Amstel Gold Race

De Amstel, zoals Boogerd altijd zei. Il ritorno. 2009 voor het laatst. Nummer zes. Trainingsdoel. Uitkijken naar. Ligt me. Korte klims. Soms lang. Eyserbosweg. Prachtig. Vergezichten. Naar uitgekeken. Hard voor gewerkt. Grandeur. Champagne. Blik en training gericht op. Finale. Alles of niets. Niets dus.... Gek hoe deze gedachtes door mijn hoofd spoken, als ik mezelf door het Vijlenerbos ploeter. Stoppen, opgeven, afsteken en excuses verzinnen. Alles schiet door mijn hoofd als de kramp in mijn voor en achterkant van de bovenbenen mij parten speelt. Het melkzuur komt uit mijn oren. Bovenop de Camerig meld ik mijn mederijders, Rick, Ton en Jan, niet op mij te wachten. Bij de eerste klim merk ik al dat het niet goed zit in vergelijking tot andere jaren. Mijn benen blokkeren simpelweg. Ontploffingsgevaar.

Groenteboer jaloers
Bij de tweede bevoorrading stort ik me op de Isostar. Drinken, vocht, drinken, vocht is het devies. Hopelijk verdwijnt de kramp. Wellicht rekken. Auw! Geen goed plan. Op naar de Kruisberg. Ik nestel me in twee Italiaanse wielen. Zij zien de Kruisberg en schrikken enigszins. In mijn beste Italiaans meld ik ze: 'uno piccolo Mortirolo.' Ze schieten in de lach. Dit in tegenstelling tot mijn benen. Zij protesteren. Eyserbosweg idem dito. Rick, Ton en Jan rijden me voorbij, waar ik in het verleden een cartouche kon afschieten. Bovenop is mijn achterstand niet groot. Ik worstel me in hun wiel. De Huls in Simpelveld is het volgende obstakel. Achterstand op de groep. In Heerlen haal ik de groep bij, waar ik getuige ben van een akkefietje tussen een, op de rijbaan bevindende, wielrenner en automobilist. Wielrenner reageert zich af op de auto, die zich in zijn ogen snijdt. Een klap op het aluminium van de auto volgt. Daarop reageert de bestuurder verbolgen. Terecht! Als deze Waalse brokkenpiloot mij vervolgens rechts tracht te passeren, wijs ik hem terecht in een raar gesprek: 'you drive very dangerous', 'no I do not',  'Yes you do.' Einde conversatie.

Bij de Fromberg vind ik mijn benen terug. Klimmen gaat goed. Klein omloopje na de afdaling en op naar de Keutenberg. De kramp schiet er bijkans weer in. Rustig blijven en weten dat het tweede deel van de klim meevalt. Bovenop wachten Rick en ik op onze twee kompanen. De wind bovenop de Keut wacht en dat is beter gevieren dan solo of in duo te doen. Het loopt goed. Plots rijden Rick en ik met twee. We vliegen door de dorpjes en suizen via de Daalhemmerweg Valkenburg in. De Cauberg loopt redelijk. Rick wacht boven en samen rijden we over de finish, waar ik Rick meld: 'dit had Hans Last niet bedacht toen we samen op de basketbalbank naast hem zaten.'

Uiteindelijk rijd ik een gemiddelde van 28,4 kilometer en ben tevreden. Nee, trots omdat ik niet heb opgegeven en er uiteindelijk doorheen ben gekomen. Toch had ik beter van de griep moeten bekomen en afgelopen week niet zo intensief moeten trainen. Ook qua drinken had ik het beter moeten doen. Uitkijken naar de klimclassic en hoe de benen zich dan zullen gaan houden.

Geen opmerkingen: