Voorjaarsklassieker

Binnen drie minuten zitten mijn zwarte mouwen onder de Brinta. Het zicht vanachter mijn zonnebril is als een bril met de verkeerde sterkte. Tussen mijn tanden knarst het juist ingenomen zand. Een halve Veluwse heuvelrug spoelt via mijn gelaat door gebit mijn maag-darm stelsel in. 

Al enkele weken geleden heb ik me voorgenomen om de Voorjaarsklassieker van tourvereniging Het Scherpe Woud te gaan rijden als voorbereiding op de Klimklassieker en de Waalse Pijl in mei. Maar wat te doen als de barometer op standje depri staat en het ene schip met zure appels na het andere arriveert? Gewoon om zeven uit Hoorn wegrijden met als eindbestemming Scherpenzeel ten zuiden van Amersfoort.

Na de inschrijving rijdt een groep juist voor me weg. Ik haak mijn karretje aan en zet me spoedig op kop om een signaal van niet-profiteren af te geven. Het opspattende water van de wielen van mijn voorgangers betekent mijn tweede douche van vandaag. Ook de hemelsluizen staan open. Weldra arriveren we na een lange gestage klim in Amersfoort. Hier doen we ook enkele hellingen aan. De laatste ligt bezaaid met verkeersdrempels waardoor het gemiddelde stijgingspercentage schijnbaar opgekrikt wordt.

Een belevenis is de korte ronde rondom vliegbasis Soesterberg, de eerste belangrijke militaire vliegbasis van ons land. Het in 1910 aangelegde vliegveld wordt gezien als de bakermat van het vliegverkeer in Nederland. In 1911 vertrok de eerste proefvlucht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nemen de Duitsers bezit van het terrein. In de laatste jaren van de oorlog wordt de basis door de geallieerden stevig gebombardeerd. In 1951 is Soesterberg weer operabel. Vanaf 1954 nemen de Amerikanen met hun '32nd Fighter Group' de luchthaven over. Veertig jaar lang bepalen zij het vliegende beeld. De laatste jaren tot aan de sluiting in 2008 vliegen de helikopters van de luchtmacht af en aan. Ook wij draaien rondjes rondom de basis om als laatste de voormalige startbaan over te steken.

Op weg naar de heuvelzone is het gestopt met regenen. Na een korte pauze stellen we ons aan elkaar voor. Er wordt wat gegeten. In de tussentijd trek ik een extra set armstukken aan. Ze zorgen voor een beetje extra warmte aan de koude armen. De Ruitenberg, de hel van Leersum - een slecht liggende klinkerbeklimming - en de Amerongse berg zijn de voornaamste obstakels van de Utrechtse heuvelrug. Tijdens de beklimming van de laatste voel ik de jus uit mijn benen verdwijnen. Ook de recent opgelopen spierscheuring speelt me parten. Op de top omdraaien, mijn metgezellen bedanken en via een korte afsteek het parcours naar de finish naar Scherpenzeel oppikken. Een staalgrijze lucht laat zijn kletsnatte vracht boven me los. 

Na de finish probeer ik zo goed als mogelijk mezelf van mijn natte kleding te ontdoen. Is nog een training op zich. Zittend in de achterbak, kletsnatte sokken van koude voeten afstropen, vervolgens via hetzelfde proces de volgebrintade arm en beenstukken. Dan het onvermijdelijke halfnaakt staan doordat shirt en ondershirt uit moeten worden gedaan en tenslotte met natte wielerbroek de spijkerbroek in. Het geheel neemt een tien minuten in beslag. Tot slot gaat de bemodderende fiets de auto in, liter chocomel voor het herstel naar binnen gieten en op de terugweg naar huis. Milaan-San Remo!


Geen opmerkingen: