Rood en wit wordt roze

Het moet ergens in het begin van de jaren '80 zijn geweest; zittend aan de keukentafel bij mijn opa en oma. Het was enkele uren na het warm eten. Mijn grootouders aten 's avonds brood en tussen de middag warm. De reden dat het uren later moet zijn geweest, komt doordat ik klaarblijkelijk fysiek in staat om aan de tafel te zitten. Meestal lag ik uit te buiken en bij te komen van de aardappelen-met-jussloot-gehaktballen-met-chocoladepudding als toe op hun bank. De radio - formaat transistor - stond op Langs de lijn. Mijn opa luisterde aandachtig naar het voetbal. Voetbal zei mij in die tijd hoegenaamd niets. Ik toonde uitsluitend beperkte belangstelling voor muziek. The Beatles wel te verstaan. Op school werd er wel over het voetbalspelletje gesproken. Ik ving daar het één en ander op zonder een echte bewustwording. Terwijl mijn opa aandachtig luisterde naar het commentaar op de radio, mijn oma op de hoek van de keukentafel zich verdiepte in het stoppen van mijn sokken, meldde ik mijn opa terloops: 'AZ is de beste club van Nederland.' Mijn grootvader verbrak zijn luisterconcentratie richting de radio, keek mij aan met een blik die het midden hield tussen onbegrip en ongeloof, en sprak mij ferm doch liefkozend toe met de woorden: 'er is maar één club en dat is Ajax.' Ik was enigszins uit het veld geslagen door zijn opmerking. Mijn opa was een zeer meegaand mens en dat hij mij, terwijl ik in de volle overtuiging was de juiste club te hebben gekozen, terecht wees, maakt tot op de dag van vandaag grote indruk.

Het werd zodoende het Amsterdamse rood-wit dat ik ging supporteren. Ajax rood-wit wel te verstaan. Ik leerde de spelers kennen, bezocht trainingen, ging op de foto met mijn helden Hans Galjé en Sonny Silooij,  spaarde voetbalplaatjes van Panini en begon de legende van Johan Cruijff te kennen. Helaas hebben mijn opa en ik niet lang samen van dezelfde club kunnen houden. Daags na de historische 14-0 op Red Boys Differdange overleed hij, terwijl ons cluppie later dat seizoen de inmiddels ter ziele gegaande Europa Cup 2 won.

Na jaren van grote liefde voor Ajax met onder meer het winnen van de UEFA Cup en de Champions Leaque werd mijn liefde tanende. Het te veel aan voetbal op televisie, het vreemde spelersbeleid van mijn club én mijn toenemende belangstelling voor het wielrennen.

Afgelopen jaren is de liefde voor Ajax weer groter geworden. Samen met zwager S. kijken we veel wedstrijden. Afgelopen seizoen werd een weergaloos seizoen. Ik merkte dat ik tijdens de laatste twee uitwedstrijden (Schalke en Lyon) bijna mijn opa werd - ik kon bijna de spanning niet meer aan. De finale werd behaald.

Oude en nieuwe liefde kwamen afgelopen week samen. Ajax op het punt om de Europa Leaque te winnen - 'we' dienden eenvoudig even af te rekenen met die Engelse stumperds én Dumoulin die de Giro d'Italia gaat winnen. Een week van rood-wit en roze zoals Studio Sport hun programma kleurrijk betitelde. 

Mijn geest kwelt mij soms en stelde mij een vreemde vraag: kiezen tussen Ajax of Tom die mag winnen? Wie laat ik winnen? Voor de een is het 22 jaar geleden, de ander heeft 'slechts' etappes gewonnen. Ik kwam er niet uit. Woensdag 24 mei draaide uit op een enorme deceptie. Ajax komt er niet aan te pas. Zeer teleurgesteld verlaat ik de televisie. Hoop richt zich op Limburgse Tom. Daags voor Ajax' finale verliest hij twee minuten door het inmiddels beroemde 'poep-incident'. De kans dat rood-wit en roze in één week verloren zullen gaan, brengt mij uit evenwicht. Dit kan en mag simpelweg niet mogelijk zijn. Zeker niet nadat vorig jaar een zeker lijkende roze overwinning van Kruijswijk verloren ging. 

Het gaat bijna weer verloren. De etappes van donderdag, vrijdag en zaterdag kijk ik in het zuiden. Hemelvaartvakantie. Fietsen vanuit het CCR in de Ardennen en daarna verblijf bij familie in Limburg. Donderdag houdt Dumoulin ogenschijnlijk moeiteloos stand in de Dolomietenrit. Vrijdag gaat het roze verloren op de steile weg naar Piancavallo. Een nieuw en bijna persoonlijk drama dient zich aan. Terwijl ik op zaterdag in de hitte mezelf door de Waalse Pijl ploeter, blijven mijn gedachte bij de Giro. Bijblijven Tom. Samen met Maastrichtenaar Frans kijken we de laatste spannende bergetappe. Dumoulin beperkt de schade in het algemeen klassement en laat mij hopen. Zondag wordt de dag. Tijdrit! Samen met zwager S. en schoonvader cq Maastrichtenaar kijken we de rit. Stopwatch gezet op het moment dat Dumoulin van het startblok afschiet. Het resultaat is bekend. Dumoulin wordt de eerste (mannelijke eer ik commentaar krijg) renner sinds Zoetemelk die een grote ronde wint. Toch merk ik bij mezelf het uitblijven van het explosieve juichen dat het voetbal zo kenmerkt. Kennelijk brengt het plotselinge doelpunt meer euforie met zich mee dan de uitkomst van de tijdrit. Geen euforie. Wel opluchting. Gerechtigheid bestaat nog in de sport. 

Als je rood en wit mengt, dan krijg je ... juist ja. Mijn opa had het geweldig gevonden.

Geen opmerkingen: