De etappe: de verwarring

De beklimming van de Gavia begint merkwaardig genoeg met een korte afdaling. Even een rustpunt in de koers. Van der Mees maakt van de gelegenheid gebruik om na te denken over Strevels opmerking aan de voet van de Mortirolo: “Hoe gaat het met je vrouw?” Wat zou zijn vriend bedoelen? Vrienden zijn ze, maar Van der Mees kan zich geen moment herinneren dat ze het over elkaars privéleven hebben gehad. De fiets en verder niets zoals Gert Jan Theunisse eens schreef. In de kroeg, buiten het seizoen om, was het lallen, lachen en naar vrouwen knipogen. Vooral het laatste. Van der Mees en Strevels zijn allebei topcharmeurs. Gezien hun bekendheid kunnen ze altijd op veel vrouwelijke aandacht rekenen. Puzzelstukjes beginnen in elkaar te vallen.

De Gavia begint haar slopende werkzaamheden op de benen van de renners uit te voeren. De brede weg versmalt en neemt in stijgingspercentage toe tot veertien procent. De ketting snort op de 34*21. De Gavia is hier adembenemend mooi met grove naaldbomen aan de kant van de weg. Absoluut geen alpine aanzicht. Eerder een paradijselijke doorgang naar hogere oorden waar ’s winters de steenbokken in alle eenzaamheid regeren.

Op de commentaarpositie halen de beide Nederlanders herinneringen op aan Johan van der Velde, die zijn winst in de etappe naar Bormio in 1988 in vrieskou zag opgaan, nadat hij solo en totaal verkleumd de besneeuwde top van de Gavia had gehaald en van de kou niet meer verder kon. Struis wil verder vertellen over de overwinning van Breukink in dezelfde etappe. De livebeelden echter eisen nu zijn aandacht. De concurrenten beginnen de rozetrui onder druk te zetten. Simeoni moet het doen zonder de steun van ploeggenoten. Zijn laatste helper is zojuist overboord gekieperd. Het initiatief ligt bij zijn concurrenten. De eerste tik wordt op de steile stukken uitgedeeld door Arnoud Sprinck, de Luxemburgse rasklimmer. Simeoni pareert. Pats, daar zet Simeoni’s landgenoot Danilo di Pisa aan. De kleine agressieve klimmer met een verre van schoon dopingverleden, slaat een klein gat. Simeoni houdt zijn benen stil. Di Pisa staat te ver achterop en is geen gevaar voor de roze trui. Net op het moment dat de rust in de groep roze trui lijkt wedergekeerd is het Van Geldrop die met een krachtige jump een opening forceert; Sprinck in zijn kielzog meenemend. Simeoni is te verrast om de aanval te pareren en blijft zitten. Het tweetal verdwijnt snel uit het zicht.

Zeven minuten scheiden de Nederlander Van Geldrop en de Luxemburg van de kopgroep die in een gemakkelijker stuk zijn aangekomen. Het uitzicht zou hier weids moeten zijn, maar dreigende regenwolken ontnemen de renners het zicht op het ruige berglandschap. Niet dat ze daar veel van zouden genieten. De uren en de bijbehorende inspanning beginnen hun tol te eisen. Van der Mees begrijpt niet waarom de tifosi, de fanatieke Italiaanse fans, de kopgroep en met name de Amerikaan Adams uitschelden. Zelf schuift hij een plaatsje op en rijdt naast zijn Vlaamse vriend. Deze zal het niet lang meer maken. Zijn kaken liggen bijkans op zijn stuur. Toch waagt Van der Mees zijn kans en vraagt de Vlaming waarom hij nou perse wil weten hoe het met Eva is. De Vlaming reageert niet. Voor Maarten is alles duidelijk en weigert zijn gedachte onder stoelen of banken te steken. “Wat moet je met mijn vrouw?” “Zijt ge nou helemaal gek geworden! Ik, uw vriend!” “Tis dien klootzak hierachter die het doet met uw vrouw!” Alsof er een bom in Van der Mees hoofd afgaat. Alles valt op zijn plek: het weinige en oppervlakkige contact en het telkens meespringen van die Fransoos. “Hoe lang al?” “Sinds jullie teamgenoten waren,” hijgt de Belg. Van der Mees is met stomheid geslagen. Hoe kon hij zo naïef zijn! Wat nu te doen. Hij kan de Fransoos moeilijk op zijn gezicht timmeren met de camera op hen gericht. “De tunnel! roept Strevels, de tunnel!” Na enkele tellen valt bij Van der Mees het kwartje.

In de Hollandse commentaarcabine neemt de spanning toe. Van Geldrop en Sprinck maken het gat met de zienderogen groter. De rozetrui zelf lijdt. Zijn overige concurrenten, Marcado en De Marchi, zitten in zijn wiel en gokken op de Stelvio.

Ruim vier kilometer onder de top van de Gavia ligt een lange tunnel. Normaal gesproken is het hier zo donker als in de maag van een walvis. De weg kruipt hier tegen de negen procent aan. Plots lost Strevels. Van der Mees schuift op. Vlèrron in zijn wiel. De camera op de motor heeft louter aandacht voor de erdoor zakkende Vlaming. De spaarzaam verlichte tunnel slokt de renners op. Adrenaline en boosheid maken zich nogmaals meester van de Nederlander die plots remt. De Fransoos kan hem net ontwijken, vloekt en slaat keihard tegen de grond. Niet de manoeuvre van Van der Mees maar een door die laatste sublieme uitgevoerde uppercut maakt aan alle aspiraties van Vlèrron een einde. De adrenaline pompt verder door zijn lichaam. De demarrage is een feit. De donkere wanden met het spookachtige licht zorgen voor een ultieme snelheidsbeleving. Nog even en hij is buiten.

Struis en Doorn kunnen hun geluk niet op. Een Nederlander op weg naar de etappezege en een ander naar eindwinst! Ze hebben net Van der Mees de tunnel uit zien flitsen met de Amerikaan in zijn wiel. Beiden worden op afstand gevolgd door een vermoeid ogende Australiër en een gerecupereerde Belg. Van de Fransman geen spoor. “Waar blijft de winnaar van de bollentrui?” vragen zij zich hardop af. De camera schakelt en neemt de andere Nederlander en Luxemburger in beeld die bijna de tunnel zijn genaderd.

Een enorme harde klap recht boven de renners doet Van der Mees opschrikken. Zijn hartslag is torenhoog als de top nadert. De Amerikaan achter hem heeft moeite met volgen, maar klampt aan. Het onweer barst in volle hevigheid los. De eerste druppels tikken hard op het asfalt.

Geen opmerkingen: