Twee

Twee ritten boven de honderd. 
Twee ritten in uiteenlopende richtingen.  
Twee ritten op vrijdag. 
Twee ritten terug in de bovenkamer van mijn herinneringen.
Twee soorten herinneringen; zwart en wit.


De spanning van de tegenzin valt te snijden. We zijn met zeven: boezemvriend Arthur, Radjesh, Martin, Mark, Cor, Fred met coach Jolanda verdeeld over twee auto's. Onderweg naar Den Helder. Sporthal de Sportlaan. We hebben er nimmer gewonnen. Vandaag zal het ook niet gaan lukken. Thuis in sporthal De Vredehof al een flinke afstraffing gehad. 

Elf jaar ben ik. Voetballen mag niet van mijn ouders. Wielrennen speelt flauw op de achtergrond. Al kijk ik wel naar de Tour de France. Het ossenkopstuur is in de mode bij de profs. Het stuur is de voorganger van het hedendaagse triatlonstuur. Dat wil ik ook op mijn sportfiets, waarmee ik met mijn ouders vele fietstochten maak. De handremmen maken het omdraaien van het platte stuur onmogelijk. Daarom het stuur ietwat schuin gedraaid, waardoor ik om mijn Batavus het gevoel van wielrenner krijg. Elf jaar ben ik. Na judo wil ik wat anders. Een Anton Geesink schuilt niet in me. Tijdens wedstrijden bij Frits van der Werff word ik binnen de kortste keren buiten de mat gesmeten. Arthur - net zo min een judoka - heeft dan al een blauwe maandag gebasketbald. Samen melden we ons aan bij basketbalvereniging de Hoppers. We spelen enkele wedstrijden bij de welpen om na de aspiranten nu bij de kadetten uit te komen. We zijn alles behalve een sterrenteam. Verliezen doen we vaker dan winnen. Er zijn weinig teams minder succesvol. 

Sporthal de Sportlaan. We hebben in onze basketbalcarrière er vaak gespeeld. De twee velden in het verlengde van elkaar, waardoor je tijdens één van de twee helften het gevoel van een eindeloos speelveld hebt. De koude kleedkamers. Gedeelde douche met je tegenstander als het vol was. Geuren van Doppeldouche, tevens sponsor van de club uit Den Helder. Later ook bekend als Directbank, Noordkop. Het negatieve publiek op de tribune; de arrogantie en gevoel van suprematie druipt ervan af. Den Helder is in die jaren het basketbalbolwerk van Nederland. De club is toonaangevend in Nederland. De jeugdopleiding is uitstekend; ze zijn een soort Ajax binnen de basketbalwereld.

In deze omgeving staan we met knikkende knieën in het veld. Cor Appelboom, de grootste en meest macho van ons, staat klaar voor de sprongbal. Hij verliest. We verliezen. Niet zo'n klein beetje. We verliezen erg. Het scoresheet is te klein. Onder zware druk staan we. Elke bal wordt afgepakt. Ze vliegen over onze hoofden. Links en rechts krijgen we dunks tegen. We hebben een keer gescoord. Driepunter van Fred. Dat zou hij in de tweede helft herhalen. Arthur en ik hebben ons eigen hoogtepunt. We dollen de lange center van de tegenpartij. Eén van ons komt erdoor in scoringspositie. En mist! Na vijftig minuten speeltijd staat de eindscore op het volgeschreven scoresheet: 256 tegen 10. We druipen af. Gezichten naar beneden. Snel voorbij de arrogante blikken van het Helders publiek de douche in en weg uit Den Helder.

Jarenlang keer ik er terug. Tot midden twintig speel ik er. De laatste zeven jaar als coach van een fantastisch meidenteam. Ik kan me niet herinneren ook daar met 'mijn' meiden te hebben gewonnen. Een enkele keer ben ik in Den Helder met mijn vader om het scheepvaartmuseum te bezoeken. De overige keren is Den Helder de oversteekplaats naar het prachtige Texel, waar we fantastische en voor mij speciale schoolkampen hebben.

Vandaag keer ik terug in Windy City. Het meest noordwest gelegen deel van Nederland en het vasteland van Europa. De sfeer en aangezicht van de marinestad is even nagenoeg onveranderd gebleven. De gebouwen doen DDR-Duits aan. Een prachtige heenrit heb ik gehad. Noord-Holland staat in bloei; tulpen, narcissen en hyacinten. Het kleurt en geurt het vlakke land tussen Hoorn en Den Helder. Den Helder steekt er schril bij af. Weldra arriveer ik bij sporthal de Sportlaan en fotografeer ik in retroperspectief.



Zeven dagen later om zeven uur 's ochtends. Een weer van verschil. Zon heeft plaatsgemaakt voor een dik grijs wolkendek. Korte broek is lange broek. Van april naar mei. Met mijn moeder in Maarssenbroek afgesproken om samen mijn oudste dochter Rosa op te halen. De wind is in tegenstelling tot het weer erg gunstig. Noordoost. Het grootste deel zal de wind mij voortduwen. Mooi voor een D1 rit. 

Maarssenbroek. Vier keer per maand de ontmoetings- of afscheidsplek van Rosa. Mijn nichtje met haar man en twee kinderen woont er. Maar nog meer de plek waar mijn werkzame leven een aanvang nam. Kort na de HAVO en een halfslachtige poging op de PABO te doen, besluit ik te gaan werken. In navolging van mijn toenmalige vriendin wil ik naar Utrecht. In Hoorn heb een korte periode in een dierenwinkel gewerkt. Wellicht dat er in Utrecht en omgeving in die branche werk is. Op een zonnige woensdagochtend stap in de trein - ik heb nog de beschikking over de geweldige uitvinding OV kaart - en arriveer in Utrecht. In de Biltstraat is een mooie aquariumwinkel, sinds mijn zesde een hobby, waar de verkoper mij adviseert, na mijn vraag naar werk, om in Maarssenbroek te gaan praten. Na twee gesprekken ben ik aangenomen. Een klein jaar houd ik het uit bij dierenspeciaalzaak Alberts in Bisonspoor. De sfeer en spanning in de winkel is door de eigenaresse vaak om te snijden. De winkel is er inmiddels niet meer. Een grote dierenspeciaalzaak buiten het centrum heeft de concurrentieslag ruimschoots gewonnen.

Na Broek in Waterland, in wat ik de buik van Noord-Holland noem - het wonderschone natuurgebied tussen Monnickendam en Amsterdam, loopt de weg licht omhoog. De Volgermeerpolder, een voormalige vuilnisbelt van Amsterdam waar in de jaren '60 onder toezicht van corrupte Amsterdamse ambtenaren tonnen met gif van met name Philips-Duphar werd gestort, is sinds 2006 een wonderschoon veengebied. De verontreinigde ondergrond is met niet waterdoorlatend plastic ingekapseld. Eroverheen is een veenvegetatie aangelegd. Na Amsterdam krijg ik de koude wind op de kop. In het mooie Noord-Hollandse Muiden vervolg ik mijn weg zuidwaarts of beter Vechtwaarts. Deze rivier ontstond ongeveer 600 voor Chr. als deel van de Rijndelta. Zowel in de Romeinse tijd als tijdens de Middeleeuwen heeft de rivier een belangrijke functie. De Vecht meandert door het Utrechtse en Noord-Hollandse landschap. Zo slinger ik ook heen en weer. Het is een prachtig en enigszins elitair gebied met haar vele kasteeltjes, mooie dorpen en prachtige stadjes. Nabij Maarssenbroek laat ik mijn geplande route in oostwaartse richting afwijken om een rondje Loosdrechtse plassen te doen. Eenmaal in Maarssenbroek gearriveerd ben ik te vroeg. Een ronde om kasteel de Haar en het dorp Haarzuilens maak ik om extra kilometers te maken. Met 113 kilometer besluit ik deze tweede rit door de spelonken van mijn herinneringen.

Geen opmerkingen: