelling voor muziek. The Beatles wel te verstaan. Op school werd er wel over het voetbalspelletje gesproken. Ik ving daar het één en ander op zonder een echte bewustwording. Terwijl mijn opa aandachtig luisterde naar het commentaar op de radio, mijn oma op de hoek van de keukentafel zich verdiepte in het stoppen van mijn sokken, meldde ik mijn opa terloops: 'AZ is de beste club van Nederland.' Mijn grootvader verbrak zijn luisterconcentratie richting de radio, keek mij aan met een blik die het midden hield tussen onbegrip en ongeloof, en sprak mij ferm doch liefkozend toe met de woorden: 'er is maar één club en dat is Ajax.' Ik was enigszins uit het veld geslagen door zijn opmerking. Mijn opa was een zeer meegaand mens en dat hij mij, terwijl ik in de volle overtuiging was de juiste club te hebben gekozen, terecht wees, maakt tot op de dag van vandaag grote indruk.

Het werd zodoende het Amsterdamse rood-wit dat ik ging supporteren. Ajax rood-wit wel te verstaan. Ik leerde de spelers kennen, bezocht trainingen, ging op de foto met mijn helden Hans Galjé en Sonny Silooij,  spaarde voetbalplaatjes van Panini en begon de legende van Johan Cruijff te kennen. Helaas hebben mijn opa en ik niet lang samen van dezelfde club kunnen houden. Daags na de historische 14-0 op Red Boys Differdange overleed hij, terwijl ons cluppie later dat seizoen de inmiddels ter ziele gegaande Europa Cup 2 won.

Na jaren van grote liefde voor Ajax met onder meer het winnen van de UEFA Cup en de Champions Leaque werd mijn liefde tanende. Het te veel aan voetbal op televisie, het vreemde spelersbeleid van mijn club én mijn toenemende belangstelling voor het wielrennen.

Afgelopen jaren is de liefde voor Ajax weer groter geworden. Samen met zwager S. kijken we veel wedstrijden. Afgelopen seizoen werd een weergaloos seizoen. Ik merkte dat ik tijdens de laatste twee uitwedstrijden (Schalke en Lyon) bijna mijn opa werd - ik kon bijna de spanning niet meer aan. De finale werd behaald.

Oude en nieuwe liefde kwamen afgelopen week samen. Ajax op het punt om de Europa Leaque te winnen - 'we' dienden eenvoudig even af te rekenen met die Engelse stumperds én Dumoulin die de Giro d'Italia gaat winnen. Een week van rood-wit en roze zoals Studio Sport hun programma kleurrijk betitelde. 

Mijn geest kwelt mij soms en stelde mij een vreemde vraag: kiezen tussen Ajax of Tom die mag winnen? Wie laat ik winnen? Voor de een is het 22 jaar geleden, de ander heeft 'slechts' etappes gewonnen. Ik kwam er niet uit. Woensdag 24 mei draaide uit op een enorme deceptie. Ajax komt er niet aan te pas. Zeer teleurgesteld verlaat ik de televisie. Hoop richt zich op Limburgse Tom. Daags voor Ajax' finale verliest hij twee minuten door het inmiddels beroemde 'poep-incident'. De kans dat rood-wit en roze in één week verloren zullen gaan, brengt mij uit evenwicht. Dit kan en mag simpelweg niet mogelijk zijn. Zeker niet nadat vorig jaar een zeker lijkende roze overwinning van Kruijswijk verloren ging. 

Het gaat bijna weer verloren. De etappes van donderdag, vrijdag en zaterdag kijk ik in het zuiden. Hemelvaartvakantie. Fietsen vanuit het CCR in de Ardennen en daarna verblijf bij familie in Limburg. Donderdag houdt Dumoulin ogenschijnlijk moeiteloos stand in de Dolomietenrit. Vrijdag gaat het roze verloren op de steile weg naar Piancavallo. Een nieuw en bijna persoonlijk drama dient zich aan. Terwijl ik op zaterdag in de hitte mezelf door de Waalse Pijl ploeter, blijven mijn gedachte bij de Giro. Bijblijven Tom. Samen met Maastrichtenaar Frans kijken we de laatste spannende bergetappe. Dumoulin beperkt de schade in het algemeen klassement en laat mij hopen. Zondag wordt de dag. Tijdrit! Samen met zwager S. en schoonvader cq Maastrichtenaar kijken we de rit. Stopwatch gezet op het moment dat Dumoulin van het startblok afschiet. Het resultaat is bekend. Dumoulin wordt de eerste (mannelijke eer ik commentaar krijg) renner sinds Zoetemelk die een grote ronde wint. Toch merk ik bij mezelf het uitblijven van het explosieve juichen dat het voetbal zo kenmerkt. Kennelijk brengt het plotselinge doelpunt meer euforie met zich mee dan de uitkomst van de tijdrit. Geen euforie. Wel opluchting. Gerechtigheid bestaat nog in de sport. 

Als je rood en wit mengt, dan krijg je ... juist ja. Mijn opa had het geweldig gevonden.