John's Ventoux

Een aantal maanden geleden heb ik het met Rob erover gehad, dat dit jaar enigszins bijzonder is, want hij is veertig geworden en ik word zestig in augustus. Dat betekent samen honderd en dat mag toch wel speciaal genoemd worden. Nadat alle voorbereidingen getroffen waren, een bijeenkomst gepland en de Nadine Foundation het doel werd, zijn we woensdag richting Provence vertrokken en donderdag bij het huisje gearriveerd.

Zaterdag is het zover. Maar voordat dit kan plaatsvinden, moeten er op donderdag en vrijdag nog de nodige inspanningen worden gepleegd. Nadat we donderdag arriveerden, snel de auto uitgepakt en we konden eigenlijk niet wachten om de stalen, pardon aluminium/carbon, ros te beklimmen. Een rondje gemaakt van ongeveer 30 km. De spieren zijn los. 

De volgende dag was de planning in de ochtend te fietsen met Erik en Danilo. Die nacht regende het bij voortduring en die ochtend kon er niet worden gefietst. Balen natuurlijk, de planning loopt in de war en morgen is ‘de tocht’. Het alternatief was het programma dan om te draaien en hebben we twee caves met een bezoek vereerd. Wijntje geproefd, niet te veel, want dan kan ik het vanmiddag wel schudden. Tegen het eind van de middag, het weer klaarde enigszins op, zijn we op de fiets naar Malaucène gereden. De eerste echte klim is daar. Het begin is weer even wennen, het ritme moet nog worden gevonden. Maar geleidelijk gaat het beter en blijkt dat we toch zo’n 13 km aan het klimmen zijn geweest. We keren om en gaan als een beest naar beneden, snelheden van 60 km worden moeiteloos overschreden. De afdaling was groots en we fietsten weer terug naar camping ‘Carpe Diem” in Vaison la Romaine. Ik heb het gevoel dat dit een goede generale was. Maar dan slaat toch de twijfel toe, moet ik een bergverzet plaatsen. Ik laat me adviseren. Nee, dat is niet nodig, morgen is minder zwaar dan vandaag.

Het is zaterdag, het is zover, het weer ziet er goed uit. De fiets, bidons en kleding worden in orde gemaakt. De spanning en nervositeit nemen toe. Ik ga stokbrood halen en met z’n allen ontbeten. Brood met jam en pannenkoeken met suiker worden verorberd. De koolhydraten zijn binnen.

Dan stappen we in de auto en rijden naar de uitgang van de camping, daar staat de familie van Driel al klaar. We rijden eerst naar Malaucène, maar onderweg merk ik, dat ik niet alle spullen heb meegenomen. Dat betekent draaien en terug naar de camping. De familie van Driel rijdt vast door en gaat de gehuurde fietsen ophalen. We ontmoeten elkaar bij de fietsenwinkel en rijden vervolgens door naar Bedoin.

Op het parkeerterrein aan de voet van de berg, kleden wij ons om. Iedereen is klaar voor vertrek, zeggen de vrouwen en de kinderen hun moeder gedag. We wensen elkaar succes en sterkte toe.

Het begin gaat vrij aardig, het percentage loopt langzaam op naar 6%, totdat ineens de steilheid toeneemt naar 10%. Dit zal zo’n 10 km aanhouden. Tijdens de klim hoor ik de ‘gillende’ meiden langs scheuren. Even verderop word ik op de gevoelige plaat vastgelegd. Ik ben boos op mezelf. Ik zit al op het kleinste blad voor en ik moet nog zo ver. Had ik het advies maar in de wind geslagen en zelf de keuze gemaakt een ander verzet te nemen. Maar ja, nu is het te laat, fietsend gaat dat echt niet lukken.

Ik word verrast, Sylvano komt naast me fietsen en moedigt mij aan door te zeggen: “Zwaar, hé John” en fietst in rap tempo bij mij vandaan. Het wordt bijten, de kilometers vorderen. Het is zwaar. Voor zit ik namelijk al op het kleinste blad en achter op het grootste. Ik heb geen uitwijk mogelijkheid meer. Een Engelse lady komt naast mij fietsen en we maken een praatje. Zij vertelt, dit is nog zwaar maar bij chalet Reynard, neemt de zwaarte af. Onderweg kom je ook steeds weer dezelfde toeschouwers tegen, die zich ook verplaatsen en je aanmoedigen. Deze oppeppers heb je nodig.

Ik kom Erik tegen en vraag hem hoe ver we zijn, ik verstond kilometer 11 of 12. Dat was even een teleurstelling, chalet Reynard is dan nog 5 à 6 km. Het blijkt dat we al verder zijn dan we denken en chalet Reynard zie ik opdoemen, het is geen fata morgana, maar echt zo. Hier slaan we linksaf, maar niet voordat Erik eerst nog bedelt voor een volle bidon. Het laatste stuk van de klim gaat beginnen. We hebben een redelijk tempo, maar ik hoor gekraak achter mij, de ketting van Erik is eraf. Ik kijk wel om, ik twijfel wachten of doorgaan. Ik kies voor het laatste en draai de pedalen in een goed tempo rond. De wind neemt toe en hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. Het is een prachtig gezicht, de ruige top komt komt naderbij. Ik voel me goed, ik begin ook een beetje te herstellen. Ineens hoor ik de naam van Sylvano tegen de berghelling galmen. Ik schrik en stop. Kijk achterom of er niets met hem is gebeurd, maar zie niets. Ik stap weer op, maar het tempo en regelmaat laten iets te wensen over. Nog een paar bochten te gaan. Rob komt samen met Danilo bij me rijden. Zij zijn al boven geweest, maar komen kijken hoe het met ons gaat. Ze kletsen wat met elkaar, maar ik probeer met hierdoor niet te laten afleiden. Het waait steeds harder, Rob komt naast me fietsen en wil mij uit de wind houden, ik sla in eerste instantie het aanbod af. Nee Johnny, je moet gebruik maken van de mogelijkheden en ik roep Rob, die nu een beetje schuin voor mij komt rijden. De top komt steeds dichterbij, ik zie Marijke en Rosanne staan en dat doet me goed. Dat betekent dat ik er bijna ben. Nog één bocht en nog een stukje 13%, waarna ik de finishlijn passeer. De Mont Ventoux is bedwongen. Rob en ik vallen elkaar in de armen, ons doel is geslaagd, samen honderd boven op de Ventoux.

Moe, maar zeer voldaan dat ik het heb gehaald. Marijke is blij dat het is gelukt, in de bergen rijden is niet haar ding, maar ze had dit niet willen missen. Ik kleed me dik aan, het is boven een graad of vier en een zeer harde wind. Op de top kom ik de Engelse lady weer tegen en steekt haar duim omhoog, nice. Het wachten is op Dimara en Erik. Wanneer Josette, Dimara waarneemt, gaat zij uit haar dak. Zodra Dimara boven is, stapt zij af en gaat op de grond zitten, helemaal stuk. Wat een kanjer dat zij het heeft gered. Erik komt vlak na haar binnen, kramp was de boosdoener. We vallen elkaar in de armen, we hebben het geflikt. We zijn superblij en supertrots op elkaar. Alle vijf boven, dit mag toch wel een topprestatie worden genoemd. Op verschillende locaties op de top worden foto’s gemaakt. Maar het is nog niet klaar, Rob, Danilo, Erik en ik zullen de afdaling via Malaucène doen, de anderen stappen in de auto en dalen af naar Bedoin en zullen de gehuurde fietsen terugbrengen. Ik houd mijn dikke kleding aan, is ook wel nodig, het waait en de snelheid doet de rest. De afdaling is aanstaande, maar dan loopt de ketting van Danilo eraf. Rap wordt deze er weer op gelegd en de afdaling kan daadwerkelijk beginnen. Rob en Danilo grijpen hun kans en rijden als een speer weg, je ziet dan alleen nog twee stipjes. Erik en ik doen het iets rustiger aan, maar ook nu weer worden hoge snelheden bereikt. Wat een schitterende afdaling, mooie lange stukken met af en toe een rem moment. Beneden aangekomen in tempo naar de camping. Het had niet mooier kunnen zijn. Het was zwaar, maar het uiteindelijke resultaat mag er zijn.

Het is gelukt, we hadden geen motto, maar nu ik terugkijk hadden deze uitspraken niet raar geklonken. ‘Met Rob naar de top’ of ‘Samen honderd, de berg beklommen en weer afgedonderd’.

1 opmerking:

Theo zei

Wat een berg hè...gefeliciteerd met jullie prestatie ook nog voor een nobel doel! Ik was er hetzelfde weekeinde en trof precies de mindere dag er voor.