Amstel Gold Race

Het is geen sinecure; het staat er echt! De klok produceert een drie, een vijf met een afsluitende nul en in deze volgorde; tien voor vier 's ochtends. Tien voor vier 's ochtends. Dat het hier twee keer staat is geen kopieerfout of beginnend Alzheimer. Het is bedoeld om u de ernst van de situatie te doen inzien. De Amstel heb ik zojuist gefietst. Het ging niet goed. Te laat van start gegaan, omdat mijn contactlenzen er niet in wilden. Mijn schoenen en helm ben ik vergeten. De klok loopt tegen tienen. De heuvels zijn afgrijselijk steil. De Cauberg is naar Maastricht verplaatst. Dromen kunnen zo belachelijk zijn, maar geven een duidelijke afspiegeling van de geest. Amstel Gold Race. Deze drie woorden sieren sinds januari mijn agenda en staan in mijn bewustzijn gegrift.

Rick staat met zijn bolide voor ons huis. De lange reis naar Limburg wacht. Onze dag gaat beginnen.  Voor enkelen gaat de dag eindigen: lallend en herrie producerend, deze schijnen onlosmakelijk verbonden te zijn, komen ze de kroeg uit rollen.

Kwart voor acht zetten onze benen zich in beweging. Op naar de eerste klim en tevens test. Vorig jaar voelden mijn benen hier al slecht. Benieuwd hoe het nu gaat.

De toerversie van de Amstel Gold Race bestaat uit verschillende afstanden. Traditiegetrouw rijd ik de 150 kilometer. Eigenlijk bestaat deze versie uit drie delen met op elke derde een bevoorradingspost. Het eerste deel, een opwarmer, voert vanuit Valkenburg naar Maastricht, Bemelen en via St. Geertruid naar de eerste ravitaillering nabij Gulpen. Het geeft me de gelegenheid de benen te testen en vooral rond te kijken naar allerlei malloten die zich per fiets voortbewegen.

De Geulhemmerweg komt eraan en gaat mij uitsluitsel geven over de vorm van de dag. Het valt me niet tegen, sterker nog, tegen het einde van de klim voel ik me goed. Dat geeft de fietsende burger moed.


Ik hoor er niet meer bij, is de gedachte die door mijn hoofd schiet. Ik dacht er juist wel bij te horen getuige mijn vers geschoren benen, strakke (wellicht iets te) Garmin outfit en nieuwe fiets. Onjuist! Volkomen onwaar! Een aantal factoren mis ik namelijk: een camera op mijn helm, een opbollend parachutevormig windjack, sportschoenen in de toeclips en een klassiek stalen frame. Al deze fietsende malloten zorgen voor de nodige afleiding van de pittige heuveltjes. Ook opvallend en nageaapt van de heren Wiggins, Geschke en Paolini is de opkomst van de baard bij mannen van middelbare leeftijd waartoe ik ook behoor. 

De bevoorradingspost nadert. Het gemiddelde staat op ruim 30 kilometer. Doelstelling van deze dag is sneller rijden dan vorig jaar. Proberen voor 29 te gaan, maar 30 zou geweldig zijn.

Het tweede deel van de Amstel is het deel van de lange, glooiende klimmen. De eerste die we aandoen is een prachtexemplaar: de Loorberg. Bovenop staat een ander prachtexemplaar en wat mij betreft de idioot van de dag. Uitrustend van de klim met een sigaret in zijn handen. Wat een knoeier en de ongekroonde koning in deze processie van idioten! Je zou welhaast denken dat carnaval 40 dagen te laat is.

De klims van de Camerig, Wolfhaag en Vaalserberg verlopen prima. Bij de afdaling door Vaals schrik ik. De politie maant ons rustig te dalen; een collega toerfietser ligt op de grond. Hij ligt er slecht bij. De ambulance kondigt met sirenes haar komst aan. Met mij enkele anderen praat ik erover. Daarna wordt er doorgefietst. De koers staat niet stil. Bij de laatste ravitaillering is mijn gemiddelde 30,3.
Eyserbosweg

Het derde en laatste deel. Pijn lijden. Steile beklimmingen. Kuitenbijters. Hufters. Gaan ze mijn gemiddelde omlaag brengen? De eerste van vijf gaat goed. Kruisberg heet deze. Afdalen. Gemiddelde 30,1. Eyserbosweg volgt. Blij met mijn kleine verzet. Gaat erg goed. 29,8. Volgende is de Huls. 29,8 Het gemiddelde blijft schommelen rond de 30. Gelukkig komt er een stuk waarin ik het voordeel ben; het 'vlakke' stuk via Heerlen tot aan de Fromberg. Ik rij me het schompes en ik kom met 30,1 aan de voet van de Keutenberg aan. Na 130 kilometer krijgt ook deze hufter me niet eronder. Bovenop het plateau 29,8. Tot aan de voet van de Cauberg kan ik behoorlijk vaart maken. Afdalen van de Daalhemmerweg doet het gemiddelde goed.



De Cauberg is het slotstuk van de dag. Halverwege word ik voorbij gestoven door een zwaar gebouwde man . . . op een elektrische fiets. In de groep lotgenoten wordt gelachen. 'Valsspeler,' roep ik hem lachend na.

Bovenop de Cauberg maak ik extra vaart. De finish nadert. Het gemiddelde staat op 30.2 kilometer. Ik rij juichend over de finishlijn. Ik ben een half uur sneller dan vorig jaar! Dan blijkt dat mijn gps niet de juiste afstand heeft: 137 staat er op de display. De werkelijke afstand volgens de organisatie is 143,2. Even rekenen en dan rolt 31,5 als gemiddelde eruit. Ongelofelijk!

Als u Holland (niet Nederland) en Hollanders in het echt wilt zien, ons land wilt uitleggen aan buitenlanders: kom naar het finishdorp van de Amstel Gold Race. Holland op z'n 'best'. De hele carnavaleske optocht komt hier samen, drinkt Amstel bier, wil op de foto met de rondemissen, luistert naar de keiharde smakeloze Holland muziek, boert, ruft en maakt een vreselijke herrie. Zou Saint-Saëns geleefd hebben, zou hij een prachtige compositie van maken: 'carnaval des idiots.'
Video
Klik op de foto om mijn video te bekijken.

Doorslapen, duinen en dijk

De tas gepakt, fiets schoongemaakt, eten gekocht, alarm op zes uur gezet; alles is in gereedheid voor Veenendaal-Veenendaal gebracht. Dochter Elisa beslist echter anders. Zij is normaal een goede doorslaapster, wordt 's nachts nooit wakker, maar heeft juist deze nacht uitgekozen om ons huis vocaal flink op te schudden. Dag nachtrust, dag Veenendaal-Veenendaal.




Even na achten rijd ik richting Purmerend. Vanochtend heb ik ter compensatie van de gemiste toertocht een lang alternatief uitgedokterd. Via Purmerend, Wormer, Uitgeest naar de duinen om bij Schoorl de Westfriese omringdijk op te pakken. Ik moet en zal de geplande kilometers en bijbehorende tijdsinspanning compenseren en het liefst overtreffen. Het gaat goed. De laatste 20 kilometers over de IJsselmeerdijk van Enkhuizen naar Hoorn zijn zwaar. Strakke wind op de kop. Het gemiddelde van 33,2 loopt langzaam terug. Die 33 kilometer wil ik absoluut houden. Moe, uitgewoond maar zeer tevreden arriveer ik een kleine vijf uur na vertrek in Hoorn. Goede generale voor de Amstel Gold Race van komende zaterdag. Ik bedank onze dochter voor het wakker houden, dit was een betere voorbereiding en stop haar in bed.


Run bike run

Zaterdag 5 april: d1 duurrit
De melodie blijft zich in mijn hoofd herhalen. Wat ertegen te doen? Afstappen van mijn principes en oordopjes indoen? Of toch accepteren, hoe hemeltergend het ook is. Als een metronomische klok tikt ook mijn geweten aan de binnenkant van mijn hoofd. Wel...niet...wel...niet om de uiteindelijke beslissing 'wel' te nemen, ondanks alle risico's van dien. Ik plug de oortjes van mijn mobiel in en zet deze op standje Dream Theater. Rond negen uur rijd ik Hoorn uit. De melodie in mijn hoofd lijkt verdwenen. Wat een verademing. Voortvarend rijd ik via Edam, Monnickendam naar Durgerdam waar de nieuwe omstandigheden me te veel worden. Na een korte handeling treedt de rust weer in mijn hoofd. Geconcentreerd trappend en hartslag voortdurend in de gaten houdend zet ik koers richting Purmerend, de last van de ochtend ligt al lang en breed achter mij. De zon breekt door de wolken; het laatste half uur dient zich aan. Zonder erg en moeite bereik ik Hoorn. 103 kilometer, blauwe hemel en leeg hoofd. Nietsvermoedend kom ik thuis aan en tref vrouw en kind spelend aan. Een moment van opperst geluk wordt wreed verstoord op het moment dat zij het tergende kindermelodietje van de vroege ochtend volkomen onbewust en zich van geen kwaad bewust inzet. Hier kan geen Dream Theater tegenop.

Zondag 6 april: run bike run
Tijdrit rijden. Oef. Niet mijn bepaald sterkste punt. Ik kan nogal een watje zijn en tijdrijden doet zo'n pijn. Tijdens training nopen mijn gedachten mij nogal eens tot opgeven of het vinden van een excuus, wat tijdens een wedstrijd onmogelijk is of althans lijkt. Jezelf een watje vinden is nogal wat, maar als anderen dat denken door je tergend hard voorbij te racen. Tijdens het warm rijden doen de benen zeer en sta ik in gedachte al op een minuut.

Het plenst. Grote plassen verschijnen voor de ijsbaan de Westfries in Hoorn. De rugnummers hebben we opgespeld.
Zwager Samir neemt het lopen voor zijn rekening, ik de tijdrit. Tegen elf uur wordt het minder nat. De lopers staan klaar voor hun 5 kilometer. Na het startschot fiets ik naar het startvak, waar ik met enkele andere duo's ons apart opstellen. De eerste lopers dienen zich spoedig aan, wisselen van schoeisel en springen op hun fiets. De spanning neemt toe, ik haal enkele keren diep adem. Samir tikt me aan, ik spring op mijn fiets en haal klimmend de eerste renner in. Dat geeft vertrouwen. Eenmaal het viaduct over heb ik spoedig twee andere renners ingehaald. Ik besluit te gaan tellen.
Tijdens de verkenning viel mijn oog op een lastige bocht. Onder droge omstandigheden een kandidaat buikschuiver, maar nattigheid en gras maken de bocht zeer verraderlijk. Een seingever gebaart mij. Door de bocht gekomen wordt het me duidelijk waarom. Mijn voorganger met modder besmeurde oranje tricot krabbelt overeind. Bermtoerist en nummer vier van de inhaallijst. Meer en meer renners haal ik in. Ingehaald word ik niet. De tel raak ik kwijt. In mijn hoofd is geen ruimte meer voor bijgedachtes, slechts voor euforie. Halverwege de tweede ronde haal ik Jacques Beemsterboer, oprichter van de Nadine Foundation, in. Ik moedig hem aan.

Het laatste stuk doet pijn. De concurrentie is beter, maar slaag er toch in enkelen op dure tijdritfietsen en ook wedstrijdrijders in te halen. Naar de finish toe staat de wind pal op de kop. Nog even naar boven rammen, afdalen en dan zit mijn rit erop. Het spreekwoordelijke stokje geef ik aan Samir door. Snel droge kleding aan en op weg naar de finish. Samir finish niet veel later. We worden vijfde van de vijftien duo's. Een goed gevoel overheerst bij ons, een kleine euforie bij mij. Tot volgend jaar!