Ventoux: klimmen voor Nadine

Onder frisgroene platanen in het pittoreske dorpje Bedoin staan we klaar voor de start. Bedoin; een dorpje van niets. Lag ze niet aan de Ventoux verdween ze in de anonimiteit der schattige Franse dorpjes. Bedoin is de uitvalsbasis om de Ventoux vanuit de meest beroemde en volgens velen zwaarste kant om de Geant de Provence te beklimmen.


Dimara en Sylvano hebben in Malaucène twee prima racefietsen gehuurd. Zij zijn dus ook klaar voor départ. Even na half elf, na de gebruikelijke groepsfoto’s, rijden we door Bedoin om voorbij de startstreep in de armen van de kale berg te worden opgenomen.

Samen met Danilo rijden we het glooiende landschap van de eerste zes kilometers van de beklimming. Hier en daar een klein gehuchtje afgewisseld met uitgestrekte wijnvelden waar bloeiende rozenstruiken signaalposten zijn van aanslagen van ongedierte. Waar nu en dan sprinkhanen of luis de wijnvelden terroriseren, doen wij met vele anderen dat onszelf aan. Wat een wielrenners trachten hier de Ventoux te trotseren. Normaal gesproken tel ik het aantal ingehaalde wielrenners. Vandaag begin ik er maar niet aan.

‘Danilo, de bocht komt eraan!’ waarschuw ik mijn jonge reisgenoot, alsof hij stekeblind zou zijn. ‘Nu gaat het echt beginnen’, voeg ik eraan toe. Het bos is prachtig. Afwisselde steiltes tussen 8 en 11%, nergens verder kunnen kijken dan pakweg 200 meter, de groene struiken en de prachtige rotspartijen. Geen vliegen. Nabij kilometer 12 doemt de enige haarspeldbocht op. Danilo neemt de steile binnenkant. Ik volg. De jonge renner trekt even flink door. Het begint zeer te doen. We praten wat over de toenemende pijn. Plots zegt mijn fietsgezel: ‘als je beseft wat een pijn Nadine moet hebben gehad, dan mogen we ook wat pijn lijden’. Een rilling trekt over mijn rug. Kippenvel moment. Mijn gedachtes gaan uit naar Nadine, die ik als kleutertje nog in mijn stageklas heb gehad, haar ouders Jacques en Wanda en zus Jacqueline. De pijn vermindert evenals de stijgingspercentages. We naderen rap Chalet Reynard. Plots horen we een hels geschreeuw. De vrouwen rijden ons met de auto voorbij. Even later staan ze stil en worden we gefotografeerd. Nog even en we naderen de maan.

De maan is me niet gunstig gezind. Ik heb last van steken en de benen geven aan dat ze het genoeg vinden. Danilo’s benen niet. Metertje voor metertje rijdt hij bij me weg. Auw. Ik besluit hem te laten rijden en een eigen ritme aan te houden. De Garmin geeft om de kilometer trouw aan hoever de top nog verwijderd is. De wind blaast afwisselend in gezicht en duwt me in de rug. Nog even en ik ben bij het monument. Net zoals andere jaren groet ik Simpson in gedachte en tik gelijkende Eddy Merckx even tegen mijn helm. Veel tijd om na te denken heb ik niet. De laatste kilometer nadert. Een andere renner haalt me in. Ik herpak me en haal hem spoedig weer in. Boven staan de dames te zwaaien. Een arm kan ik nog opsteken. De laatste bocht nadert. Een fotograaf wil zijn kaartje afgeven, maar poeier hem af. Wind knalt op de kop. Daar staat Roos. Mijn rechter wijsvinger wijst naar boven. Daar doe ik het voor en uitgeput val ik Roos in de armen.


Nadat ik ben bijgekomen zetten Danilo en ik de afdaling in om met de anderen op te rijden. Het is koud en er staat een behoorlijke wind. Een kilometer of vier onder de top komen we John en Erik tegen. Benieuwd waar Sylvano en Dimara zijn! Lang hoeven we niet op antwoord te wachten. Sylvano is al bijna boven! Onze monden vallen open van verbazing. We klikken onze schoenen in en zetten koers richting top. Daar komen de vrouwen aan. Ik geef een brul: 'Sylvano is al bijna boven'. Wij hadden 'de vlo' tijdens onze afdaling immers gemist. Zij gelukkig niet, maar keren op deze berg is welhaast onmogelijk. Syl komt alleen op de top aan en wordt warm geknuffeld door een Belgische dame. Sport verbroederd!


Ik rij met John mee naar boven. Tijdens de laatste kilometer zet ik mijn kopman nog even uit de wind en laat hem de laatste honderd meters voorgaan. Leuk om samen te finishen. John geniet zichtbaar van zijn fantastische inspanning.


Kort na John arriveert plots Dimara. Ze is haar vader nog voorbij gestoken. Uitgeput zet ze zich op het asfalt neer. We hoeven niet lang op Erik te wachten. Met een gelukzalige glimlach arriveert ook hij op de 1900 meter hoge top. We zijn compleet. Fototijd!
1 uur en 36 minuten. Twee minuten van mijn recordtijd afgehaald. Tevreden. Erg tevreden. Veel minder getraind dan vorige poging in 2009. Danilo is inmiddels al tijdje boven. Ik had nog even uitstel van executie gehad willen hebben, maar hij is me toch voorbij gestreefd. ’s Avonds overhandig ik hem symbolisch een stokje. Deze mag hij van me overnemen.


Geen opmerkingen: