Zuid Limburg

"Reed jij niet net daarzo?, vraagt de besnorde man, gekleed in een vaalgroen jack, wijzend met zijn hand schuin naar beneden in de richting van het kaalslag van de Vaalserberg. "Euh ja," antwoord ik hem enigszins stamelend en tevens verrast door zijn vraag. "Dan heb je er ook de vaart in!" antwoordt de man. Glunderend en aangenaam verrast door dit compliment passeer ik het monument van het Drielandenpunt. Aardig de vaart erin, herhaal ik een aantal keer in mezelf, alvorens ik zonder handschoenen de koude van de afdaling opzoek. 

Buienradar; wat een geweldige app en uitvinding! Op het scherm van mijn telefoon prijkt een pracht van een regengebied dat het komende uur over Zuid-Limburg zal gaan trekken. Het plan om een lange tocht door het heuvelland te maken, laat ik varen. In plaats daarvan nip ik ontspannen aan de koffie bij de oom en tante van Roos. Rustig afwachten, over een uur klaart het op. Inderdaad. Een uur later is het droog. Alvorens de heuvels op te zoeken, parkeer ik de auto in een buitenwijk van Maastricht. Als verzamelaar van US Postal kleding heb ik via Marktplaats twee tenues op de kop getikt, die nog in mijn verzameling
ontbraken. Het grijze tenue droegen Armstrong en zijn ploeg tijdens de laatste etappe van de Tour de France in 2003. Na deze zwaarbevochten zege stelde Armstrong met hulp van team en .... in 2004 orde op zaken. Met vijf etappezeges hulden zij zich in het blauwgele tenue, waar het geel staat voor de Livestrong gedachte, de organisatie voor kankerbestrijding die tijdens deze Tour aan een opmars bezig was. Denk hierbij aan de vele gele Livestrong bandjes die door renners, niet-renners, politici en allerlei artiesten werden gedragen. Armstrong was op dat moment de grootste ster aan het firmament der sporters. 




 Vandaag hul ik mij in het blauw van de Garminploeg van ploegmanager Jonathan Vaughters, tevens oud teamgenoot van Armstrong en fel tegenstander van doping. De training van afgelopen zondag op de Amerongse berg, heeftmij geïnspireerd door de langste klim van Nederland, de Camerig, op te zoeken en deze driemaal achter elkaar te nemen. Om de zaken in het lichaam op scherp te zetten, besluit ik telkens aan de voet van de klim een sprint in te zetten. De eerste maal haal ik twintig seconden, waarna ik instort. De tweede maal haal ik zelfs dertig seconden. En bij de derde poging haal ik bijna de veertig seconden, waarna mijn benen tijdelijk functie weigeren. 


Het weer is inmiddels opgeklaard. Regen heb ik niet gehad, slechts last van een stevige westenwind. In de verte, op de hoge toppen van de Ardennen, zie ik sneeuw liggen. De wind heeft het wegdek goed doen opdrogen, waardoor ik mijn trainingsgebied van de Camerig verlaat en via de pas van de Wolfhaag (Gemmenich) naar het Drielandenpunt rijd. Wat heeft men hier huisgehouden; de prachtige dennenbomen die de flanken van Neerlands hoogste col flankeerden, zijn allemaal weggehaald ten baten van de houtwinning. Wat een troosteloos aangezicht. Ik behoud een aangename cadans en kom vlot en goed boven. Bovenaan staat een klein gezelschap, vermoedelijk een gezin, op de weg. Een man in een vaalgroene jas richt zich tot me: "reed jij niet net daarzo?"

Geen opmerkingen: