Goddelijk

Pluvius is de bijnaam van de Romeinse oppergod Jupiter als regengever. Pluvius wordt volgens Van Dale (2005) ook wel gebruikt in de betekenis ‘regen’. De naam is afkomstig van het Latijnse woord pluvia. Regen heeft dus een goddelijke status! Nu verbaast mij weinig meer; er zijn zelfs personen die Bacchus als opperwezen vereren.

Regen is een vorm van neerslag, net als sneeuw (ijskristallen) en hagel (bevroren regen). Van regen wordt je zonder bescherming nat en koud. Een verkoudheid ligt op de loer. Wielrenners houden niet van verkoudheden; het vermindert het prestatievermogen tot 10%. Waarom ga ik dan, buienradar volkomen negerend, naar buiten? Het antwoord is simpel: het is nog droog en hopelijk valt het mee met de buien. Viel het mee met de regen? Regentechnisch gezien was deze rit een acht. Doorweekt in het kwadraat. Op zich houd ik van fietsen in de regen. Kan erg van het overtollige zuurstof genieten. 



Valt het Hoorn uitrijdend nog mee, bij Scharwoude gaan de hemelsluizen open. Het is altijd weer wachtend op het bijzonderene moment dat de concentratie regenwater zowel buiten als binnen de schoen nagenoeg even groot is. De eerste tien minuten zijn de sokken droog, daarna gaat het als het suikerklontje dat net in de thee gedoopt is. De droge sok slurpt het water als een dorstige hond op. Mocht er nog Toscaans wit aan de Trek zitten; deze spoelt weg alsmede het opgedroogde zout aan mijn helmbanden. Elk nadeel heb zijn voordeel.

Nabij Edam wordt de regen minder. Het wordt zelfs lichter. Helaas, helaas. Halverwege Edam en Monnickendam spot ik een donkergrijze rakker. Geen vezel van mijn kleding laat deze hufter droog. Moet zelfs de zonnebril opzetten ter bescherming van mijn ogen. Regenbril is een snel gemaakte flauwe woordspeling.

‘Gelukkig’ kan ik even afremmen voor de zoveelste bermwerkzaamheid. De grote tractor verspert de gehele weg voor een klein stukje berm, waardoor ik werkzaam ben in de berm. Ploeterend en vloekend baan ik mij een weg door het natte losliggende gras ternauwernood de grote wielen van deze bermambtenaar ontwijkend.

Voorbij Kwadijk begin ik te merken dat de regen langzaam in mijn spieren trekt. Daarbij begint er een knagende honger op te treden. Vlakbij Scharwoude neem ik de parallelweg om een nieuwe ontmoeting met een bermambtenaar te ontwijken. Hier zijn echter andere overheidsdienaren bezig geweest. De weg ligt vol met steentjes. Als het maar geen lekrijden wordt. Deze noodlottigheid wordt me gelukkig bespaard en rij na een training van anderhalf uur Hoorn binnen.

Inmiddels, een half uur na warme douche en dito maaltijd, is het droog en wordt het buiten lichter. ‘Na regen komt zonneschijn’ is zo’n heerlijk cliché en kan nog er 499 andere clichés bij bedenken.

Zonneschijn dus… De Zon is de ster waar de Aarde omheen draait en het helderste object aan de hemel. Wordt vooral gespot in Mediterrane landen en werd vereerd als de God Apollo.




Geen opmerkingen: